zondag 26 augustus 2012

Neil Armstrong naar de maan dankzij online research

Astronaut Neil Armstrong, die op 25 augustus 2012 op 82-jarige leeftijd overleed, zette als commandant van de Apollo 11 op 21 juli 1969 als eerste mens zijn historische stap op de maan. Hij sprak hierbij de gevleugelde woorden: "That's one small step for man, one giant leap for mankind". En dit was een grote vlucht vooruit, die mede te danken was aan het opstarten van online wetenschappelijk onderzoek.

Race naar de maan
De landing op de maan was het resultaat van een lange politieke race tussen de VS en Rusland. Op 21 mei 1961 kondigde president John F. Kennedy aan, dat de Amerikanen naar de maan zouden gaan en een Amerikaan op de maan zouden zetten en weer veilig terug naar de aarde zouden brengen. De achtergrond hiervan lag in de achterstand die de Amerikanen hadden opgelopen in de ruimterace. De Russen hadden in 1957 de Spoetnik in de ruimte gebracht en in april 1961 werd tot grote verlegenheid van de Amerikanen Yoeri Gagarin de eerste mens/Rus in de ruimte. Het zou een project worden van de afmetingen van het graven van het Panamakanaal en het ontwikkelen van de atoombom, het Manhattan project.

Online
Maar om het project op gang te brengen was een meer efficiënt management van wetenschappelijke en technologische informatie nodig. President Kennedy stelde in 1962 een adviescommissie in, onder voorzitterschap van Alvin M. Weinberg. Deze leverde binnen enkele maanden een rapport af: Science, government, and information: the responsibilities of the technical community and the government in the transfer of information (1963). Op 10 januari 1963 gaf president Kennedy een verklaring uit, waarin hij liet weten dat coördinatie van de wetenschappelijke en technische informatie een absolute noodzakelijkheid was. Het rapport leidde inderdaad tot coördinatie in het verzamelen van wetenschappelijke gegevens, bijvoorbeeld de databank Medlars (Medical Literature Analysis and Retrieval System ) en het informatiebestand inis (International Nuclear Information System). Behalve een betere coördinatie van informatie bracht het rapport de ontwikkeling van online in een stroomversnelling. Het ruimtevaartbedrijf NASA en de vliegtuigbouwer Lockheed gingen zoeken naar nieuwe methoden om belangrijke wetenschappelijke en technische literatuur sneller en vollediger toegankelijker te maken met behulp van een computer.
Zo werden bij de NASA en wetenschappelijke instellingen als de National Library of Medicine al samenvattingen van wetenschappelijke en technische artikelen vervaardigd voor gedrukte, zogeheten ‘abstract magazines’. De ponsbanden met de tekstbestanden werden in de computer van de instelling ingevoerd en de tekst op een opslagmedium opgeslagen. Vervolgens werden de bestanden met de samenvattingen geïndexeerd en uiteindelijk aan literatuuronderzoekers ter beschikking gesteld. Een medewerker van de instelling, die informatie zocht, kon via een toetsenbord trefwoorden intoetsen, waarna in de indexbestanden van de computer werd gezocht naar een literatuurverwijzing bij het trefwoord. Het resultaat van de zoekactie werd vervolgens ter controle naar een terminal (zonder geheugen) gestuurd of ter raadpleging naar een printer.
De stap van lokale raadpleging naar raadpleging op afstand was slechts een logisch vervolg. Onderzoekers op afstand wilden bij hun onderzoek graag gebruik maken van deze bestanden met geautomatiseerde zoekmogelijkheden.
De eerste experimenten met interne online-informatiediensten dateren van vóór 1966, met schakelingen tussen computers die op dezelfde locatie stonden. Een experiment met een extern telecommunicatienetwerk vond plaats in 1966. Marill and Roberts koppelden toen een computer van het Lincoln-laboratorium met een computer van System Development Corp. (SDC), onderdeel van de denktank RAND. Op basis van deze experimenten werd in 1967 met Lockheed een contract gesloten voor het beheer en de bedrijfsdistributie van het NASA-bestand. Lockheed had voor dit informatiesysteem zoeksoftware ontwikkeld onder de naam Dialog.
Maar ook SDC ontwikkelde in 1968 een zoeksysteem en demonstreerde het principe ervan met de databank ERIC, een bestand met samenvattingen van onderwijsartikelen. In 1969 presenteerde SDC een zoekprogramma onder de naam Elhill en paste dit toe op een databank met 150.000 artikelen over de ziekte van Parkinson.

Carlos Cuadra (links) en Roger Summit (rechts), de pioniers van commerciële online zoekdiensten, spelen samen piano tijdens een diner ter gelegenheid van een Online Conferentie in Londen

De commerciële haalbaarheid van online-diensten leek door deze technische ontwikkelingen binnen het bereik van bedrijven te komen. Maar was er voldoende markt voor? In 1972 deed Carlos Cuadra, directeur van SDC, er onderzoek naar. Van de 7000 verstuurde enquêteformulieren kreeg hij er slechts 72 terug. De boodschap leek duidelijk: er was geen markt voor online-diensten. Desondanks zag hij met lede ogen hoe zijn concurrent Roger Summit, directeur van Lockheed-zoekdiensten, de online-dienst Dialog commercieel begon aan te bieden met bestanden als NASA Recon, Nuclear Science Abstracts, ERIC en Pandex. Dialog werd de eerste commerciële, niet-overheidsdienst. Uitgedaagd door Lockheed ging ook SDC in 1973 op de commerciële toer met SDC Orbit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten