vrijdag 30 september 2011

Het BNR radio-interview

Op 28 september maakte Herbert Blankesteijn een radio-interview over het boek met de auteur. Het vraaggesprek werd herhaald op 1 oktober 2011. De bloglezer kan het interview beluisteren via de volgende link:

http://www.bnr.nl/?player=archief&fragment=20110928143323840

U wordt gevraagd op de knop AFSPELEN te drukken.
Op de nieuwe pagina klikt op DOWNLOADEN

woensdag 28 september 2011

De boekmakers

Het boek is uit en het is een goed moment om even iets te zeggen over het uiterlijk van het boek. Aan de smoel van het boek hebben drie mensen gewerkt: Chiara Boeri, Nina Noordzij-Everts en Ruud van der Lubben.

Chiara Boeri
Chiara Boeri is een grafisch kunstenaar in Milaan (Italië). Zij is een zeer ervaren graficus die een grote portefeuille heeft, die varieert van boekomslagen tot catalogi voor kunstexposities tot wandversiering. Het is al een tijd geleden dat ik haar vroeg om een tekening voor het voorplat te maken. Ze kreeg een thema mee: technieken zoeken markten en publiek. Als aanduidingen van de techniek kreeg ze de beschikking over een kleine ASCII file en een scherm van de Viditeldienst Jobdata, opgezet door VNU Intermediair met Frans de Haas als projectleider.

Om de illustratie te concretiseren kreeg ze een paar pointers mee via e-mail. Ooit had ze voor een opdracht een gang gemaakt met daaraan gelegen ruimtes. Het idee was om in elke ruimte een artefact van voorbije technologie te tonen. Zeg maar een soort museum. Maar dat idee werd snel verworpen vanwege het museale karakter.
Een ander idee was geïnspireerd op een tekening die ooit in Boekblad had gestaan bij de elektronische uitgeefrubriek. Dat was een mooi miniatuurtje. Het zou de tocht van het boek naar elektronische uitgaves moeten aanduiden.

Maar beide hints werden niet gebruikt. Binnen een week lag er al een tekening in de postbus, die uiteindelijk is gebruikt voor de uitgave. De ASCII file en het Jobdatascherm zijn erin verwerkt en het element van zoeken is meer dan duidelijk.





Nina Noordzij-Everts
Nina Noordzij-Everts is een grafisch ontwerper van Collage in Aldeboarn (Friesland). Zij heeft het hele ontwerp gedaan van de omslag en het binnenwerk. Als letter heeft zij gebruikt: de algemene tekstletter is Collis (ontwerper Christoph Noordzij - uitgever TEFF, The Enschede Font Foundry) en de letter gebruikt voor de bijschriften is de Fresco Sans (ontwerper Fred Smeijers - uitgever OurType/FontShop). Het boek is in driegedeelten opgedeeld en deze delen zijn steeds te herkennen aan een cijfer. Elk hoofdstuk heeft een icoontje meegekregen dat tevens in op elke pagina voorkomt met een paginanummer erin. Deze iccontjes geven een zekere speelsheid aan de pagina. Verder heeft ze lay-out strak gehouden met een variatie aan grote en kleine afbeeldingen, afhankelijke van de kwaliteit van de illustratie.

Ruud van der Lubben
Ruud van de Lubben is fotograaf te Almere. Hij heeft de statiefoto gemaakt die op het achterplat prijkt. De statiefoto is genomen voor mijn boekenkast. Een wand van de boekenkast staat vol met edities van encyclopedieen van 1872 tot 1996. Het is een reflectie van tien jaar werken met encyclopedie-redacties. Tussen de delen van de encyclopedieen staat een Samsung Tablet met het voorplat van het boek. Hiermee is de schakel gelegd tussen de oude media en de nieuwe media. Het gebruik van zwart en voor de hele foto, behalve de tablet benadrukt de overgang.

zaterdag 24 september 2011

Perslog (1)

De publiciteit rond het boek begint te lopen. Persberichten zijn uitgegaan en HBO scholen en universiteiten geinformeerd. Berichten op het web verschijnen naar aanleiding van het persbericht en berichten in gedrukte publicaties. Volgende week woensdag, 28 september 2011, staat een interview gepland bij BNR (Business Nieuws Radio) met Herbert Blankesteijn.

Almere Vandaag 23/9/2011
http://www.almerevandaag.nl/nieuws/almere/article11500531.ece/Boek-over-opkomst-internet

MediaNet Nieuws 22/9/2011:

Immovator 20/9/2011:

eKudos 20/9/2011:

Hd tech-nieuws 19/9/2011:
Persbericht Nieuwsbank 19/9/2011:
Fotobericht Ruud van der Lubben 16/9/2011:
 http://ruudvanderlubben.blogspot.com/2011/09/jak-boumans-toen-digitale-media-nog.html

dinsdag 20 september 2011

Het boek is gepubliceerd!!!

Afgelopen weekend zijn de eerste exemplaren van het boek Toen digitale media nog nieuw waren – Pre-internet in de polder (1967-1997) gearriveerd. Ruim op tijd dus voor de publicatiedatum van 27 september.

De publiciteitsmachine begint nu te draaien. De Nieuwsbank was het eerste met het persbericht. Daarna volgde Hd tech-nieuws met het persbericht.

Ook zijn er de eerste quotes over het boek:
-        Goed dat daar nu ook documentair aandacht voor is! Leo Voogt, Chairman at Netherlands Memory of the World Committee;
-        Voor veel leeftijdsgenoten een feest der herkenning, en voor jongeren een bron van historisch perspectief. Door de Flines, ex-uitgever.

Bestellingen kunnen worden doorgegeven op: shop@media-update.nl

zaterdag 17 september 2011

Wie komen er voor in het boek: De aanloop (2)

De aanloop naar commerciële online diensten en producten ligt in 1967 toen de uitgeverij Excerpta Medica een studie deed naar het gebruik van een computer in de redactionele omgeving. Dat werden uiteraard geen PC’s , want die waren er nog niet. Het werden vier geschakelde NCR 315 machines. De initiator van de studie was Pierre Vinken. Deze neurochirurg innoveerde het redactionele proces van de biomedische uitgeverij Excerpta Media. Uiteindelijk voerde Vinken een elektronische uitgeeflijn bij de uitgeverij in, die vanaf 1974 bestanden op magneetband aan bedrijven aanbood en via de Amerikaanse online informatiedienst Dialog. Met de opgedane ervaring adviseerde Vinken ook de wetenschappelijke bibliotheken en uitgeverijen zoals Uitgeverij het Spectrum. Met de vliegtuigbouwkundige Van der Walle bouwde Pierre Vinken het bedrijf Infonet op, dat zich richtte op elektronisch uitgeven.


Bij TNO werd al vroeg online gerechercheerd naar wetenschappelijke artikelen en met name chemische artikelen. Dit gebeurde onder leiding van Charles Citroen. Hij was ook een van de oprichters van VOGIN (Vereniging van Online Gebruiker Informatiesystemen Nederland) in 1977 (zie foto van oprichting). Charles is voor mij de godfather van online Nederland; ik leerde van hem online zoeken in 1980.

In 1972 werd door de minister van Onderwijs en Wetenschappen de Commissie Nucleaire Informatieverzorging (CNI) opgericht. CNI werd belast met het verzorgen van het Nederlandse aandeel in het International Nuclear Information System (INIS). Na diverse uitbreidingen van het takenpakket werd in 1976 de naam gewijzigd in COmmissie voor BIbliografie en DOCumentatie (Cobidoc). Online databanken waren toen nog nauwelijks bekend en een van de belangrijkste taken van Cobidoc destijds was de voorlichting over en het promoten van informatie uit online databanken.
Cobidoc werd in 1987 geprivatiseerd en de activiteiten op commerciële basis voortgezet in Cobidoc BV. Vanaf het begin maakten Peter Rosenbrand en Jan van der Veen deel uit van Cobidoc.

De EVD, de promotie-afdeling van het toenmalig ministerie van Economische Zaken, was ook vroeg actief met online. Er was een databank met samenvattingen van artikelen over de Nederlandse economie, die online gebracht werd bij Dialog. En later bracht de EVD de Europese aanbestedingen op Viditel. Projectleider was toen de heer Ypma.


Kluwer begon vanaf 1975 met het opzetten van een juridische databank. Vanaf 1977 begonnen Cor Verschoor en Jaap van Beelen met voorlichting over deze databank binnen Kluwer en bij de overheid en advocatenkantoren. Ik maakte toen kennis met online zoeken.







(Ik  begon naar aanleiding van een demonstratie consequenties ervan door te denken voor encyclopedieën voor mijn toenmalige uitgever Oosthoek. Het leverde een typisch plaatje op van de toekomst voorspellen via de achteruitkijkspiegel).




Vanaf 1976 begonnen de omroepen te kijken naar teletekst. Wim Stokla, ex adjunct-hoofdredacteur, kreeg de opdracht om teletekst in de omroep te integreren. Tijdens de Firato, de jaarlijkse consumentenelektronica beurs van 1978 werd een eerste demonstratie gegeven.


