maandag 31 december 2012

Beste wensen voor 2013


Eindejaarsoverzichten zijn interessant. Ze geven een overzicht van de gebeurtenissen en soms wordt er een conclusie getrokken. Zo ook 16 jaar geleden. Op Oudjaarsavond 1996 werd internet voor blijvend verklaard door het NOS journaal jaaroverzicht 1996.  Internet was nu definitief en officieel en niet langer meer weg te denken. Het tijdperk waarin we experimenteerden met nieuwe media (ASCII, videotex en CD-media), was ten einde gekomen. Het tijdperk van digitale media was begonnen.
 
De eerste grote fusie van Nederlandse digitale-mediabedrijven binnen de PTT, het latere KPN, vond plaats op 1 januari 1997. De videotexdienst Videotex Nederland hield op te bestaan en de elektronische berichtendienst Memocom beëindigde haar activiteiten en adviseerde haar klanten over te stappen naar World Access/Planet Internet, het latere Planet Internet en Planet, dat was ontstaan uit een fusie van twee ISPs binnen de PTT.

Of er dit jaar conclusies in het Eindejaarsoverzicht getrokken gaan worden is nog maar de vraag. Tenslotte staan de publieke omroepen zelf onder druk. Maar meer daarover later. Nu eerst de kurken laten knallen.
 

maandag 17 december 2012

Streepjescode

Op 9 december 2012 is Norman Joseph Woodland op 91-jarige leeftijd overleden. Woodland en zijn medestudent Bernard Silver waren de uitvinders van de streepjescode ook wel barcode genoemd.
Het is een faciliteit die niet meer weg te denken is in de handel en zeker niet in de elektronische handel.

De streepjescode onstond toen Silver een manager van een supermarkt aan een decaan van de Drexler University in Philadelphia hoorde vragen om mee te denken aan een oplossing hoe productinformatie kon worden opgeslagen.

Woodland had al zijn ingenieurstitel en hij besloot met zijn verdere studie te stoppen  en zich helemaal aan de ontwikkeling van de streepjescode/barcode te wijden. Toen hij op een dag min of meer gedachtenloos een patroon van paralelle lijnen in het zand tekende, was de barcode geboren, een rechthoek van verticale zwarte strepen.

Zestig jaar geleden op 7 oktober 1952 kregen Woodland en Silver het patent op hun idee. Silver overleed in 1963 en Woodland ging verder met de ontwikkeling.

In de ontwikkeling van de streepjescode kwam vaart dankzij de toepassing van leespaparatuur, maar ook werd er organisatorisch gewerkt aan de toepassing van de streepjescode.  Begin van de jaren tachtig viel alles op zijn plaats en begon de streepjescode zijn plaats in de wereld te veroveren

In Nederland werd dit bevorderd door het EDIForum, dat vanaf 1988 initiatieven op het gebied van Electronic Data Interchange bundelde. Partijen in dit platform werkten aan de invoering van de barcode en daarnaast aan elektronische bestelprocedures die via speciale netwerken verliepen. Gebruikersgroepen waren actief in uiteenlopende branches als landbouw en visserij, industrie, bouwnijverheid, handel, transport en opslag, bank- en verzekeringswezen, gezondheidsdiensten en overheid. In 1990 toonde onderzoek aan dat er 63 EDI-gebruikersnetwerken waren, waarin 1300 tot 1500 bedrijven of instituten elektronische gegevensuitwisseling toepasten. In 1991 was het aantal EDI-gebruikers al gestegen naar 5400. Twee jaar later werden 58 miljoen berichten verzonden met ordergegevens, transportopdrachten, factuurgegevens, betalingen, bevestigingen, stamgegevens, statusinformatie en historische overzichten.

In 1998 heeft EDIForum met 11 partijen het electronic commerce platform ECP.NL mee helpen oprichten. Het Platform kreeg vier clusters van taken toebedeeld: 1. Bewustwording van de markt, 2. Faciliterend raamwerk, 3. Stimulering pilotprojecten, 4. Monitoring R&D. ECP.NL zou later actief thuiswinkelen via internet oppakken en er een keurmerk voor ontwikkelen.

Vanaf 2010 is ECP  het platform waar overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties kennis uitwisselen en samenwerken om de ontwikkeling van de Nederlandse informatiesamenleving te bevorderen. Hierbij is elektronische handel, inclusief streepjescodes, ondergebracht.

maandag 3 december 2012

Vergeet het 25 jarig jubileum van SMS

Vandaag werd 20 jaar geleden de eerste SMS verstuurd werd. De 22 jarige Britse softwareontwikkelaar Neil Papworth stuurde op 3 december 1992 het allereerste, openbare sms-bericht ter wereld naar zijn baas bij Vodafone Richard Jarvis. De inhoud van de boodschap luidde 'Merry Christmas'. Een beetje vroeg op 3 december, maar in Groot-Brittannie zijn ze er altijd vroeg mee bezig. De boodschap werd getikt op een toetsenbord van een computer. De eerste sms die daadwerkelijk op een mobiele telefoon werd ingetikt werd in 1993 verzonden door Riku Pihkonen die bij Nokia werkte. De inhoud van de boodschap van Pihkonen is onbekend.

SMS werd gezien als een nieuw medium, maar met beperkingen. Allereerst beperkte dit medium zich tot tekst. In de VS wordt het dan ook texting genoemd. De tekst was bovendien beperkt tot 160 tekens op het scherm. Dat vroeg dan ook om een serie afkortingen, waarvan ff = even een van de bekende voorbeelden is. Uitgeverij Het Spectrum heeft in 2001 nog eens een SMS afkortingen woordenboek op papier uitgegeven, dat overigens maar één editie haalde*. Intussen zijn er verschillende online SMS-woordenboekjes, meestal geïncorporeerd in woordenboeken met internettermen.

SMS kan wel getypeerd worden als een van de eerste sociale media. Communicatie met een of meerdere personen wad een uniek verkooppunt. Maar intussen is het medium ook uitgegroeid tot een herinneringsdienst van afspraken van bijv. de tandarts of herinneringen aan de gebedstijden voor islamieten.

En met het nieuwe medium kwamen zoals gewoonlijk de rages. Een van de klassieke rages is om de Bijbel te gebruiken (de Bijbel in het Gutenbergproject, de Bijbel op CD-ROM, De Bijbel op Internet). En inderdaad uitgeverij Jongbloed kwam met een gedrukte SMS Bijbel, onder de titel SMS-BBL. Uiteraard werden citaten uit de Bijbel en later ook Koran per SMS verstuurd. Maar ook schrijvers gebruikten SMS om SMS-boeken te produceren; in sommige gevallen werden ze geproduceerd door meerdere schrijvers. Een lang leven was dit soort experimenten niet beschoren.

Was er in de jaren negentig een Seikohorloge dat headlines van nieuws doorgaf, zo werd vanaf 2000 geëxperimenteerd met SMS-nieuwsdiensten op de mobiele telefoon.  Zo begon NRC-Handelsblad in mei 2001 een nieuwsdienst die ook per SMS werkte. Kort na 11/9 werd de dienst uit de lucht gehaald. NRC ging weer iets anders doen.

 
Ook zijn er de nodige spellen voor SMS gemaakt. Zo hield het Eindhovense bedrijfje Physical Presence Games een maand lang een experiment met het interactief spel Xjou via sms en het web. Spelers moeten speciale codes op het juiste moment door anderen laten versturen. Er was een geldprijs mee te winnen. Het is onduidelijk wat er van het spel geworden is.  Wel is het zo dat SMS spellen vaak als dekmantel gebruikt werden voor sms-abonnementen. Zo heeft de Consumentenautoriteit het bedrijf Smart Media Services in 2009 een boete van 119.000 euro opgelegd, aangezien de dienst verpakt was als spelletje, terwijl het in werkelijkheid om een abonnement ging. SMS is intussen ook vast onderdeel geworden van televisieshows, waarbij men kan SMS’en om een keuze door te geven.

In de loop der jaren is SMS een grote geldbron geworden voor de telecombedrijven. Maar SMS staat aan het begin van het einde. De smartphone met Twitter neemt de positie van SMS over; de lengte van de berichten is nog steeds kort, maar het gemak van de distributielijsten. Apps zoals Whatsapp nemen snel de plaats in van SMS met als voordeel het gemak van de distributielijsten en de  lengte van de berichten. Kortom, de vraag is gewettigd of SMS wel de 25 jaar haalt.

*   WAN2TLK? (SMS-WRDNBKJE) door Gabrielle Mander, uitgegeven door Uitgeverij Het Spectrum - febr. 2001

29 juni 2015 - De uitvinder van SMS, de Finse ingenieur Matti Makkonen, is op 63-jarige leeftijd overleden. Makkonen bedacht in 1984 een manier om geschreven berichtjes naar andere mobiele telefoons te sturen. Hij werkte toen voor de Finse PTT, wat later telecomreus TeliaSonera zou worden. Aanvankelijk werd SMS gebruikt door telecomtechnici om onderling technische berichten tussen telecomcentrales uit te wisselen. Pas in 1992 werd het eerste publieke sms'je verstuurd. Makkonen verdiende er geen cent aan, anderen mochten de technologie van hem gratis toepassen. Hij weigerde ook sms-taal te gebruiken.

zondag 28 oktober 2012

Update Libris Geschiedenis Prijs

UPDATE 21/10/2012: Bart van der Boom heeft de Libris Geschiedenis Prijs gewonnen voor zijn boek ‘Wij weten niets van hun lot - Gewone Nederlanders en de Holocaust'. Er dongen dit jaar 320 boeken mee naar de prijs. De winnaar krijgt een bedrag van 20.000 euro.

Uiteraard feliciteren wij Bart van der Boom.
Zie analyse Libris Geschiedenis Prijs
 

zaterdag 13 oktober 2012

Mijn boek in de bieb van Almere

Ik was gisteren in het centrum van Almere en had wat tijd over tussen twee afspraken. Ik ben even bij de Nieuwe Bibliotheek naar binnengelopen en heb gekeken op hun computer of zij een exemplaar van mijn boek Toen digitale media nog nieuw waren - Pre-internet in de polder (1967-1997) in de collectie hebben. Ja hoor, en het is ook nog uitgeleend tot 27 oktober!

donderdag 11 oktober 2012

Frankfurter Buchmesse: toetssteen boekenindustrie

Deze week wordt de jaarlijkse Frankfurter Buchmesse gehouden. Op deze beurs zijn dit jaar ruim 7.000 standhouders aanwezig uit 100 landen. Ruim 280.000 bezoekers uit 129 landen zijn op zoek naar boeken en nog eens boeken, van literatuur tot vakwetenschap, van fictie tot non-fictie.

Over de jaren is de beurs veranderd. Was het vroeger een beurs waar je naar toe moest om als uitgevers elkaar te ontmoeten en te onderhandelen over vertaalrechten, nu heb je via e-mail en skype meer mogelijkheden om te onderhandelen.

Maar ook het product is veranderd. Bestond vroeger het boekenaanbod uit gedrukte boeken, nu is het aanbod uitgebreid met elektronische boeken. Dit jaar zijn hier ook de apps aan toegevoegd, als product en als marketing tools.

Deze omslag heeft een lange aanloop gehad. In 1970 begon het proces van boeken produceren te veranderen met het zetten van teksten en opmaken van pagina’s met behulp van computers. In 1985 werd de CD-ROM geïntroduceerd en begon men te zagen aan de poten van de gedrukte encyclopedie. Neemt men de Encyclopedia Britannica, dan is het proces van gedrukte editie naar digitale editie in 2012 afgerond.   

Dit hele proces werd ook wel getypeerd als elektronisch uitgeven. De term omvatte niet alleen het automatiseren van het productieproces. Maar op de Frankfurter Buchmesse 1993 werd de term breder getrokken in het toonaangevende rapport New Opportunities for Publishers in the Information Services Market (1993, Consulting Trust) van de Europese Commissie. Hierin werd de eerste Sony e-book reader als voorbeeld gebruikt. Op de Frankfurter Buchmesse 1996 verklaarde de Europese Commissie elektronisch uitgeven heilig bij de verschijning van het rapport met de titel Electronic Publishing: Strategic Developments for the European Publishing Industry towards the Year 2000.

Het elektronisch uitgeven werd voor het publiek echt duidelijk toen vanaf 2006 de e-readers met e-Ink schermen op de markt kwamen en uitgevers eindelijk verleid of gedwongen door Amazon e-books te produceren. En gaat het hard. E-Boeken kunnen nu gekocht worden, gehuurd worden en via streaming direct op een scherm gelezen kunnen worden.  

