donderdag 26 april 2012

De Aesthedes ontwerpcomputer

De ontwerpcomputer Aesthedes met een concept van het logo Total Design

Het Hilversumse bedrijf Claessens Product Consultancy lanceerde in 1982 de Aesthedes ontwerpcomputer. Het was het eerste grafische werkstation waarbij een vormgever zonder tussenkomst van technici digitaal kon ontwerpen. Bijzondere Collecties over de computer:
De Aesthedes was in zijn tijd al een legendarische machine. Weinig bedrijven konden de kapitale aanschafprijs van de computer betalen. Dit maakte de Aesthedes tot een ware bezienswaardigheid. Met de opkomst van de Apple Macintosh II eind jaren tachtig verdween de Aesthedes uit beeld.

De Aesthedes was voorzien van tien microprocessoren, en de drie 20 inch beeldschermen konden 16 miljoen kleuren weergeven. In Nederland werd de Aesthedes onder meer aangeschaft door uitgeverij Sdu. Grafisch ontwerper Jaap Drupsteen gebruikte de Aesthedes om een deel van het 25-guldenbiljet te ontwerpen. Ook werd het systeem gebruikt voor het ontwerpen van nieuwe etiketten voor Heineken bierflesjes. Het basissysteem kostte in 1985 bijna 90.000 Britse pond.

Volgens Bijzondere Collecties is het bijzonder dat de computer tentoongesteld kan worden, omdat de grote computer meestal op de schroothoop eindigde. De Aesthedes is tot en met 13 mei te zien in de tentoonstelling The printed book.

Het naastgelegen UvA ErfgoedLab besteedt ook aandacht aan de mythische computer en verzamelt zo veel mogelijk verhalen, artikelen en foto's die te maken hebben met de Aesthedes. Wie zijn of haar eigen ervaringen wil delen met het UvA ErfgoedLab kan mailen naar aesthedes@uvaerfgoedlab.nl.

Bronnen: Persbericht en Wikipedia

zondag 22 april 2012

This weblog posting serves as referral point to articles or miniseries relating to cyberhistory. Interested bloggers can establish links or request links to their blogs. Watch the dates of the items.

1. History of YouTube
Type of article: article related to YouTube history clip; article published on May 18, 2007.
Link: History of YouTube

2. Internet kills Teletext UK
Type of article: article and illustrations, published on 16 December 2009
Link: Internet kills Teletext UK



3. The Netherlands: 20 years connected to the internet
Type: article plus illustration, published on 17 November 2008
Link: The Netherlands: 20 years connected to the internet

 4. Teleportation on TV
Type: article plus movie (source CNN), published on 8 November 2008
Link: Teleportation on TV

 5. Laptop celebrates 40th birthday
Type: article published on 7 November 2008
Link to article: Laptop celebrates 40th birthday

 6. Pre-internet
Type: mini-series of articles starting 9 September 2008
Link to the article: Pre-internet

7. The last days of Planet.nl
Type: article published on July 2, 2008
Link to the article: The last days of Planet.nl

8. Computer music
Type: article published on June 22, 2008
Link to the article: Computer music from 1951

 9. Ananova, the talking head
Type: article published on October 30, 2007
Link to related article: Remembering Ananova

10. Compact disc: happy 25th anniversary
Type: article, published August 17, 2007


11. 2,5 million NL domains
Type: article, published on August 14, 2007


12. Retro gadgets
Type: article, published on August 11, 2007


13. First multimedia show on earth: Poème Electronique (1958)
Type: article, published on August 10, 2007


14. My museum of content related artefacts
Type: mini-series of 25 instalments, starting July 31, 2007


 15. 30 Years online industry
Type: article published on January 2, 2007


16. Of e-Books and digital paper
Type: mini-series of 18 instalments, starting July 26, 2006


17. Domain .nl 25th anniversary
Type: article, published on April 25, 2006



18. 25 Years Online in the Netherlands: A Compact History in 25 instalments
Type: mini-series of 25 instalments, starting July 31, 2005


Source: Weblog -museum (http://weblogmuseum.blogspot.com)


donderdag 19 april 2012

Britse Teletekst gaat uit de lucht

In Groot-Brittannië is begonnen met de grote overschakeling van analoge naar digitale televisie. Een van de slachtoffers is de dienst Teletext van de BBC. Deze is nu uitgeschakeld in Londen, daarna volgt Tyne Tees en het zuid-oosten van Engeland en op 24 oktober als laatste gebied Noord-Ierland. Met deze verandering komt een einde aan een dienst van 38 jaar.

Teletekst ontstond uit een vroege computerontwikkeling met een centrale computer en een terminal, in 1970 nog een toetsenbord en later een dom scherm. In plaats van voort te borduren op domme beeldschermen, werd gekeken naar een tekstsysteem op een televisie. Het Amerikaanse bedrijf RCA ontwikkelde een systeem Homefax, dat in 1971 experimenteel werd getest samen met Mitre Corp. Maar RCA werd in haar ambitie voorbijgestreefd door een ontwikkeling in Europa. De Britse omroep BBC liet weten dat het een systeem had ontworpen om nieuws in tekstvorm via een aangepaste televisie te verzenden, zonder dat het programma dat werd uitgezonden onderbroken hoefde te worden. Daarnaast kon het systeem tekstpagina’s koppelen aan televisieprogramma's voor ondertiteling of vertaling.

Op 14 december 1970 legde de BBC het concept van dit systeem vast in een intern memo en op 9 februari 1971 werd een patent aangevraagd op de nieuwe technologie die Teledata werd genoemd. De BBC kondigde op 23 oktober 1971 het komende televisietekstsysteem aan en gebruikte daarvoor de naam Ceefax (see facts). Proefuitzendingen vonden plaats vanaf 1974 en in 1976 startte de BBC met een officiële Ceefax-redactie. Het aantal aangepaste tv-toestellen steeg in Groot-Brittannië van 10.000 in 1978 tot 40.000 in 1980. De commerciële tv was er ook snel bij en begon in april 1973 met een teletekstdienst onder de naam Oracle (Optical Reception of Announcements by Coded Line Electronics). Beide diensten brachten het weerbericht, beurskoersen, en nieuws- en sportberichten. In 2002 werd Oracle van televisie gehaald wegens de concurrentie van internet. Nu is Ceefax aan de beurt.

Het Britse teletekstsysteem kreeg navolging in een reeks andere landen, waaronder Duitsland, Vlaanderen, Zweden, Denemarken, Oostenrijk, Australië en Hongkong. In die reeks hoort ook Nederland, waar de omroep vanaf 1976 al keek naar de BBC dienst Ceefax en deze invoerde op 1 april 1980. Frankrijk ontwikkelde een eigen systeem onder de naam Antiope (Acquisition Numérique et Télévisualisation d’Images Organisées en Pages d’Ecriture).

Teletekst is tot nu toe de dinosauriër van de nieuwe media. In Groot-Brittannië was de dienst 38 jaar actief. In Nederland is de dienst al 32 jaar actief. Het technische verschijnsel Teletekst met de 24 tekstregels op het scherm en de 7 kleuren is ook het begin geweest van telecomdiensten, die opereerden onder de generieke naam videotex. In Groot-Brittannië leidde dit tot de Presteldienst en in Nederland tot Viditel, de eerste openbare online dienst.

(Bron: cursieve tekst uit het boek Toen digitale media nog nieuw waren - Pre-internet in de polder (1967-1997) van de hand van Jak Boumans)

vrijdag 13 april 2012

Spotify voor kranten 16 jaar later

Onlangs las ik over het idee van uitgevers om een soort Spotify voor kranten op te zetten. Spotify is een betaalde aggregatiedienst voor muziek. Met een maandabonnement kun je zoveel eten, pardon luisteren als je wilt. Maar naarmate kranten en e-zines het bericht hadden van de Volkskrant hadden gekopieerd, werd duidelijk dat de krantenuitgevers meer denken aan een knipseldienst. Mijn eerste gedachte was: waar heb ik dit meer gehoord? Oja, 16 jaar geleden in Nederland.

In 1996 zat mijn adviesbureau Electronic Media Reporting om de tafel met negen Nederlandse krantenuitgevers om het project Central Station Nederland op te starten. De bedoeling was om in een centrale databank kranten- en tijdschriftenartikelen op te slaan en deze ter beschikking te stellen van bedrijven en instellingen. Er werd o.a. een juridische studie uitgevoerd over het auteursrecht en databankrecht, er werd gestudeerd op het vraagstuk van monopolie en er werd een uitgebreid marktonderzoek gehouden. Het zou een mooi project worden, zeker in het medialandschap van toen, waarin commerciële knipseldiensten geen sou betaalden aan de kranten en documentatiediensten van ministeries, overheidsinstellingen en grote bedrijven ongebreideld knipselkranten produceerden.

Het project in Nederland volgde het voorbeeld van Central Station dat in 1995 in Belgie begonnen was met het idee van een knipseldienst. In 1997 liep het project echter vast op extravagante financiële eisen van de dagbladjournalisten en freelancers. Maar dit was gelukkig tijdelijk, want de digitale databank kwam later wel van de grond onder de naam Mediargus. Intussen heeft deze een databank met 27 miljoen artikelen sinds 1988 alle Vlaamse en sommige Nederlandse kranten, de Roulartamagazines en het persagentschap Belga of wel 17 kranten, 414 regionale edities, 99 tijdschriften en 5 persagentschappen, maar ook 24 websites en 9 radio- en televisiezenders. En dat is alleen voor Vlaanderen. Mediargus werkt samen met een vergelijkbare Franstalige dienst Pressbanking.

De Belgische gerechtelijke uitspraak in 1997, waarbij de journalisten gelijk kregen ten aanzien van het auteursrecht maar niet ten aanzien van de financiële eisen had ook effect op de Nederlandse werkgroep. De Nederlandse uitgevers werden schichtig en vroegen zich af  of zij met het project door konden gaan. Tenslotte moesten ze ook nog aan tafel met de journalisten om te onderhandelen over pensioenen. Bovendien schoot PCM, ook deelnemer aan het project, onder de duiven van de werkgroep met de onaangekondigde aankoop van de Persdatabank, een slechtlopend krantenarchief, geleid door een Haagse gemeenteambtenaar, in het kader van het project Den Haag Telematicastad. De Persdatabank werd samengevoegd met het PCM archief, Factlane, dat in 2002 op haar beurt doorverkocht werd aan LexisNexis.

Nu studeren de uitgevers dus op een dienst, geen Spotify, maar ook geen knipseldienst. Eigenlijk is het een Persoonlijke Alert Service (PAS), een combinatie van een gepersonifieerd persbureau met een archief. De abonnee geeft een profiel op, ontvangt ’s morgens een selectie uit de kranten en tijdschriften à la de Google nieuwsdienst, maar nu wel met gesigneerde artikelen, en ontvangt door de dag heen aanvullingen.

Worden de uitgevers hier rijk van? Dat valt nog te bezien. De markt voor betaalde kranten en tijdschriftencontent is nog steeds niet groot. Archiefdiensten, zelfs van het Financieele Dagblad, zijn niet de moneymakers van de uitgeverijen. In het businessplan van de Nederlandse uitgevers, die in 1996 aan tafel zaten, rekende het adviesbureau de uitgevers voor dat zij op basis van het uitgebreide marketingonderzoek in jaar 3 op een omzet van 5,3 miljoen gulden zouden kunnen rekenen. De omzetcijfers van vandaag zullen ongetwijfeld anders liggen, maar een echte vetpot zal het niet zijn. Desondanks bestaat de Belgische dienst Mediargus nu meer dan 10 jaar en hebben zij rechten in eigen handen gehouden, zodat zij zonder enige moeite Google tegemoet konden treden, die uiteindelijk in België inbond.

Ik ben benieuwd of de Nederlandse kanten- en tijdschriftenuitgevers na 16 jaar nu wel de dienst van de grond gaan tillen.

woensdag 11 april 2012

Oprichter Commodore Jack Tramiel overleden

Op 83-jarige leeftijd is op 8 april Jack Tramiel, oprichter van thuiscomputerfabrikant Commodore International, overleden. Hij bracht met veel succes de Commodore 64 op de markt.

Tramiel was een Pool van oorsprong. Hij overleefde het concentratiekamp Auschwitz en emigreerde naar de Verenigde Staten. In New York begon hij een reparatiebedrijf voor schrijfmachines maar dat liep niet goed. Bovendien ontdekte hij in 1962 de nieuwe markt van rekenmachines. Zijn bedrijf Commodore Business Machines begon de productie ervan met chips van andere bedrijven, maar had spoedig door dat eigen chips hem meer voorsprong opleverde.
In de jaren zeventig maakte hij kennis met de personal computer en Chuck Peddle, die een microcomputer bouwde en bracht laaggeprijsde pc's op de markt voor hobbyisten en huishoudens. Hij had o.a. concurrentie van  Apple en Hewlet Packard. In 1977 introduceerde Commodore de Commodore PET (Personal Electronic Transactor) met een 4 of 8 kilobytes geheugen en later de VIC-20. In 1982  bracht hij met veel succes de  Commodore 64, waarvan er zo’n 17 miljoen exemplaren zijn verkocht. Er zijn er wereldwijd circa zeventien miljoen van verkocht.

In 1984 kreeg Tramiel ruzie met de Canadese durfkapitalist Irving Gould en trok zich terug uit Commodore, nam in hetzelfde jaar de spelcomputertak van Atari over van Warner Communications. Maar de overname werd geen groot succes. De laatste jaren was hij adviseur.
De Commodore 64 was een hit, niet alleen als machine maar ook als aanjager van software en met name spelsoftware met titels als Rupert, invitation to the Toymakers Party (voor kinderen), The Secret Diary of Adrian Mole  Aged 13 ¾ (tieners) en The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy (volwassenen).

Commodore Business Machines begon eind jaren tachtig verlies te maken en probeerde overal aan te haken. Toen Philips CD-i presenteerde in 1991 ontstond er een CD-strijd. Zo bracht Microsoft VIS (Video Information System) en kwam Commodote met een concurrerend product CDTV, dat overigens nooit van de tekentafel kwam.
Uiteindelijk werden de rechten van de Commodore in 1994 verkocht en gingen over op het Duitse computerbedrijf Escom dat er niets mee deed. Daarna nam het Nederlandse bedrijf Tulip de rechten over. De Nederlandse computerfabrikant hoopte te kunnen profiteren van de interesse in de spelcomputer.  Maar Tulip verkocht in 2004 de dochteronderneming Commodore en de bijbehorende merknaam voor 24 miljoen euro aan het Nederlandse multimediabedrijf Yeahronimo, een bedrijf van een stel wilde jongens die een online contentdienst van voetbalwedstrijden, andere sportevenementen en concerten wilde beginnen. Maar ook dat avontuur liep op niets uit. Jarenlang prijkte het logo op een gebouw langs de snelweg 1 naar Amersfoort op een industrieterreintje bij Baarn.

BTW Mijn Commodore met CBM cassettespeler, inclusief software, staat in mijn museum.

Illustraties zijn afkomstig uit het boek Toen digitale media nog nieuw waren - Pre-internet in de polder (1967-1997)