zaterdag 23 augustus 2014

Bevroren online: CD-interactive (7)

Terwijl CD-ROM voet aan de grond kreeg, waren er uit de hoek van Philips tweeslachtige geluiden te horen. Enerzijds steunde Philips CD-ROM, anderzijds kondigde Philips Research een eigen, ander formaat aan: de Compact Disc interactive (CD-i). Op een CD-i schijf konden net zoals op CD-ROM gecombineerde digitale stromen van tekst, beeld en geluid worden opgeslagen, maar bij CD-i gebeurde dit onder en ander formaat. Bovendien moest de CD-i op een specifieke CD-i speler worden afgespeeld. CD-i moest een huiskamerproduct worden, dat afgespeeld kon worden op televisie en de voorbespeelde videobanden zou moeten vervangen.  

Het CD-i project wilde aanvankelijk niet vlotten. Daarin kwam verandering toen Philips topman Jan Timmer in 1988 de Belg Gaston Bastiaens, destijds directeur van Philips Hasselt, benoemde tot general manager van de multimediadivisie. Het duurde echter nog drie jaar voordat Jaap Timmer de CD-i in 1991 in New York kon lanceren. Philips had geen andere elektronicafabrikant van consumentenproducten kunnen overtuigen van interactiviteit via de televisie en moest het CD-i avontuur alleen aan. Bovendien werd het feestje op voorhand bedorven door Bill Gates van Microsoft, die stelde dat CD-i geen enkele kans had op de Amerikaanse markt. En voor de verandering kreeg hij eens gelijk. 

In Nederland werd CD-i in 1992 gelanceerd. Maar zelfs binnen Philips was men niet overtuigd van het succes. CD-i kwam namelijk niet in een maagdelijk gespreid bedje terecht. Er was concurrentie aan alle kanten. Hardwarefabrikanten en CD-ROM productiebedrijven hadden net de MPC standaard neergezet en de eerste multimedia titels op CD-ROM kwamen op de markt. Anderzijds kreeg Philips concurrentie van het internationale consortium 3DO met krachtige partijen als AT&T, Sanyo, Panasonic, Toshiba, Samsung en Matshusita, ex-partner van Philips in CD-i. Microsoft kondigde samen met Zenith het multimediasysteem VIS (Video Information System) aan, maar bracht het apparaat nooit op de markt. Verder werkten de spelletjesmakers Sega en Nintendo aan spelcomputers en kwam collega Sony in 1994 met Playstation op de markt.
 
Philips had geen duidelijke positionering voor CD-i. Tijdens de ontwikkelingsfase werd daar wel over nagedacht. CD-i was wel ontworpen voor thuisgebruik en dat werd vertaald naar producten voor de consumenten markt, in feite de oude Laserdiscmarkt. Aan de consumentenkant zou gemikt moeten worden op audio- en videoproducten én spelletjes én entertainment. CD-i zou ook de institutionele markt terechtkomen, maar dan voor opleidingen, voorlichting en reclame Deze ambigue positie werd pas verlaten toen Bastiaens de koers verlegde en van CD-i naast alle andere toepassingen een filmmedium wilde maken, gebaseerd op de beeldcompressiestandaard MPEG1. Bij Philips vatte de opvatting post, dat CD-ROM onderdeel was van een pc op de studeer- of slaapkamer en CD-i van het televisiesysteem in de huiskamer. Bij de cd-rom zat men achter de computer en bij de CD-i zat men vóór de televisie.

De ontwikkeling van titels voor CD-i
Philips had al snel begrepen dat het bedrijf niet alleen van de CD-i hardware kon leven. Het bedrijf zette dan ook een eigen uitgeverij op voor de ontwikkeling en distributie van titels, die in nauw overleg zou gaan werken met ontwikkelaars en andere uitgevers. De uitgeverij kreeg daarbij steun van het ministerie van Economische Zaken en de Europese Commissie.

 
 
 
 
 
(lboven)  Proefproductie van de Kabouters van Rien Poortvliet (© foto Collection Jak Boumans, CD eigendom Collection Jak Boumans); (rboven) Spel CD-i Dimo's Quest (© foto Collection Jak Boumans, CD eigendom Collection Jak Boumans)
(lmidden) Nieuws CD-i: Dit was 1994 (© foto Collection Jak Boumans, CD eigendom Collection Jak Boumans); (rmidden) Tatjana (© foto Collection Jak Boumans, CD eigendom Collection Jak Boumans)
(londer) Denkend aan de Dapperstraat (© foto Collection Jak Boumans, CD eigendom Collection Jak Boumans); (ronder) Rembrandt (© foto Collection Jak Boumans; CD eigendom Collection jak Boumans)

Ten aanzien van de titelontwikkeling van CD-i volgde de nieuw opgezette elektronische uitgeverij Philips Media een zigzag koers. De positionering van het medium in de consumentenmarkt was onduidelijk. Het aanbod ging van eenvoudige kinderpuzzels tot spellen voor volwassenen, van educatieve titels tot encyclopedieën en van geïllustreerde audio-platen tot films. In 1994 verspreidde Philips samen met de boekhandelaren tijdens de Boekenweek een CD-i onder de titel Denkend aan de Dapperstraat, in een oplage van 33.000 exemplaren. De schijf werd aangeprezen met de slagzin: Met interactieve toevoeging – De cd wordt CD-i. De schijf kon op een audio cd-speler worden afgespeeld, zodat men naar de 16 liederen kon luisteren, maar voor het bekijken van de drie videofragmenten en het zoeken in het interactief lexicon met beschrijvingen van 75 dichters was een CD-i speler nodig. Een vergelijkbare actie werd gevoerd tijdens de Platenvierdaagse in 1994, toen een half miljoen CD-i schijven met muziek clips verspreid werden via 100 platenzaken.
 
Met CD-i probeerde Philips alle consumentensegmenten te bedienen. Daarmee had het de fabrikanten van spelcomputers als concurrenten, maar ook de producenten van multimedia cd-roms. Philips kreeg vanaf 1993 alleen een tijdelijke voorsprong bij cd-Video. Op twee video CD-i schijven kon een hele film worden ondergebracht. Maar de filmwereld was nog niet toe aan deze distributievorm, vanwege de kwaliteit en de beveiliging. Wel werden CD-i schijven  geproduceerd met clips zoals Secrets of Tatjana en Pavarotti & Friends.

Philips had al snel door dat de productie van CD-i titels kostbaar was en concludeerde dat er naast CD-i ook CD-ROM versies van een titel verkocht moesten worden zoals o.a. is gedaan met de Interactieve Encyclopedie.



 

(l) Interactieve Enclopedie (© foto Collection Jak Boumans; CD eigendom Collection Jak Boumans); (r) Interactive Anatomy, CD-i en CD-ROM versies (© foto Collection Jak Boumans; CD eigendom Collection Jak Boumans)

In het professionele segment pakte CD-i wel een plaatsje, dat was opengelaten door de Laserdisc. Elsevier Science bracht een anatomische atlas uit. De uitgeverij, die wereldwijd opereert, was niet zeker over het format en publiceerde voor de zekerheid dezelfde titel ook op cd-rom. Politieambtenaren werden getraind met Politiebevoegdheden, een serie van vijf CD-i's geproduceerd door Circon. Schiphol en Shell kozen het format om functionarissen te trainen in veiligheidsregels. Het leermiddelenbedrijf VEKA liet de toepassing van de rijexamenschijf produceren. Maar ook voorlichting gebruikte de CD-i. Het Tilburgse ziekenhuis presenteerde zich via een CD-i aan de patiënten. In het opleidingssegment is CD-i met name vanwege de mogelijkheden van bewegende beelden en interactiviteit tot lang na het einde op de consumentenmarkt operationeel gebleven.

CD-i werd geïntroduceerd op de markt tussen het breukvlak van online en offline. Dit leidde tot combinaties van CD-Media en online zoals ASCII databanken, videotex en internet. Het voordeel was dat multimedia was vast te leggen op CD-media en de veranderlijke informatie online. Het was dan ook niet verwonderlijk dat Philips in 1992 ging samenwerken met het Amsterdamse bedrijf CDMATICS om TeleCD-i, ook TeleCD genoemd, te ontwikkelen. De CD-i speler werd hierbij gekoppeld aan een netwerk, die de datacommunicatie regelt en een rijke-mediapresentatie mogelijk maakt. De grootgrutter Albert Heijn met James thuisservice in Haarlem en Amsterdam en het verzendhuis Neckermann Shopping waren de eerste gebruikers van het thuiswinkelsysteem. CDMATICS ontwikkelde ook software voor de multimedia industrie voor het implementeren van toepassingen met TeleCD-i.

CD-Online demonstratieschijf (© foto Collection Jak Boumans; CD eigendom Collection Jak Boumans)

In de hekgolf van het succes van internet probeerde Philips Media in 1995 nog CD-i On-line voor consumenten op te zetten, een combinatie van een CD-i speler met modem. Maar het bleek trekken aan een dood paard. Eind 1996 verklaarde toenmalig directeur Cor Boonstra CD-i voor mislukt, hief de uitgeverij en hevelde de distributie van CD-i  titels over naar het Franse bedrijf Infogrames, waarin Philips een aandeel in had. In Nederland werden de magazijnresten uitgebaat door de Multi Media Gold Club van het bedrijf Bookmark. Voor het Sinterklaas- en Kerstseizoen presenteerde de Club een scala aan aanbiedingen: meer dan 20 nieuwe CD-i titels, gratis titels, 50 titels in prijs verlaagd, extra decemberkortingen en het onvermijdelijke cd On-line abonnement. Alles bij elkaar was er een CD-i catalogus van 500 titels, waaronder ruim 125 films.
 
Cover management Team (© foto Collection Jak Boumans; tijdschrift eigendom Collection Jak Boumans)

CD-i had een Neerlands Trots product moeten worden, dat in feite geen negatieve publiciteit duldde. Het begin van het einde van CD-i werd in januari 1995 ingezet met een artikel in Management Team: Philips invents for who?; CD-i: ook het derde paradepaardje struikelt van de hand van Ton Smit en Erica Verdegaal. In het artikel constateerden de auteurs dat de markt van CD-ROM schijfjes elf keer zo groot was als die van CD-i; bovendien werd de CD-i branche gedomineerd door één leverancier, die hardwareleverancier en uitgever was: Philips. Het artikel raakte duidelijk een open zenuw bij de onderneming, aangezien er gedreigd werd met juridische acties, die echter nooit volgden. Ook kwam er nooit verzoek tot correctie.

Het CD-i avontuur op de consumentenmarkt was ten einde. De strijd om de huiskamer was gestreden. De technische ontwikkeling had ruim een half miljard dollar gekost. Eind 1993 werd 21 miljoen dollar besteed aan een reclamefilmpje voor de Amerikaanse markt en in 1994 nog eens 15 miljoen dollar voor de promotie. Maar het mocht allemaal niet baten. Nog voor de eeuwwende werden de laatste sporen van CD-i uitgewist en was CD-i vervangen door de Digital Video Disc (DVD), waarvoor de specificaties eind 1995 gereed waren.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten