dinsdag 19 februari 2019

De kapelaan op de bromfiets

Onlangs kreeg ik van de militaire vleugel van mijn familie een uitnodiging om van een rijsttafel te gaan genieten in de Kumpalan, het Indisch restaurant bij museum Bronbeek in Arnhem. Die uitnodiging bracht herinneringen terug aan de kerk, waar ik zestig jaar geleden misdienaar was. 

Lees het blog verder op Toekomst Religieus Erfgoed: bit.ly/2GR0y8n

maandag 4 februari 2019

Gemeente Almere ruikt aan virtueel erfgoed

Op 31 januari mocht ik in het Erfgoedhuis van de gemeente Almere een lezing gehouden onder titel Graven tussen enen en nullen. Tijdens het maandelijks Erfgoedcafé onder auspiciën van het gemeentelijk Bureau Archeologie en Monumenten worden lezingen gehouden over ondergrondse archeologie en bovengronds erfgoed. Ondanks dat Almere pas 42 jaar oud is, valt er te graven naar nederzettingen, schepen en vliegtuigen uit de tweede wereldoorlog. Bovengronds zijn er monumenten uit de pionierstijd in Almere Haven zoals het Politiebureau gebouwd onder architectuur van Rem Koolhaas, ligt er een haven voor varend erfgoed en wordt er gewerkt aan een plaats voor poldererfgoed zoals landbouwmachines. Maar heeft Almere ook virtueel erfgoed?

Deze vraag werd gesteld naar aanleiding van het 25 jubileum van de lancering van De Digitale Stad (DDS) in Amsterdam. Was er enige navolging in Almere? Zo ja, waren er nog enige overblijfselen zoals webpagina’s of moet er nog graafwerk worden gedaan à la het webarcheologisch project Re: DDS? 

Almere digitaal 
Graafwerk in de oude sites, Internet Archive en krantendatabank Delpher geven een aantal aanwijzingen. Het zoeken beperkt zich niet tot de gemeente Almere, maar breidt zich ook uit tot de regio Flevoland. In het Hack-Tic archief komt Flevoland in beeld in relatie tot DDS. Tijdens het zomerkamp van de Hack-Tic beweging in het Larserbos bij Lelystad ontmoeten mensen als Rop Gongrijp (Hack-Tic) en Felipe Rodriques (directeur XS4ALL) Marleen Stikker (de Balie) en wordt er het idee van DDS geboren.

Na de lancering van DDS schieten er digitale steden en dorpen evenals digitale regio’s uit de grond. Zo ook in Almere, waar in februari 1996 een groep vrijwilligers over Digitaal Almere praat. Er vormt zich een stichting met een bestuur en vanaf mei 1996 worden er internetpagina’s geproduceerd. In Internet Archive verschijnt de eerste pagina net voor het einde van het jaar en een tweede in januari 1997. De stichting Digitaal Almere bestaat nog, maar in verschillend gedaanten: dial.nl en blog.almere.nl.

Maar in de regio werd een ander plan uitgedacht: Flevonet. Deze digitale regio zou de steden in Flevoland zoals Lelystad, Dronten, Zeewolde en Almere omvatten. Via de krantendatabank Delpher was de lancering van het initiatief vast te stellen op maart 1996. De organisatie kreeg 350.000 gulden van de Europese Gemeenschap en beloofde gratis internet. Via Internet Archive was er een pagina van Almere op Flevonet te achterhalen. In september 1997 ging Flevonet ter ziele.

De digitale steden en digitale regio's kwamen en verdwenen weer. Ze kregen concurrentie van de dagbladen van Wegener en VNU, die ook een digitale-stadsconcept City Online uitprobeerden. En de gemeenten begonnen hun URL te claimen. In 1997 stelde de gemeente Almere haar URL zeker en begon met een gemeentelijke site. Internet Archive legde vanaf februari 1998 voor het eerst een pagina vast.Tot eind 2018 zijn er 777 pagina's vastgelegd. 

Digitaal erfgoed 
De speurtocht naar digitaal erfgoed in de gemeente Almere is begonnen. Het Stadsarchief was er eigenlijk al mee begonnen. Daar legt men periodiek internetpagina’s vast. Bovendien heeft Stadsarchief een databank Digitaal Erfgoed, waarin zowel digitaal geconverteerde documenten en foto’s als born-digital materiaal worden opgeslagen. 

Digitale transitie 
Toen het concept van Digitale Stad nog nieuw was, schreef Marleen Stikker in het voorwoord van het Handboek Digitale Steden: “In een digitale stad is het ‘publiek domein’ het leidende beginsel. Free-nets en digitale steden zijn systemen die de burgerij, maatschappelijke organisaties en het midden- en kleinbedrijf een stoel op de eerste rij verschaffen. Een digitale stad is laagdrempelig en geeft een mogelijkheid om te experimenteren en zonder veel investeringen ervaring op te doen met nieuwe technologie. Niet alleen kunnen burgers op deze wijze worden voorzien van een toegang tot de informatie-infrastructuur, ook kunnen er nieuwe markten worden verkend en ontwikkeld”.

Na Digitaal Almere en Almere/Flevonet begon de gemeente Almere haar eigen informatievoorziening. Maar na 25 jaar is het begrip digitale stad geëvolueerd. Hield De Digitale Stad zich bezig met de publieke ruimte en digitale informatie, nu houdt Almere zich als gemeente bezig met Smart City. In november 2013 is het initiatief NL-Smart-Cities binnen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gestart, waarbij de initiatiefnemers het concept Smart Cities als kans zien om maatschappelijke opgaven in stedelijke gebieden aan te pakken en de economische concurrentiekracht te vergroten. Men ziet de explosieve groei in stedelijke regio’s als een belangrijke drijver om de ontwikkeling in lokale informatie- en communicatietechniek te sturen en te gebruiken om lokale vraagstukkenzoals congestie, vergrijzing, armoede, leegstand, slechte luchtkwaliteit en gespannen sociale verhoudingen op te lossen.

Intussen heeft Almere een directeur van de gemeente eenheid Digitale Stad en Innovatie. Almere geeft als eerste stad de digitale transitie een plaats in de concerndirectie en loopt daarmee vooruit. In de eigen woorden van de nieuwe directeur dr. Frans Jorna: “De systeemsprong die Almere doormaakt is dé kans om digitale innovatie voor en vanuit een stad vorm te geven. Het ‘Internet of Things’, big data, virtual reality en blockchain maken het mogelijk de kennis en kunde en het realisatievermogen van de inwoners van Almere en haar bedrijven heel direct te betrekken bij de opgaven van de stad”.