Vanavond werd op Catawiki een Silent 765 computer terminal van
Texas Instruments uit 1976 geveild en het kavel bracht 172 euro op. Volgens de begeleidende
beschrijving was hij in goede conditie, getest en nog steeds werkend.
Het begrip bubble geheugen , een nieuwe vorm van vluchtige solid - state geheugen , werd eerst geïntroduceerd door in 1967 terwijl het werken bij Bell Telephone Laboratories.
Deze data-terminal functioneert vanzelfsprekend volledig.
De verkoper gaf
de volgende informatie mee over het apparaat:
De Silent 700 was een lijn van draagbare computer
terminals vervaardigd door Texas Instruments in de jaren 1970 en 1980. Silent
700s bedrukt met een dot-matrix verwarmingselement op een rol van
warmtegevoelig papier. De TI Silent 765 is uitgerust met het toen revolutionaire
“Bubble “memory. Het begrip bubble geheugen , een nieuwe vorm van vluchtige solid - state geheugen , werd eerst geïntroduceerd door in 1967 terwijl het werken bij Bell Telephone Laboratories.
Bubble geheugen begon als een veelbelovende nieuwe
technologie voor gegevensopslag in de jaren 1970. Bubble geheugen is een type niet-vluchtig geheugen
voor de computer die een dunne film van een magnetisch materiaal gebruikt om
kleine gemagnetiseerde gebieden, bekend als bellen of domeinen te produceren.
Elke bubble kan één databit opslaan.
Deze Silent 765 bevat 24kb aan bubble geheugen en
heeft een auditief modem van 300 baud, voorzien van twee gehoorschelpen die
over de hoorn van het telefoon toestel pasten. Deze data-terminal functioneert vanzelfsprekend volledig.
Het apparaat riep
bij mij nostalgische gevoelens op. Het apparaat stamt uit 1976. Het was de tijd
waarin de juridische uitgeverij van het Kluwer concern begon te werken aan zijn
Juridische Databank. Uitgever Kluwer Rechtswetenschappen was een van de eerste
particuliere bedrijven, die een eigen Nederlandse online-dienst ging opzetten.
De top van Kluwer Rechtswetenschappen had al in 1975 in de VS
rondgekeken en daar de juridische informatiediensten van Mead Data Central en
West Law bezocht. Kluwer kon niet achterblijven met een online-dienst, zo
luidde de conclusie. Maar tegelijkertijd was de vraag hoe een dergelijke dienst
ooit rendabel was te maken in een klein land als Nederland. Zonder die vraag te
kunnen beantwoorden, begon het uitgeversbedrijf in 1975 serieus aan het project
Juridische Databank. Met een Bull-computer ging men in 1976 van start. Daarop
draaide de software Status, ontwikkeld door het Brits nucleair laboratorium in
Harwell. Status was een zogeheten full-text retrieval pakket, waarmee men op
willekeurige woorden in een bestand kon zoeken. Maar eerst moesten zetbestanden
worden ingevoerd en dat was nog een heel karwei aangezien veel van die
zetbestanden niet opgeschoond waren en tikfouten bevatten.
Vanaf 1977 begon
Kluwer met het geven van demonstraties aan (semi-)overheden en
advocatenkantoren. Met een terminal vergelijkbaar met het geveilde exemplaar demonstreerden
Cor Verschoor en Jaap van Beelen de databank bij de overheid en
advocatenkantoren.
De terminal had geen beeldscherm, maar werkte op papier. De snelheid tussen de gastheercomputer (host) en de terminal bedroeg 300 baud (ca. 1200 bits per seconde). Het zoekprogramma werkte met commando's (>>). Een zoeker moest dus wel kennis hebben van de juridische materie, de opbouw van de databank, de commandostructuur en vraagstructuur (Boolean operators zoals AND, OR, PLUS of de gebruikte symbolen zoals + en haakjes). In die tijd waren zoekers ware terminalmachinisten. Aangezien er betaald werd per aangesloten periode voor de databank en de telefoon, moest een zoeker in zo kort mogelijk tijd het antwoord zien te vinden.
De terminal had geen beeldscherm, maar werkte op papier. De snelheid tussen de gastheercomputer (host) en de terminal bedroeg 300 baud (ca. 1200 bits per seconde). Het zoekprogramma werkte met commando's (>>). Een zoeker moest dus wel kennis hebben van de juridische materie, de opbouw van de databank, de commandostructuur en vraagstructuur (Boolean operators zoals AND, OR, PLUS of de gebruikte symbolen zoals + en haakjes). In die tijd waren zoekers ware terminalmachinisten. Aangezien er betaald werd per aangesloten periode voor de databank en de telefoon, moest een zoeker in zo kort mogelijk tijd het antwoord zien te vinden.
Uitgeverij Kluwer
had de productie en exploitatie van juridische databanken ondergebracht in het
bedrijf Kluwer Datalex. Op 1 april 1980 was het bedrijf zo ver dat de
exploitatie van de online-dienst kon beginnen.
Kluwer zou daarmee de eerste commerciële onlinedienst in Nederland leveren. Bij
deze uitgeverij was men zich ervan bewust dat de invoering van de
informatiedienst een kwestie van lange adem zou
worden en vroeg om een kostbare klantenbegeleiding. De vooruitzichten waren
desondanks goed. De doelgroep was breed, met klanten bij de overheid, bij
juridische afdelingen van bedrijven en
advocatenkantoren. Directeur Caf van Kempen rekende in 1981 in Boekblad voor:
‘Er zijn iets meer dan 4000 advocaten, verdeeld over zo’n 1200 kantoren. Dat
betekent per aansluiting een veelvoud van gebruikers’. Bovendien gokte de
uitgever – terecht naar later bleek – op een overbrugging van de
generatiekloof. In 1985 werden de investeringen voor de ontwikkeling van Kluwer
Datalex ter grootte van 12 miljoen gulden (5,5 miljoen euro) in één keer
afgeboekt.
Update 10 april 2015 om 14:45 uur GMT
Update 10 april 2015 om 14:45 uur GMT
Geen opmerkingen:
Een reactie posten