Van lokale teletekst naar kabelkranten
Vanaf 1970 konden gemeenten of woningcorporaties machtigingen krijgen voor
kabelnetwerken; dit ter voorkoming van horizonvervuiling met de wouden met
televisieantennes op daken. Deze netwerken schiepen nieuwe mogelijkheden zoals
uitzendingen van buitenlandse publieke en commerciële omroepen (BBC en Sky) en later
ook betaalzenders. Maar ook konden televisie en radio uitzendingen van lokale
omroepen gedistribueerd worden.
©Museum Beverwijk (l); Jos Jongerius
Op de golf van het succes van Teletekst, kwamen er kabelkranten. Deze multimedia producties werden al dan niet met krantenuitgevers samengesteld. Met name regionale krantenuitgevers zoals Wegener organiseerden kabelkranten in hun verspreidingsgebied met lokale redacties en centrale advertentiewerving. De kabelkranten werden op een eigen kanaal uitgezonden, bevatten lokaal nieuws en reclame en werden na een kwartier of twintig minuten, al dan niet geactualiseerd herhaald.
Aanvankelijk was de techniek gebaseerd op die van teletekst, maar door het
digitaliseren van de netwerken werd het mogelijk om nieuwe designtechnologieën
te gebruiken. Dit werd met name interessant voor adverteerders, die zo foto’s
en video’s konden gebruiken.
Maar met de opkomst van internet liep de belangstelling
voor kabelkranten terug. Zo liep het aantal kabelkrantaanbieders liep tussen
2000 en 2004 terug van 160 naar 85. Met projecten voor lokale
internetproducties zoals De Digitale Stad, City Online en nu Dichtbij hebben
uitgevers meer redactionele en technische mogelijkheden. Deze formule voor
lokale producties zijn echter nog geen garantie voor commerciële
levensvatbaarheid gebleken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten