woensdag 30 januari 2013

Een boost voor het web: Netscape (2)


Dus Marc Andreessen kreeg niet de baan hoofd ontwikkeling en begon rond te kijken. Nog in hetzelfde jaar van de lancering van Mosaic, ontmoette hij Jim Clark, de oprichter van Silicon Graphics Incorporated (SGI), ontwikkelaar van hard- en software voor grafische representatie en met name 3D. Mosaic was op internet een reproductiemachine voor tekst; maar de ideeën van Marc Andreessen om tekeningen, foto’s en uiteindelijk ook video en geluid met tekst te integreren in een browser spraken Jim Clark erg aan. Hij zag een gat in de markt en richtte met Andreessen in 1994 het bedrijf Netscape op. Andreessen haalde zijn Mosaic ontwikkelteam op, Jim Clark wierf werknemers bij SGI en het werk aan een nieuwe browser kon beginnen.

En vanaf oktober 1994 werd de browser uitgezet. Netscape 0.9, later Netscape Navigator, was een doorslaand succes, want nu waren alle mediatypen van tekst, beeld en geluid in één browser verenigd. Het was een mijlpaal in de online wereld, want tot 1994 was er geen gebruik van geïntegreerd mediatypen in informatiediensten. Internet was niet langere een kopie van een boek met illustraties, een film met geluid en een radio-uitzending met aparte foto’s. De webbrowser schiep geheel nieuwe mogelijkheden dankzij de geïntegreerd mediatypen en het gebruik van interactiviteit.

Netscape Communicator Corp. was één van de eerste internetbedrijven, die in 1995 naar de beurs gingen. En een succes was het. Het bedrijf haalde miljoenen dollars binnen. Jim Clark had 5 miljoen US dollar in het bedrijf gestoken, maar verdiende er uiteindelijk meet dan 20 miljard US dollars mee.

Het bedrijf werkte gestaag door aan nieuwe versies voor de browser. De naam Netscape Navigator werd vanaf versie 4.0 veranderd in Netscape Communicator. En om de browser werd een heel pakket gebouwd met e-mail software en een newsfeed.  En voor paginabouwers werd de Composer toegevoegd.

Het succes ging niet onopgemerkt voorbij. Ook niet aan Microsoft. Het bedrijf had tot dan toe in feite zitten slapen. In mei 1995 schoot Bill Gates wakker en stuurde het Internet Tidal Wave memorandum naar de staf van Microsoft. Internet was van nu af van de hoogste prioriteit, want Netscape was bezig om aan de wortels van Windows te zagen. Eind augustus 1995 lanceerde Microsoft haar Microsoft Network (MSN). En intussen was Microsoft druk bezig om tegenwicht te bieden in de browsermarkt. Eerst probeerde Microsoft Netscape voor haar wagentje te spannen, hetgeen altijd is ontkend. Maar door een licentie op  Spyglass Mosaic kon Microsoft op 16  augustus snel Internet Explorer lanceren. Grote marketing truc van Microsoft was om de browser gratis te bundelen met Windows. De oorlog tussen Netscape en Microsoft was begonnen en werd tot op nationaal niveau gevoerd.

In een rap tempo nam het marktaandeel van Netscape af en in november 1998 nam de Amerikaanse online dienst AOL Netscape over voor 4,2 miljard US dollars. AOL gebruikte de browser voor haar eigen abonnees. Verder werd de broncode van Netscape Navigator vrijgegeven om herschreven te worden tot Mozilla Firefox.

Netscape ging een juridisch gevecht aan met Microsoft, vanwege oneerlijke concurrentie. Het bedrijf kreeg gelijk en ontving 500 miljoen US dollars als compensatie. Maar intussen was het marktaandeel van Internet Explorer gekomen op 90 procent. De laatste keer dat er iets van Netscape werd vernomen, was bij de introductie van Netscape versie 8.0. Maar het was geen succes en op 1 februari 2008 werd verdere ontwikkeling van Netscape stopgezet. In 2012 werden de patenten van Netscape door AOL verkocht aan Microsoft in een 1 miljard US dollars patentenpakket.

De oorlog tussen Netscape en Internet Explorer eind 1995 werd tot op nationaal niveau gevoerd, ook in Nederland en wel tussen Planet Internet en WorldOnline. Maar daarover in een volgend blog.



 

woensdag 23 januari 2013

Een boost voor het web: Mosaic (1)


Het is weer een kroonjaar in de geschiedenis van internet. Op 23 januari 1993 publiceerde het National Center for Supercomputing Applications (NCSA) van de University of Illinois de Mosaic browser. Het was het begin van webbrowsers die het mogelijk maakte informatie te vinden op het world wide web.
 
Om het probleem van vindbaarheid op internet op te lossen begon men in Europa en de VS gericht te zoeken naar oplossingen. In Europa zette de Brit Tim Berners-Lee, als onderzoeker verbonden aan het Europese laboratorium voor deeltjes onderzoek CERN (Centre Européen pour la Récherche Nucléaire) in Génève in 1989 het eerste voorstel voor een nieuw soort software op papier. Centraal in het voorstel stond het begrip van hypertext, een methode ontwikkeld door de Amerikaanse IT wetenschapper Ted Nelson, om stukken tekstuele informatie aan elkaar te koppelen in plaats van informatie lineair of hiërarchisch via boomstructuren te ordenen. Berners-Lee breidde in feite hypertext potentieel uit tot hypermedia via een hyperlink. Daardoor kon ook multimedia binnen het bereik van vindbaarheid komen. Zijn software had drie componenten: een opmaaktaal (HTML), een protocol (TCP/IP) en een webadres (URL) In 1990 was de eerste software en vanaf 6 augustus 1991 werd de World Wide Web browser verspreid.
 
In de VS, voornamelijk aan universiteiten, werden eveneens websoftware en webbrowsers ontwikkeld. Zo presenteerde begin 1990 de University of Michigan een vindsysteem onder de naam Gopher, waarmee documenten te lokaliseren waren. Met deze software, vernoemd naar een graafdiertje, konden informatieaanbieders hun informatie organiseren volgens een hiërarchie van onderwerpen. Gebruikers konden dan hun tekstdocumenten selecteren zonder dat zij de bestandsnaam hoefden te kennen.

Maar in 1992 begonnen twee ontwikkelaars, Marc Andreessen en Eric Bina aan de NCSA van de University of Illinois een grafische browser te ontwikkelen voor tekst, maar later ook voor tekst en grafische elementen zoals tekeningen, foto’s en video’s. Tot dan toe moest men grafische elementen met aparte software ophalen en nu zou dat binnen dezelfde browser gebeuren. De browser kreeg de werknaam Urbana-Champaign 0,5.

Toen de browser op 23 januari 1993 beschikbaar werd gesteld grepen niet alleen de wetenschappers de kans om hun documenten online te zetten, maar met Mosaic konden ook consumenten een website maken en pagina’s opmaken voor hun school of vereniging en over hun hobbies. In negen maanden tijd had de gratis browser Mosaic niet minder dan 1 miljoen gebruikers. Het was een absoluut succes.

Voorlopig was Mosaic nog wel tekstgeoriënteerd. Potentieel zou het grafische elementen aan moeten kunnen, maar dat moest nog wel even ontwikkeld worden. Maar bij de verdere ontwikkeling van Mosaic raakte het ontwikkelteam verstrikt in typische universiteitsproblemen. Marc Andreessen  mocht geen hoofd ontwikkeling worden. Dat was een tegenvaller voor hem en hij verliet de universiteit. Het was weliswaar het begin van het einde voor Mosaic, maar ook het begin van een andere iconische webbrowser, Netscape.








 

woensdag 16 januari 2013

De wereldapp van #WSAm. JIJ kunt hem meeselecteren. Stem op je favoriete mobiele app. Kies de wereldapp uit de 40 winnaars die werden gekozen uit de 435 inzendingen uit 102 landen.

donderdag 3 januari 2013

Met het boek op tafel


© RTL4, EditieNL, 2013

Gisteren - op mijn verjaardag - zond RTL4 in het oprogramma EditieNL een item uit over periodieke onthouding van sociale media. Daarin komt Jeroen van Loon voor, een winnaar van de European Youth Award (EYA) met zijn project Life needs internet.

Jeroen was social-mediaverslaafd. In 2010 besloot hij tot 2 maanden onthouding van internet. Hij kickte af en met succes. In het filmpje vertelt hij hoe dat ging.

In het filmpje ligt voor zijn computer een stapeltje boeken. Bovenop ligt Toen digitale media nog nieuw waren! Leuk verjaardagscadeautje.