En de grote klap gaat nu helemaal komen. Op de Frankfurter Buchmesse werd een e-reader aangekondigd voor tien euro. Afhankelijk van de kwaliteit van het scherm en de faciliteiten kosten e-readers van 99 euro tot 350 euro, maar de Duitse e-reader txtr beagle kan de prijs zo laag houden omdat er geen hoogstaande technologie in het apparaat zit. De spotgoedkope reader lift mee op technologie die ingebouwd zit in smartphones. Boeken moeten middels bluetooth en een gratis Android app overgebracht worden naar de lezer. Gebruikers van de beagle hebben geen lader en kabels nodig. Twee AAA batterijen die een plek hebben gevonden aan de onderzijde van de reader gaan volgens de fabrikant ruim een jaar mee. Als ze leeg zijn, kunnen ze simpel vervangen worden door twee nieuwe batterijen. De txtr beagle heeft een 5 inch scherm met een resolutie van 800 x 600. Het apparaat weegt slechts 128 gram, inclusief batterijen. Het geheugen bedraagt 4GB. De spotgoedkope ereader kan met alle bestandsformaten overweg die door de smartphone app worden ondersteund, waaronder epub en pdf. Ca. 3 jaar geleden presenteerde het Duitse bedrijf Txtr voor het eerst een eigen ereader op de Buchmesse te Frankfurt. Die ereader werd om diverse redenen nooit op de markt gebracht. Nadat de multinational 3M het bedrijf overnam, werd er echter opnieuw gewerkt aan een eigen ereader.

 UPDATE 14 oktober 2012 Zag net een interview op YouTube waarin Kobo haar Kobo Mini e-reader (met e-Ink scherm) aankondigt voor 80 euro! De Bebook Mini (met e-Ink scherm) wordt intussen aangeboden voor 89 euro in computerzaken zoals MyCom.

maandag 8 oktober 2012

Dertig jaar en nu al out

In 1982 werd de audio CD gepresenteerd door Philips. Nu 30 jaar later zijn de audio CD en haar nakomelingen op weg naar het museum.   

© Royal Philips

Op 17 augustus 1982 werd de eerste audio-cd, het album The Visitors van Abba, geperst in de Philips-fabriek in Langenhagen (Duitsland). In oktober werd de platenhandel geconfronteerd met het nieuwe medium. Deze was aanvankelijk niet erg enthousiast, maar vonden het wel fijn dat een audio CD niet gekopieerd kon worden zoals de lp’s en cassettebandjes. En na een prijsverlaging van de CD platen van 60 naar 40 gulden begon het te lopen. Mede door de audio CD groeide een bedrijf als de Free Record Shop van 25 winkels naar 300 winkels. Maar de audio CD is bezig met een neergang. Hoewel een bedrijf als de Free Record Shop nog in 2012 zo'n 8 tot 10 miljoen cd's per jaar verkoopt, is de omzet in de afgelopen jaren gedaald met zo’n 60 procent. De groei is eraf. Netwerkdiensten als iTunes, Real Player, Spotify en Tunify vervangen het medium.

 

Boven:  tekst CD-ROM (1993), multimedia CD-ROM (994);
Onder: CD-i (1995); Sony e-book (1994)
© Jak Boumans Collection

In de hekgolf van het succes van de audio compact disc ontwikkelde Philips een compact disc voor data, de cd-rom ( Compact Disc – Read Only Memory). De voor die tijd grote opslagcapaciteit maakte de schijf een aantrekkelijk alternatief voor online-opslag. De cd-rom werd in 1985 gelanceerd. De datadisk was als medium interessant. De grote opslagcapaciteit maakte het tot een concurrent van online en het faciliteerde de overgang van tekst naar multimedia. Dat wil niet zeggen dat het pad naar succes makkelijk was. De compact disc is ooit omschreven als de telg geboren uit een liefdeloos huwelijk tussen een Nederlandse reus en een Japanse geisha. Voorbestemd als klassiek musicus, leerde het kind toch door voor bibliothecaris, maar werd uiteindelijk gedwongen om zijn geld te verdienen als komiek. Deze korte, maar bondige omschrijving geeft het kronkelpad aan dat cd-media hebben afgelegd. Ondanks de groei van de dataschijven voor opslag van software en entertainment producten (spellen, encyclopedieën, e-books op mini-disks) in de jaren negentig, moesten deze media plaatsmaken voor internet. Nu worden de CD-ROM en de DVD (Digital Video Disc) nog gebruikt voor spellen en films, maar ook deze mediavormen worden bediend door internet. Het is een kwestie van tijd.  

Eerste proef DVD met de film van Bert Haanstra The Netherlands (1995). © Jak Boumans Collection

De periode van 30 jaar overziend, kan gesteld worden dat de CD heeft gediend als een tijdperk tussen smalband en breedband online. De CD was eigenlijk niet meer dan  een medium, dat verpakte bandbreedte verschafte voor muziek en multimedia. De capaciteit op de CD groeide ook wel door van de Mb’s naar de Gb’s op de DVD. Maar de diensten zijn nu overal en altijd beschikbaar.  

vrijdag 5 oktober 2012

Een hi-tech lensje voor je mobiel of tablet

De Dolle Dwaze Dagen bij de Bijenkorf zijn weer aan de gang. Er zijn weer koopjes in de winkel en online. En online is in; er zijn zelfs rijen wachtenden, tot ruim 70.000: probeert u het later nog eens. Van de 342 artikelen, aangeboden op internet, boeide mij een Sony SmartWatch. Het horloge was al enige tijd online beschikbaar voor 149 US dollar en kost nu bij de Bijenkorf 89 euro.

Het smart gedeelte van het horloge is dat het naast het aangeven van tijd ook kan dienen als microscherm, waarop bijvoorbeeld een verzoek voor een telefoongesprek, e-mail, Facebook en Twitter verschijnt. Het horloge is een soort afleveringsscherm voor je Android gestuurde mobiele telefoon of tablet. Die moet je wel in de buurt hebben, maar je hoeft deze niet tevoorschijn te trekken. De telefoon kan in je broekzak of handtas blijven zitten en je tablet in de aktetas. Het ziet er allemaal erg vernuftig uit, maar de communicatie is wel erg beknot. Je zult na een Facebookmelding toch weer moeten teruggrijpen op je mobiel of tablet. Eigenlijk is er weinig tot niets aan tijdwinst of gebruiksgemak te winnen.

Dat was wel wat anders met de Seiko MessageWatch. Ik kocht dit horloge in 1995. Mobiele telefoons waren er wel, maar kostbaar evenals de netwerkkosten. Wel was er een geamputeerde mobiele telefoon, waarbij men in de buurt van postkantoren, tankstations, spoorwegstations, restaurants en parkeerplaatsen kon bellen. Maar de Seiko MessageWatch was een uitkomst voor mijn bedrijfje. De werking van het horloge leek op de werking van een semafoon. Je kon gebeld worden via boodschappen. Zo kreeg ik regelmatig boodschappen met telefoonnummers van mensen die het bedrijf gebeld hadden. Dan sprong ik uit de trein of de bus en zocht een telefooncel op. Om de persoon in kwestie te bellen. Maar er was wel een probleempje: aangezien de dekking niet volledig was, kwam een boodschap niet altijd aan.

Het horloge had de capaciteit van 42 posities voor boodschappen. Dat was niet veel voor communicatie en content. Maar korte boodschappen zoals Call Home of Come Home kwamen duidelijk over. Ook kon men een abonnement nemen op de Mini Mail; via deze dienst kreeg men nieuwsberichten. Die waren niet altijd even duidelijk, want de mededeling Grote explosie zegt niet veel, maar Droog weer wel. Op 1 januari 2002 werd de MiniMail dienst beëindigd.

Een bijkomend voordeel was dat het horloge ook werkte in andere landen. Dat leverde overigens wel interessante boodschappen op. Kreeg men in Nederland de temperatuur in Celsius, in New York verscheen de temperatuur in Fahrenheit op het horloge, gratis en zonder advertenties (zijn ook moeilijk te maken met 42 posities)..

De Seiko MessageWatch verdween in 2002 van het toneel, aangezien de mobiele telefoon de markt veroverde. Desondanks vulde de Seiko MessageWatch een gat in het communicatieproces en vervulde het een rol als micro-nieuwsdienst. Toch was het nog niet het communicatie-apparaat uit de serie Star Trek, waarmee Captain Kirk tegen Montgomery Scott zegt: Beam me up, Scotty.

Na de Seiko MessageWatch hebben bedrijven als Microsoft en Fone geprobeerd nieuw leven in de computer te blazen. Microsoft met de Smart Personal Objects Technology (SPOT). Het horloge zou micro-boodschappen uitsturen zoals nieuws, beursberichten, weerberichten, verkeersmeldingen en zelfs een restaurantgids. Hoewel Swatch de productie ter hand nam, kwam het horloge nooit de oceaan over.

Recentelijk was er de M500 Mobile Fone Watch. Je kon er tegen praten en je kon boodschappen ontvangen. Sterker nog, het had een aanraakschermpje, een multimedia player, Bluetooth en USB connectie. Toch werd het geen rage.

Kijken we nu naar de Sony SmartWatch dan is er weinig vooruitgang. Een echt communicatiegat wordt er niet mee gevuld. Het is een dol dwaas gadget, maar eigenlijk slechts een hi-tech lensje om  het scherm van je mobiel of tablet te bekijken.

woensdag 3 oktober 2012

Eerste NL e-boekwinkel verkocht aan BE

Het Nederlandse boekenconcern Veen Bosch & Keuning Uitgeversgroep bv (VBK) heeft per 1 september eBook.nl verkocht aan ePagine. Dit Belgische bedrijf neemt een meerderheidsbelang in het bedrijf, terwijl VBK een minderheidsbelang behoudt.

VBK is al enige tijd bezig om haar hoofdactiviteiten te verzelfstandigen. Zo worden de kranten en boeken sectoren uit de holding gehaald (NDC/VBK). VBK gaat zich focussen op haar kernactiviteit: het uitgeven van inspirerende informatieproducten. En aangezien Retail activiteiten passen niet in de strategie van VBK, is eBook.nl als een zelfstandige onderneming gepositioneerd. Het Belgische bedrijf ePagine werkte vanaf het begin van het jaar al samen met eBook.nl. Het afstoten van eBook.nl door de boekenuitgeverij VBK kan gezien worden als een professionalisering van de sector, waarin boeken uitgeven en verkoop van boeken gescheiden zijn.

eBook.nl was de eerste Nederlandse online winkel, gespecialiseerd in de verkoop van e-boeken. Het bedrijf werd opgericht in 1997 en gekocht door E-New Publishing van Sander van Kempen. E New Publishing werd in 2001 verkocht aan NDC/VBK en ondergebracht in een apart bedrijf Pigeon, dat adviseerde op het gebied van de productie en verkoop van eboeken, eboeken produceerde en via eBook.nl eboeken verkocht. Intussen is eBook.nl na Bol.com de tweede grote verkoper van eboeken in Nederland met een marktaandeel van tien procent.

zondag 30 september 2012

Google Nieuws 10 jaar

 Google Nieuws bestaat dit weekend precies 10 jaar. De nieuwsdienst van Google heeft inmiddels één miljard unieke gebruikers per week en 72 edities in 30 verschillende talen, die gebruik maken van zo'n 50.000 bronnen.

Google Nieuws werd opgezet na de aanvallen op 11 september, toen veel mensen op internet nieuws zochten. Het was een van de eerste websites die enkel met een algoritme nieuws verzamelde uit verschillende nationale en internationale bronnen.

Het idee van een nieuwsdienst bestaande uit een verzameling van nationale en evt. internationale berichten was niet nieuw. Wel nieuw was het gebruik van een algoritme om het nieuws te verzamelen. Tot dan toe werd steeds gedacht in termen van opslag van artikelen in databases.

Zo werd in 1995 werd in België het project Central Station opgezet. Berichten uit nationale kranten en later ook tijdschriften zouden terechtkomen in een database en op basis van een persoonlijk profiel verspreid worden. Door verzet van journalisten kwam het project stil te liggen. Maar later werd het project alsnog gerealiseerd en werd het bedrijf Mediargus opgericht. Intussen hebben de Belgische uitgevers verschillende juridische gevechten gevoerd met Google.

Het project Central Station kreeg in Nederland ook navolging in 1996. De grote krantenconcerns zoals De Telegraaf, PCM, FD, NDC en Wegener zaten om tafel. Maar in Nederland kwam het niet tot een proef noch tot een proces. De partijen gingen eerder uiteen, o.a. nadat PCM de Nederlandse Persdatabank had overgenomen en geïntegreerd in het latere Factlane, dat op zijn beurt werd overgenomen door de Amerikaanse dienst Nexis. Ook in Nederland heeft weerstand bestaan tegen Google Nieuws. Maar als de Nederlandse uitgevers een gezamenlijke databank hadden opgezet hadden zij weerwerk kunnen leveren aan Google Nieuws.

woensdag 19 september 2012

Smiley bestaat 30 jaar


Op 19 september 1982 tikte computerwetenschapper Scott Fahlman voor het eerst een smiley, later ook emoticon (samentrekking van emotie en icoon) genoemd, in op zijn PC. Zo’n 30 jaar geleden gebruikte computerwetenschapper Scott Fahlman gebruikte het symbool :-) in een elektronische boodschap aan zijn studenten op de Carnegie Mellon University in Pittsburg.
 