Tijdens deze Firato van 1978 gaf de PTT ook een demonstratie van videotex. De demonstraties van teletekst en videotex schiepen grote verwarring, maar ook zag men met name voor videotex commerciële mogelijkheden. De PTT benoemde Ir. Chiel Ruiten (+) tot projectleider voor videotex.


Uitgeverij VNU vond de dreiging groot o.a. voor de vacature advertenties van Intermediair en begon een adviesbureau voor videotex onder de naam TVS onder leiding van Arjen Everts.

dinsdag 13 september 2011

Wie komen er allemaal voor in het boek (1)

Wie komen er voor in het boek (1)
In deze serie passeren een aantal personen, die een pioniersrol gespeeld hebben in nieuwe media, de revue.

Zoals gezien kan worden in de inhoudsopgave kent het boek drie delen met elk drie hoofdstukken: (1) De zoektocht; (2) Tweestromenland in de commerciële online-diensten; (3) Verstoorde groei.

In het eerste deel De zoektocht wordt in drie hoofdstukken de zoektocht van de nieuwe media naar markten geschetst. Het begin van online lag in de VS en kwam vrij snel naar Europa. Verschillende mensen die een pioniersrol in deze ontwikkeling speelden heb ik in het verleden mogen ontmoeten en zijn nu nog in leven.


Aan het begin van de ontwikkeling van nieuwe media staat Vannevar Bush met zijn artikel As we may think, dat in juni 1945 verscheen in The Atlantic Monthly. Deze adviseur van president Roosevelt beschreef in dit artikel de Memex, een apparaat waarin documenten konden worden opgeborgen, maar ook weer tevoorschijn konden worden gehaald.  

Een man waaraan we dagelijks worden herinnerd in onze e-mails dankzij @ is Roy Tomlinson. Deze telecomingenieur werd geconfronteerd met het probleem van de verzending van een e-mail naar verschillende systemen. Boodschappen sturen binnen één computer, was niet zo moeilijk. Maar boodschappen versturen naar verschillende computersystemen en de juiste afslag aangeven, was moeilijker. Daarvoor bedacht Roy Tomlinson het apenstaartje ofterwel het at-teken.




De eerste online informatiediensten werden opgezet door Carlos Cuadra en Roger Summit. Over het begin bestaat een aardige anekdote. Cuadra en Summit zagen de commerciële haalbaarheid van online-diensten nabij komen. Maar was er voldoende markt voor? In 1972 deed Carlos Cuadra, directeur van SDC, er onderzoek naar. Van de 7000 verstuurde enquêteformulieren kreeg hij er slechts 72 terug. De boodschap leek duidelijk: er was geen markt voor online-diensten. Desondanks zag hij met lede ogen hoe zijn concurrent Roger Summit, directeur van Lockheed-zoekdiensten, de online-dienst Dialog commercieel begon aan te bieden. Dialog werd de eerste commerciële, niet-overheidsdienst. Uitgedaagd door Lockheed ging ook SDC in 1973 op de commerciële toer met SDC Orbit. (Tijdens beurzen wilden Cuadra en Summit nog wel eens quatre main spelen op de piano).

Een industrie groeit naar volwassenheid wanneer er een vakblad wordt uitgegeven en beurzen georganiseerd. In 1977 pakten Jeff en Jenny Pemberton die op voor de online informatiediensten. Ze zetten hun bedrijf Online Inc op. Zij gaven tijdschriften uit en eenmaal per jaar organiseerden zij een beurs. De redactie van het bedrijf was progressief en voerden uit wat ze preekten. In 1981 begonnen zij onderleiding van de hoofdredacteur Jean-Paul Emard een 14-daagse online nieuwsbrief Online Chronicle. Ik had het genoegen om hun Europese correspondent te zijn.

 Voor de huidige generaties staat online gelijk met internet. Pas in 1974 gebruikten Vincent Cerf en Bob Kahn voor het eerst de term internet in een document over het transmissieprotocol.

De Europese tegenhanger was Roger Bilboul. Hij richtte ook in 1977 het bedrijf Learned Information op. Het bedrijf bracht tijdschriften uit, organiseerde jaarlijks in begin december de Online Conferenties in Londen. Ik had in 1980 het genoegen het bedrijf in Abingdon nabij Oxford te mogen bezoek als VNU werknemer. Ik kan me nog goed herinneren dat Roger Bilboul zeer schuw was en eigenlijk niets met VNU te maken wilde hebben. Toch heeft hij later het bedrijf verkocht aan VNU en is nog enige jaren divisiedirecteur van de professionele vakinformatie geweest.


In Europa werd online ook opgepikt door de Europese Commissie van de Europese Economische Gemeenschap, een voorloper van de hedendaagse Europese Unie. Vanuit de commissie werd connectiviteit bevordert. Daartoe werd het EURONET*DIANE (Direct Information Access Network for Europe) opgezet. Ambtenaren van de commissie demonstreerden het systeem door heel Europa. Een van die ambtenaren was Franco Mastroddi. Later heb ik hem regelmatig ontmoet bij de Europese Commissie in Luxemburg.

Op 19 juni 1980 werd Nederland op Euronet*Diane aangesloten  door Neelie Kroes, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.




In Europa werd videotex ontwikkeld. Nadat de BBC teletekst had ontwikkeld, kopieerde Sam Fedida van de British Post Office het principe voor telecomdiensten. In november 1976 demonstreerde hij tijdens het kabelcongres in Den Haag. Samen met Rex Malik schreef hij het boek Viewdata.

maandag 12 september 2011

Vandaag liggen de gedrukte katernen bij de binder. Om alvast een voorproefje te geven, hierbij de inhoudsopgave.

i n h o u d s o p g a v e

Inleiding
– Nieuwe media dienen zich aan 15


Deel 1
De zoektocht (1945–1980) 29
– vs, bakermat van online 31
– Online kon ook anders 53
– Nieuwe media in de polder 69

Deel 2
Tweestromenland in de commerciële online-diensten 97
– Commerciele ascii-diensten en databanken 99
– Teletekst en videotex 123
– Verpakte bandbreedte 161

Deel 3
Verstoorde groei 203
– Professionalisering 205
– Internet 235
– Einde nieuwe media, geruisloze omslag 273

Bronnen
– Overzicht gebruikte bronnen 295
– Verantwoording illustraties 301
– Nederlandse tijdlijn 304
– Zaken- en personenregister 308
– Over de auteur 320

zaterdag 10 september 2011

Nederlandse pionier elektronisch uitgeven overleden

Afgelopen maandag, 5 september 2011, is Joost Kist overleden. Hij was een topbestuurder in de uitgeverij. Zo was hij lid van de raad van Bestuur van Wolters Samsom en de opvolger ICU. Deze fuseerde tijdens het zware fusiegevecht met Elsevier met Kluwer tot Wolters Kluwer. In publicaties wordt hij geprezen voor zijn rol in de consolidatie van binnen de Nederlandse uitgeverij, maar ook voor zijn inspanningen voor de internationalisatie van de Nederlandse uitgeverij in de laatste twee decennia van de vorige eeuw.

Behalve als bestuurder was hij zeer geïnteresseerd in elektronisch uitgeven en hij bleef geïnteresseerd tot na zijn pensionering. In 1988 publiceerde hij het boek Electronic Publishing in het Engels en het Nederlands. En als 67-jarige promoveerde mr. Kist aan de Universiteit van Amsterdam met het proefschrift Bibliodynamica, Slaag- en faalkansen bij innovatie van informerende systemen, in het bijzonder in het uitgeefbedrijf. Na zijn pensionering publiceerde hij nog vele artikelen over de veranderende uitgeverij.

In mijn boek komt Joost Kist twee keer voor; eenmaal naar aanleiding van Samsom Data Systemen, de internationale hostorganisatie van Samsom Uitgeverij en eenmaal met zijn proefschrift Bibliodynamica in de context van het Kabelproject Zuid-Limburg.  

Samson Data Systems
In augustus 1981 stapte Samson Data Systems (SDS) in de commerciële markt voor online-diensten. SDS was onderdeel van ICU, een internationaal opererend concern met in Nederland de Samsom grafische bedrijven en uitgeverijen. SDS positioneerde zich als een online-hostdienst in de internationale markt en in het professionele segment….
Bij de start van SDS werden 50 toegangscodes uitgegeven, maar die gingen niet allemaal naar betalende gebruikers. In de herfst van 1982 waren er 200 toegangscodes verdeeld en dat was onvoldoende voor het dekken van de jaarlijkse kosten. SDS kostte 1 miljoen gulden per jaar (450.000 euro). Om deze kosten terug te verdienen moesten 100.000 aangesloten uren worden afgenomen, wat gelijk stond aan 500 zware gebruikers met ieder een afname van minimaal 200 aangesloten uren. Die doelstelling werd niet gehaald en in december 1983 sneuvelde SDS tijdens een bezuinigingsronde binnen ICU. Dit gebeurde overigens na een conflict binnen de raad van bestuur (RvB) van ICU. De voorzitter van de RvB, C. van Brakel, noemde het ‘gastheeravontuur’ ronduit fout, na het eerst een experiment te hebben genoemd. Zijn collega Joost Kist zag het staken van de dienst als een tijdelijke zaak. SDS zou echter niet meer opnieuw worden opgestart.

Bibliodynamica
Het Kabelproject Zuid-Limburg was een kostbaar, zwaar gesubsidieerd en mislukt project. Wie er niet van leerde was het ministerie van Economische Zaken. Voor EZ was het project zo’n trauma geworden dat er nooit officieel onderzoek is gedaan naar de succes- en faalfactoren en dus ook geen lessen getrokken werden uit het langstlopende grootschalige project in Nederland. Een informeel onderzoek van Dr. Mr J. Kist verdween in de onderste la van een bureau bij het ministerie. In zijn proefschrift Bibliodynamica trok Kist zes conclusies die hier verkort worden weergegeven:
– Hoewel de technische infrastructuur een aantal unieke eigenschappen had, wogen deze niet op tegen de hoge exploitatiekosten.
– Het experiment werd belemmerd door het feit dat er veel te veel actoren en medespelers in het veld waren zonder een duidelijke coördinator.
– De aanbieders van potentieel interessante informatie- en transactiesystemen lieten het afweten. Zij geloofden dat de telefoon voldoende interactiviteit bood voor de consumentenmarkt.
– De consument bleef veel te veel op de achtergrond.
– De besluitvorming - mede ten gevolge van de verkokering en het gebrek aan slagvaardigheid bij de betrokken departementen- verliep uiterst traag, waardoor de Nederlandse voorsprong op het terrein van de kabeltechnologie verloren ging.
– Het ontbrak het project achteraf bezien aan succesfactoren kennis van de macht en aan kwaliteit van de informatieve inhoud.
(Bibliodynamica, pags. 233–245)

Jammer dat Joost Kist is overleden. Ik had hem graag mijn boek Toen digitale media nog nieuw waren bij verschijning deze maand aangeboden.

donderdag 8 september 2011

Boek uit voor vader e-boek

Michael Hart de uitvinder van het e-boek is op dinsdag 6 september 2011 overleden. Hij was 64 jaar oud.

Michael Hart was student aan de Universiteit van Illinois (VS). Toen hij in 1971 op de computerafdeling van de universiteit werkte, kreeg hij vanwege zijn inzet een aantal computeruren toegewezen voor eigen gebruik. Volgens de mythe zou hij na het aanbod naar zijn werkkamer gegaan zijn om over de besteding ervan na te denken. Maar hij had snel een bestemming gevonden: e-boeken.

In die tijd werd voornamelijk gewerkt met main-frames, kamerbrede computers, waarop toetsenborden en beeldschermen als domme terminals werden aangesloten en gebruikt voor computer commando’s. Content in een project werd op ponskaarten geprint of op banden gezet en ingevoerd.

Zo begon Michael Hart dan ook met zijn eerste boek. Hij typte als eerste document The Gettysburg Address, een speech van de Amerikaanse president Abraham Lincoln, waarin hij opriep voor één natie in plaats van een verdeelde natie door de belangen van de staten. Volgens de gewoonte van die tijd werd de volledige tekst in hoofdletters getypt. (In hetzelfde jaar zou Ray Tomlinson de eerste e-mail met een apenstaartje versturen eveneens met The Gettysburg Address eveneens getypt in hoofdletters. Er is overigens nooit vastgesteld of het een elektronische versie van Michael Hart was).

In 1987 had hij meer dan 300 e-boeken uit het publieke domein gekopieerd als een middeleeuwse monnik, woord voor woord. Maar daarna ging het snel en werd het project Gutenberg geinternationaliseerd. De invoering van internet versnelde de hoeveelheid beschikbare niet auteursrechten gebonden e-boeken naar 360.000 in 2011.  

woensdag 7 september 2011

Publiciteit bij de Softwaregids

De site www.softwaregids.nl besteedt aandacht aan het verschijnen van
Toen digitale media nog nieuw waren ­ Pre-internet in de polder.
Op de site is een button te zien en in de nieuwsbrief staat de volgende vermelding:

In dit fascinerende en geïllustreerde boek beschrijft mediaspecialist Jak Boumans het roerige tijdperk van de nieuwe media in Nederland tussen 1967 en 1997. Alles moest nog worden uitgevonden: technologieën, concepten en markten. Toen internet in 1994 via De Digitale Stad gepropageerd werd, was er geen houden meer aan. In minder dan drie jaar waren er 1 miljoen internetgebruikers. Vanaf 1 januari 1997 was de omslag naar internet definitief. Voor meer informatie en bestellingen: www.media-update.nl