Nachtradio is
interessant. Recentelijk was er een uitzending over CD-i en vandaag was er een
uitzending van de EO over de Digitale Stad. De burgemeester van De Digitale
Stad (DDS), Marleen Stikker was aanwezig en luisteraars konden inbellen en vertellen
over hun ervaringen met internet. Een directe aanleiding voor de het onderwerp was er niet, maar dat was er ook niet voor de uitzending over CD-i, de interactieve CD met spelletjes, films, encyclopedieën, opera's, gekoppeld aan de televisie, een uitvinding van Philips. DDS viert pas in januari 2014 haar lancering van 20 jaar geleden. Maar elke uitzending over DDS is goed, want dan blijft DDS in het collectieve geheugen hangen als de poort naar internet voor consumenten.
De twee-uur
durende uitzending bevatte geen verrassingen noch van de interviewer,
geinterviewden of inbellers. Verrassend was wel de uitzending begon met
internet en eindigde met internet. Met geen woord werd gesproken over
pre-internet; alsof er voor 1993 geen
online diensten zoals ASCII diensten, videotex, Bulletin Board Systems en berichtendiensten
waren. De conclusie blijft duidelijk: er waren twee verschillende werelden. En die
waren er natuurlijk ook. De internetters kwamen uit de academische wereld en de
andere onliners zaten in de zakelijke dienstverlening, waren consumenten of computer
amateurs. Voor degenen die de uitzending gemist hebben is hier een korte
samenvatting van het project De Digitale Stad uit mijn boek Toen digitale media nog nieuw waren - Pre-internet in de polder (1967-1997). Uiteraard is de hele
uitzending te beluisteren via Uitzending Gemist.
Hoewel XS4ALL vanaf 1 mei 1993 abonnementen op internet
aan consumenten aanbood, maakte Nederland pas echt kennis met het nieuwe
fenomeen vanaf januari 1994. Op de 15de van die maand werd in het zaterdag nieuws De Digitale Stad aangekondigd via een interview met Fred de Graaf en Marleen Stikker. Op maandag 17 januari opende DDS haar poorten, een
project van het politiek-cultureel centrum De Balie en xs4all, naar het voorbeeld
van de Free-Nets in Noord-Amerika. Aanleiding waren de
gemeenteraadsverkiezingen in het voorjaar van 1994. Behalve via de plaatselijke
televisie-, radio- en gedrukte media, zou via DDS een
publieksdebat plaatsvinden. De metafoor van een virtuele stad werd gekozen om
het karakter van het publieke domein van DDS te benadrukken. Na eerst tekstuele
informatie- en communicatiediensten aangeboden te hebben, werd op 15 oktober 1994
overgegaan naar een grafische interface op het World Wide Web.
De organisatie
kreeg geld van de gemeente Amsterdam voor het opzetten van een site. Om het
debat in forums aan te wakkeren was er natuurlijk publieke belangstelling
nodig. En die kreeg DDS op radio en televisie en in de schrijvende pers.
Marleen Stikker werd de virtuele burgemeester van DDS en stond de media te woord.
En aan de poorten stonden duizenden potentiële internetters van buiten
Amsterdam te dringen om via een inbelverbinding toegang te krijgen tot DDS. Na
zes weken telde het project al meer dan tienduizend geregistreerde gebruikers.
Niet alleen internetaanbieder XS4ALL was verrast door de belangstelling, maar
ook lijnenboer PTT Telecom.
Na het project moest DDS zich als stichting inschrijven
bij de Kamer van Koophandel om haar diensten te kunnen blijven aanbieden. Maar
het laatste bleek moeilijker te zijn dan gedacht, want er verschenen
commerciële kapers op de kust. Desondanks is DDS tot 2000 een stichting
gebleven; in dat jaar werd besloten over te stappen naar de rechtsvorm van een
besloten vennootschap. Hoewel DDS eigenlijk een politieke discussieplaats wilde
zijn, toonde het aan dat er in Nederland bij particulieren grote behoefte
bestond aan toegang tot internet. DDS werd in 2000 via een management buy-out
van het faillissement gered, maar als ISP was ze een kleine, onbelangrijke
speler op de markt geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten