zaterdag 4 april 2020

BPN 1750: Jazeker, internet heeft een beschermheilige


Isidorus, glasschilderij van Iris Gerritsen, Delft, particuliere collectie, 2005. 

Vandaag in 636 stierf Isidorus van Sevilla, beschermheilige van bibliotheken en internet. Je kunt je afvragen hoe hij de beschermheilige van het internet werd.

De rooms-katholieke kerk heeft een legioen van heiligverklaarde en fantasieheiligen; heiligen voor elke dag en elke gebeurtenis in het leven. Isidorus werd in 653 in Toledo heilig verklaard, omdat hij een voorbeeld was voor christenen en niet-christenen, een rol speelde in de kerk als bisschop van Sevilla en hij theoloog en geleerde was. Paus Johannes Paulus II heeft hem, naast het feit dat hij al de beschermheilige van catalogi en bibliotheken was, in 2005 aangewezen als de beschermheilige van het internet. Deze titel kreeg hij voor het encyclopedisch werk dat hij op zich nam door het samenstellen van een summa van universele kennis, de Etymologiae. Deze encyclopedie, een geschreven Wikipedia, beter bekend als Origines, bestaat uit een compilatie van 448 hoofdstukken in 20 delen. Persoonlijk houd ik van deze heilige omdat ik verschillende gelijkenissen met hem herken.

Tijdens het Vierde Concilie van Toledo in 633 stelde Isidorus voor om seminaries bij de Spaanse kathedralen in te stellen voor priesterstudenten. Grieks, Hebreeuws en liberale kunsten waren verplichte vakken, terwijl hij ook rechten en geneeskunde promootte. Dankzij Isodorus studeerde ik in mijn jeugd op kleine en grote seminaries en werd ik opgeleid in Grieks en Latijn, filosofie en theologie en studeerde af als Master of Divinity (MDiv.) aan het Notre Dame Seminary in New Orleans, La.

Nadat ik mijn studie had afgerond, verkoos ik geen klerikale carrière, maar ging de uitgeverij in. In 1970 kwam ik bij Uitgeverij Het Spectrum, onderdeel van VNU, terecht die een nieuwe algemene encyclopedie van 25 delen opzette en deze redactioneel  met behulp van een computer produceerde.  Bij Uitgeversmij. Oosthoek, onderdeel van Kluwer, produceerden we een encyclopedie in weekafleveringen met de naam Summa.

In 1980 stapte ik in de nieuwe mediawereld, eerst in online ASCII en videotex, later in offline media als magnetische en optische schijven, totdat in de jaren negentig internet doorbrak. Zowel online als offline bleef ik geïnteresseerd in encyclopedieën zoals de gedrukte 21-delige Academic American Encyclopaedia, een product van het Amerikaanse avontuur van VNU begin jaren tachtig, die door Grolier werd omgezet in de eerste lichting elektronische naslgwerken en online werd gedistribueerd door The New York Times Information Bank, de Dow Jones News/Retrieval en Compuserve en offline op CD-ROM. Als Nederlander zag ik met belangstelling de publicatie van de Interactieve Encyclopedie op CD-I van Philips Media. IN 1994 brak internet door als een allround kennisdrager met zoekmachines als AltaVista en Yahoo. Maar de kenniswereld veranderde in 1998 door de introductie van de zoekmachine Google en in 2001 met de internet encyclopedie Wikipedia.
 
Er is enige gelijkenis tussen Isidorus en mij, maar die verdient wel een disclaimer: hij is een heilige en ik niet. Hij is de patroonheilige van gedrukte catalogi en gedrukte bibliotheken en sinds deze eeuw van het digitale medium internet. Ik ben de bibliothecaris van een kennismuur van 20 gedrukte, meerdelige encyclopedieën en de curator van pre-internet online streams zoals ASCII, videotex en een depot van offline media zoals floppy discs, videodiscs, CD-ROM's en CD-I's.