Over de oorsprong van de smiley zijn verschillende lezingen. Een versie is dat nadat een grap over een besmetting op de universiteit ophef had veroorzaakt onder studenten, ontstond een debat over de grenzen van de humor binnen de instelling. De andere versie luidt, dat het begon met enkele informatici die op een discussieforum van de Carnegie Mellon University wat lachten met fysica-experimenten. Toen iemand een grapje maakte over een experiment met kwik in liften, namen enkele collega's dat bericht serieus op. De grap ging de mist in, maar meteen ontstond een zwaarwichtige discussie over hoe je humor in een tekst zou kunnen aanduiden.
 
Toen werd voorgesteld om een * te tikken na grapjes, terwijl een ander # voorstelde. Een informaticus koos dan weer voor & omdat een ampersand er leuk uitziet, 'als een jolige dikke man die buldert van het lachen'. Fahlman stelde echter voor het symbooltje :-) te gebruiken om aan te geven welke boodschappen niet helemaal serieus waren bedoeld. Voor de zekerheid tekende hij hierbij aan: 'Lees het zijwaarts'. Voor zaken die niet serieus bedoeld waren, bedacht hij het tegenovergestelde :-( .

In de loop van de jaren hebben meer mensen :-) geclaimd. Ze zouden al vóór 1982 op het idee zijn gekomen. Maar voor die beweringen is geen bewijs. Fahlmans bericht daarentegen is begin deze eeuw teruggevonden door een medewerker van Microsoft, in de oude back-ups van de universiteit. Fahlman verzond het bericht op 19 september 1982, om 11.44 uur.

Het bericht zag er als volgt uit:

19-Sep-82 11:44    Scott E  Fahlman             :-)

From: Scott E Fahlman <Fahlman at Cmu-20c>

I propose that the following character sequence for joke markers:

:-)

Read it sideways.  Actually, it is probably more economical to mark
things that are NOT jokes, given current trends.  For this, use

:-(


De smileys waren de eerste jaren alleen grafisch als tekstekeningen met ASCII tekens in tekstverwerkingsprogramma's weergegeven. Pas na 2000 werden de smileys afgebeeld als animated gif afbeeldingen  .

De inmiddels 64-jarige wetenschapper heeft overigens weinig op met de veelkleurige en vaak kant-en-klare emoticons die tegenwoordig veel worden gebruikt. 'Ik vind ze lelijk en ze ruïneren de uitdaging om zelf op een slimme manier emoties uit te drukken met gewone toetsenbordtekens', zegt Fahlman.

Intussen is er een assortiment aan emoticons gegroeid. Zo bestaan er diverse emoticons die iets met het haar te maken hebben. C:-| staat bijvoorbeeld voor 'kaal' en dit is 'vandaag draag ik mijn haar in een middenscheiding': {:-) Voor de mensen die een dag thuis willen werken in verband met een 'bad hair day' kunnen 's ochtends een e-mail sturen met de volgende emoticon: X:-(. Baarden en snorren worden ook niet vergeten. :-}) is een omhoog krullende snor en (:-{~ een lange baard.

Afkomst uit verschillende landen kan ook digitaal uitgedrukt worden. <|-)=  moet een Chinees voorstellen. De Fransman wordt afgebeeld met een baret:  /:-).

Niet alleen kunnen emoticons gevoelens en het uiterlijk beschrijven, ook historische figuren hebben hun eigen emoticon. 5:-) is bijvoorbeeld Elvis Presley en *<|:-) de Kerstman. Eentje die wel heel treffend is die van Adolf Hitler (/:=( .

Hieronder nog een paar speciale emoticons:

John Travolta in Grease       @:-)                            
Donald Trump                      :$ )        
Bill Clinton                         =:o]     
Grote leugenaar           :----------)
Grote natte zoen                  :-X           
Bijtend sarcasme                  :-]              
Cycloop in oog gestoken      *-(             
Bril op voorhoofd                 8:-)            
Net afgestudeerd                Q:-)
Draagt een tulband            @:-)          
Tussen de ogen geschoten  +-(             
Pruimtabak uitspugen           :-`             
Extra onderkinnen              :-)))           
Hoedenverkoper             <<<<(:      
Dwerg                               o|-<           

Andere emoticons zijn te vinden in het artikel Emoticon van Wikipedia.

 
De nominaties van de Libris Geschiedenis Prijs 2012 zijn bekend. Voor 2012 is het weer de welbekende mengeling van Nederlandse geschiedenis (Domela Nieuwenhuis), Europese geschiedenis (Charles de Gaulle), cultuurgeschiedenis (de Middeleeuwen en het Rijke Roomse Leven) en niet te vergeten de Tweede Wereldoorlog. Deze keer geen nominatie van een boek over het Koninklijk Huis. Ook is er geen geschiedenisboek genomineerd over een bedrijf; dat is een keer gebeurd met een boek over de Telegraaf. Zelf ben ik nogal gecharmeerd van de nominatie van boek over de Middeleeuwen en misschien nog meer van het boek Moederkerk; met een theologie-achtergrond van het houtje is dit pure nostalgie voor mij.

De Libris Geschiedenis Prijs lijkt de nodige variatie te hebben. Zo heb ik een staatje gemaakt van de genomineerde boeken sinds 2009 en deze in zeven categorieën gerubriceerd. Het resultaat ziet er zo uit:
-    5x cultuurgeschiedenis
-    5x Nederlandse geschiedenis
-    4x Tweede wereldoorlog
-    2x Koninklijk Huis
-    2x Europese geschiedenis
-    1x landengeschiedenis
-    1x bedrijfsgeschiedenis

Cultuurgeschiedenis scoort het hoogst, maar dit kan ook komen door de rubricering, aangezien daar nu Middeleeuwen, maar ook feminisme en Rooms Katholicisme onder vallen. De algemene Nederlandse geschiedenis is eveneens goed vertegenwoordigd. En de Tweede Wereldoorlog scoort ook nog hoog, terwijl in de literatuur de belangstelling voor dit onderwerp sinds 1980 min of meer is verdwenen; maar in de geschiedenis nog niet. Ook het Koninklijk Huis trekt minder de aandacht. De Europese geschiedenis staat ook niet echt in de belangstelling. Er is slechts één landengeschiedenis over Congo, hetgeen geen verrassing is in het Vlaamse boekenassortiment.

Bedrijfsgeschiedenis doet het ook niet echt binnen de Geschiedenis Prijs. Er is maar één nominatie, een boek over de Telegraaf, een goed en leesbaar geschreven boek. Maar zo is er in datzelfde jaar een boek verschenen over de VARA omroep, dat niet genomineerd werd. En een jaar ervoor was er het boek over 40 jaar VNU, Van Haarlem naar Manhattan; een jaar later werd het VNU concern overigens opgebroken. De conclusie is dan ook dat bedrijfsgeschiedenis niet een aantrekkelijke categorie is voor de Libris Geschiedenis Prijs.

Dat brengt me dan ook op de kritiek van de eenzijdigheid van de Libris Geschiedenis Prijs. De nominaties hebben een hoog alfa- en gammagehalte en kennen een absolute afwezigheid van de geschiedenis der techniek en meer nog van de contemporaine technologie zoals de geschiedenis van de automatisering en online. De Libris Geschiedenis Prijs bewijst de analyse van Neil Postman, die in Technopoly stelde, dat technologie in verschillende historische ontwikkelingsstadia steeds in dienst heeft gestaan van menselijke waarden. Maar in de 20ste eeuw wordt technologie zo dominant dat er een omkering plaatsvindt. Technologie bepaalt dan steeds vaker wat menselijke waarden zijn in plaats ervan in dienst te staan. De drukpers bracht de democratisering en vele geschiedenisboeken getuigen hiervan; de verandering dankzij internet wordt nog nauwelijks onderkent, laat staan beschreven in geschiedenisboeken.

UPDATE 21/10/2012: Bart van der Boom heeft de Libris Geschiedenis Prijs gewonnen voor zijn boek ‘Wij weten niets van hun lot - Gewone Nederlanders en de Holocaust'. Er dongen dit jaar 320 boeken mee naar de prijs. De winnaar krijgt een bedrag van 20.000 euro.
Met deze nieuwe winnaar komt de stand van de categorieën op:
- 5x cultuurgeschiedenis
- 5x Nederlandse geschiedenis
- 5x Tweede wereldoorlog
- 2x Koninklijk Huis
- 2x Europese geschiedenis
- 1x landengeschiedenis
- 1x bedrijfsgeschiedenis
Hiermee gaat het onderwerp van de Tweede wereldoorlog weer behoren tot een van de top categorieën van de Libris Geschiedenis Prijs.

Uiteraard feliciteren wij Bart van der Boom.

maandag 17 september 2012

Analyse van de Libris Geschiedenis nominaties


De nominaties van de Libris Geschiedenis Prijs 2012 zijn bekend. Voor 2012 is het weer de welbekende mengeling van Nederlandse geschiedenis (Domela Nieuwenhuis), Europese geschiedenis (Charles de Gaulle), cultuurgeschiedenis (de Middeleeuwen en het Rijke Roomse Leven) en niet te vergeten de Tweede Wereldoorlog. Deze keer geen nominatie van een boek over het Koninklijk Huis. Ook is er geen geschiedenisboek genomineerd over een bedrijf; dat is een keer gebeurd met een boek over de Telegraaf. Zelf ben ik nogal gecharmeerd van de nominatie van boek over de Middeleeuwen en misschien nog meer van het boek Moederkerk; met een theologie-achtergrond van het houtje is dit pure nostalgie voor mij.

De Libris Geschiedenis Prijs lijkt de nodige variatie te hebben. Zo heb ik een staatje gemaakt van de genomineerde boeken sinds 2009 en deze in zeven categorieën gerubriceerd. Het resultaat ziet er zo uit:
-        5x cultuurgeschiedenis
-        5x Nederlandse geschiedenis
-        4x Tweede wereldoorlog
-        2x Koninklijk Huis
-        2x Europese geschiedenis
-        1x landengeschiedenis
-        1x bedrijfsgeschiedenis

Cultuurgeschiedenis scoort het hoogst, maar dit kan ook komen door de rubricering, aangezien daar nu Middeleeuwen, maar ook feminisme en Rooms Katholicisme onder vallen. De algemene Nederlandse geschiedenis is eveneens goed vertegenwoordigd. En de Tweede Wereldoorlog scoort ook nog hoog, terwijl in de literatuur de belangstelling voor dit onderwerp sinds 1980 min of meer is verdwenen; maar in de geschiedenis nog niet. Ook het Koninklijk Huis trekt minder de aandacht. De Europese geschiedenis staat ook niet echt in de belangstelling. Er is slechts één landengeschiedenis over Congo, hetgeen geen verrassing is in het Vlaamse boekenassortiment.

Bedrijfsgeschiedenis doet het ook niet echt binnen de Geschiedenis Prijs. Er is maar één nominatie, een boek over de Telegraaf, een goed en leesbaar geschreven boek. Maar zo is er in datzelfde jaar een boek verschenen over de VARA omroep, dat niet genomineerd werd. En een jaar ervoor was er het boek over 40 jaar VNU, Van Haarlem naar Manhattan; een jaar later werd het VNU concern overigens opgebroken. De conclusie is dan ook dat bedrijfsgeschiedenis niet een aantrekkelijke categorie is voor de Libris Geschiedenis Prijs.

Dat brengt me dan ook op de kritiek van de eenzijdigheid van de Libris Geschiedenis Prijs. De nominaties hebben een hoog alfa- en gammagehalte en kennen een absolute afwezigheid van de geschiedenis der techniek en meer nog van de contemporaine technologie zoals de geschiedenis van de automatisering en online. De Libris Geschiedenis Prijs bewijst de analyse van Neil Postman, die in Technopoly stelde, dat technologie in verschillende historische ontwikkelingsstadia steeds in dienst heeft gestaan van menselijke waarden. Maar in de 20ste eeuw wordt technologie zo dominant dat er een omkering plaatsvindt. Technologie bepaalt dan steeds vaker wat menselijke waarden zijn in plaats ervan in dienst te staan. De drukpers bracht de democratisering en vele geschiedenisboeken getuigen hiervan; de verandering dankzij internet wordt nog nauwelijks onderkent, laat staan beschreven in geschiedenisboeken.

UPDATE 21/10.2012: Bart van der Boom heeft de Libris Geschiedenis Prijs gewonnen voor zijn boek ‘Wij weten niets van hun lot - Gewone Nederlanders en de Holocaust'. Er dongen dit jaar 320 boeken mee naar de prijs. De winnaar krijgt een bedrag van 20.000 euro.
Met deze nieuwe winnaar komt de stand van de categorieen op:
- 5x cultuurgeschiedenis
- 5x Nederlandse geschiedenis
- 5x Tweede wereldoorlog
- 2x Koninklijk Huis
- 2x Europese geschiedenis
- 1x landengeschiedenis
- 1x bedrijfsgeschiedenis
Hiermee gaat het onderwerp van de Tweede wereldoorlog weer behoren tot een van de topcategorieen van de Libris Geschiedenis Prijs.

Uiteraard feliciteren wij Bart van der Boom.
 

zondag 26 augustus 2012

Neil Armstrong naar de maan dankzij online research

Astronaut Neil Armstrong, die op 25 augustus 2012 op 82-jarige leeftijd overleed, zette als commandant van de Apollo 11 op 21 juli 1969 als eerste mens zijn historische stap op de maan. Hij sprak hierbij de gevleugelde woorden: "That's one small step for man, one giant leap for mankind". En dit was een grote vlucht vooruit, die mede te danken was aan het opstarten van online wetenschappelijk onderzoek.

Race naar de maan
De landing op de maan was het resultaat van een lange politieke race tussen de VS en Rusland. Op 21 mei 1961 kondigde president John F. Kennedy aan, dat de Amerikanen naar de maan zouden gaan en een Amerikaan op de maan zouden zetten en weer veilig terug naar de aarde zouden brengen. De achtergrond hiervan lag in de achterstand die de Amerikanen hadden opgelopen in de ruimterace. De Russen hadden in 1957 de Spoetnik in de ruimte gebracht en in april 1961 werd tot grote verlegenheid van de Amerikanen Yoeri Gagarin de eerste mens/Rus in de ruimte. Het zou een project worden van de afmetingen van het graven van het Panamakanaal en het ontwikkelen van de atoombom, het Manhattan project.

Online
Maar om het project op gang te brengen was een meer efficiënt management van wetenschappelijke en technologische informatie nodig. President Kennedy stelde in 1962 een adviescommissie in, onder voorzitterschap van Alvin M. Weinberg. Deze leverde binnen enkele maanden een rapport af: Science, government, and information: the responsibilities of the technical community and the government in the transfer of information (1963). Op 10 januari 1963 gaf president Kennedy een verklaring uit, waarin hij liet weten dat coördinatie van de wetenschappelijke en technische informatie een absolute noodzakelijkheid was. Het rapport leidde inderdaad tot coördinatie in het verzamelen van wetenschappelijke gegevens, bijvoorbeeld de databank Medlars (Medical Literature Analysis and Retrieval System ) en het informatiebestand inis (International Nuclear Information System). Behalve een betere coördinatie van informatie bracht het rapport de ontwikkeling van online in een stroomversnelling. Het ruimtevaartbedrijf NASA en de vliegtuigbouwer Lockheed gingen zoeken naar nieuwe methoden om belangrijke wetenschappelijke en technische literatuur sneller en vollediger toegankelijker te maken met behulp van een computer.
Zo werden bij de NASA en wetenschappelijke instellingen als de National Library of Medicine al samenvattingen van wetenschappelijke en technische artikelen vervaardigd voor gedrukte, zogeheten ‘abstract magazines’. De ponsbanden met de tekstbestanden werden in de computer van de instelling ingevoerd en de tekst op een opslagmedium opgeslagen. Vervolgens werden de bestanden met de samenvattingen geïndexeerd en uiteindelijk aan literatuuronderzoekers ter beschikking gesteld. Een medewerker van de instelling, die informatie zocht, kon via een toetsenbord trefwoorden intoetsen, waarna in de indexbestanden van de computer werd gezocht naar een literatuurverwijzing bij het trefwoord. Het resultaat van de zoekactie werd vervolgens ter controle naar een terminal (zonder geheugen) gestuurd of ter raadpleging naar een printer.
De stap van lokale raadpleging naar raadpleging op afstand was slechts een logisch vervolg. Onderzoekers op afstand wilden bij hun onderzoek graag gebruik maken van deze bestanden met geautomatiseerde zoekmogelijkheden.
De eerste experimenten met interne online-informatiediensten dateren van vóór 1966, met schakelingen tussen computers die op dezelfde locatie stonden. Een experiment met een extern telecommunicatienetwerk vond plaats in 1966. Marill and Roberts koppelden toen een computer van het Lincoln-laboratorium met een computer van System Development Corp. (SDC), onderdeel van de denktank RAND. Op basis van deze experimenten werd in 1967 met Lockheed een contract gesloten voor het beheer en de bedrijfsdistributie van het NASA-bestand. Lockheed had voor dit informatiesysteem zoeksoftware ontwikkeld onder de naam Dialog.
Maar ook SDC ontwikkelde in 1968 een zoeksysteem en demonstreerde het principe ervan met de databank ERIC, een bestand met samenvattingen van onderwijsartikelen. In 1969 presenteerde SDC een zoekprogramma onder de naam Elhill en paste dit toe op een databank met 150.000 artikelen over de ziekte van Parkinson.

Carlos Cuadra (links) en Roger Summit (rechts), de pioniers van commerciële online zoekdiensten, spelen samen piano tijdens een diner ter gelegenheid van een Online Conferentie in Londen

De commerciële haalbaarheid van online-diensten leek door deze technische ontwikkelingen binnen het bereik van bedrijven te komen. Maar was er voldoende markt voor? In 1972 deed Carlos Cuadra, directeur van SDC, er onderzoek naar. Van de 7000 verstuurde enquêteformulieren kreeg hij er slechts 72 terug. De boodschap leek duidelijk: er was geen markt voor online-diensten. Desondanks zag hij met lede ogen hoe zijn concurrent Roger Summit, directeur van Lockheed-zoekdiensten, de online-dienst Dialog commercieel begon aan te bieden met bestanden als NASA Recon, Nuclear Science Abstracts, ERIC en Pandex. Dialog werd de eerste commerciële, niet-overheidsdienst. Uitgedaagd door Lockheed ging ook SDC in 1973 op de commerciële toer met SDC Orbit.

zaterdag 25 augustus 2012

Oud-Philipsman Wisse Dekker overleden

Oud-Philipsman Wisse Dekker is op 25 augustus 2012 overleden in het Zeeuwse Zoutelande. Onduidelijk is of hij omgekomen is in een eenzijdig verkeersongeluk of onwel is geworden.

Dekker, geboren op 26 april 1924 in Eindhoven, was tussen 1982 en 1986 president-directeur van Philips. Hij kwam in 1948 in dienst bij Philips. Na verschillende functies in het Verre Oosten te hebben bekleed, kwam hij terug naar Europa. In 1976 werd hij lid van de raad van bestuur. Van 1 januari 1982 tot 22 april 1986 was Dekker president van Philips en voorzitter van de raad van bestuur. Hij werd daarna opgevolgd door Cor van der Klugt, waarna hij plaats nam als president-commissaris. In 1994 kwam, na een periode van 46 jaar, een einde aan de loopbaan van Dekker bij Philips.

Onder zijn leiding leed Philips grote stroppen met de videorecorder, V2000. De verwerving van aandelen van de platen- en filmmaatschappij Polygram  vanaf 1983 was daarentegen een gouden greep van Dekker.

Video 2000
Vanaf 1975 kwamen er drie videosystemen op het markt. In begin 1975 kwam er VHS systeem van JVC. In 1976 kwam er Betamax van Sony op het markt en tenslotte in 1979 het V2000 systeem van  Philips. Video2000 was het meest 'gecomprimeerde' systeem dat ooit is uitgevonden op videogebied. Video 2000 moest een goedkoop systeem en een ruimtebesparend systeem. Uiteindelijk kon se videoband dubbelzijdig gebruikt worden zoals een gewone audiocassette. Hiermee werd de opbergruimte van videocassettes ten opzichte van VHS videobanden met bijna 50 procent gehalveerd!
V2000 videorecorder is door aanwezige high-tech daarmee complexer, waardoor het stukken duurder was dan VHS videorecorder. Maar dit zou terugverdiend worden, omdat de V2000 banden amper duurder zijn dan VHS banden en dubbelzijdig te gebruiken zouden zijn.
Bovendien leek het systeem op een professionele videorecorder met opties als stilstaand, snel vooruit of snel achteruit.... alles gaat zonder lelijke strepen, waarvan VHS en Betamax nog steeds last hadden. Van Video2000, dat in 1979 op de markt kwam, had men de verwachting dat het de standaard zou worden gezien de beeldkwaliteit, het twee keer zo smal bandspoor en de mogelijkheden voor digitale opslag in de toekomst. .
Toch verloopt Video 2000 om meerdere redenen. Philips kwam laat op de markt met Video 2000 ten opzichte van VHS en Betamax. Bovendien was VHS een eenvoudig systeem en gemakkelijk te produceren, niet zo gecompliceerd als Video 2000
Maar op marketinggebied ging er ook meer fout. Philips weigerde in zee te gaan met pornoproducenten. VHS stortte zich wel op de porno en hield het aanzienlijk langer uit. Kortom het V2000-systeem bevatte een superieure techniek, maar ging aan preutsheid ten onder. In 1986 verdween het V2000 systeem van de markt.

PolyGram
Philips had zich tot 1972 opgesteld als een fabrikant voor consumenten elektronica, maar realiseerde zich dat platenspelers en cassettespelers muziek nodig hebben. Maar vanaf 1972 ging Philips via deelnemingen in de amusementsindustrie. Eerst zeer voorzichtig in de platenindustrie met een label als de Deutsche Grammaphon Geselschaft. Maar het zag ook wel de toekomst aankomen met film en digitale media.  In 1983 kocht Philips 40 procent van de aandelen van Polygram en in 1987 kocht Philips Siemens uit en werd 100 procent eigenaar van Polygram. De compact disc betekende een grote stimulans in muziekindustrie, maar was ook het begin van video en multimedia op compact disc.
Philips werd actief op het gebied van audio, video en multimedia. Voor multimedia werden zelfs  eigen formats ontwikkeld, de Video Langspeel Plaat (VLP) of Laser disc, een beeldplaat voor films en de Compact Disc-interactive, een multimedia disc bestemd voor de televisie. De Laser disc stierf al nadat het net van de tekentafel af was. CD-i had iets meer adem en werd in 1991 in de VS gelanceerd en in 1992 in Nederland. Philips begreep al snel dat het bedrijf niet alleen van de verkoop van cd-i-hardware kon leven. Het bedrijf zette een eigen uitgeverij op voor de ontwikkeling en distributie van titels, die in nauw overleg zou gaan werken met ontwikkelaars en andere uitgevers. De nieuw opgezette uitgeverij Philips Media volgde een zigzagkoers ten aanzien van de titelontwikkeling van cd-i. Er kwam geen duidelijke positionering van het medium in de consumentenmarkt. Het aanbod liep van eenvoudige kinderpuzzels tot spellen voor volwassenen, van educatieve titels tot encyclopedieën en van geïllustreerde audio-platen tot films. Philips probeerde alle consumentensegmenten te bedienen met de cd-i. Daardoor moest het bedrijf niet alleen concurreren met de fabrikanten van spelcomputers maar ook met de producenten van multimedia cd-rom’s. Een laatste poging om de wereld markt te veroveren werd gedaan in 1995.
Maar het was duidelijk dat het einde in zicht was. Philips Media probeerde het nog met cd-i-online, een combinatie van speler met modem, maar het bleef trekken aan een dood paard. Cor Boonstra, de toenmalige president-directeur, verklaarde eind 1996 dat cd-i was mislukt. Philips was volgens hem geen content licentiebedrijf en startte de verkoop van Polygram die in 1999 aan het Canadese bedrijf Seagram werd verkocht. 

Reactie
Andre Gromsound schreef op 25 augustus 2017 de volgende (geredigeerde) opmerkingen:
1) de foto van de videorecorder is een VCR, het eerdere systeem van 1972-1978. Heeft NIETS te maken met v2000.

2) het porno verhaal is een werkelijk onuitroeibaar sprookje. alsof de fabrikant iets te zeggen heeft over wat de gebruikers er mee doen. JVC en SONY brachten ook niet zelf porno uit dat doen derden distributeurs etc.
Tenslotte: v2000 verloor omdat het simpelweg 2 jaar te laat op de markt was. toen was VHS al zover in de markt doorgedrongen -ook in de videotheken- dat het probleem zichzelf alleen maar versterkte.
Wie alleen maar zelf TV opnam of hobbyde met een camera was het beste uit met V2000 (superbeeld, meer mogelijkheden en zuinig bandverbruik).
Andre Gromsound AV collectie
http://gromsound.mfbfreaks.com

Update 
De discussie over de V2000 en porno s inderdaad een eeuwige en is onlangs (14 mei 2017) nog gevoerd: 
https://www.netkwesties.nl/1015/betamax-videorecorder-niet-mislukt-door.htm.
Op Twitter kwam de volgende reactie: 
Peter Olsthoorn
Peter Olsthoorn heeft je Tweet geretweet 15 mei Digitaal verleden @DigiVerleden
Hardnekkige historische mare verdient vergetelheid: Betamax niet mislukt door gebrek aan seks, Peter Olsthoorn. http://bit.ly/2qFXKUe 
Hans Perukel‏ @hperukel 15 mei 
Als antwoord op @DigiVerleden @Peteraanzee
Hoe dan ook staat vast dat ze bij Philips te weinig sex hadden. Los van betamax