zaterdag 28 september 2013

Google introduceert nieuw zoekalgoritme

Onder de naam Hummingbird (Kolibrie) heeft Google een nieuwe versie van haar zoekalgoritme in gebruik genomen. De introductie valt samen met de 15e verjaardag van Google.

 Google startte ooit met het zoekalgoritme BackRub, een software gebaseerd op een zoekprogramma dat op Stanford University gebruikt werd. Dit zoekprogramma leunde sterk op Booleaanse principes AND, OR en NOT, waarmee trefwoorden werden ingesloten of uitgesloten. Dit was in die tijd geen probleem aangezien de gebruikers nog niet zoveel ervaring hadden met zoeken. Ze gebruikte of een enkelvoudige zoekterm of een meervoudige zoekterm. Maar in de loop van de jaren zijn de zoeker meer bedreven geworden en geven nu concepten en woorden met meningen in. Hierdoor worden de zoekacties langer en meer gecompliceerd en werd het zoekprogramma minder effectief. Intussen wordt meer dan 90 procent van de zoekvragen afgehandeld door het Hummingbird zoekalgoritme.

Dit jaar is het 15 jaar geleden dat Larry Page en Sergey Brin hun bedrijf officieel opzette en begonnen te werken in de garage van Susan Wojcicki, intussen een senior Google medewerkster. De 15e verjaardag is gezet op 27 september 1998, omdat Google’s indexsysteem dat van Yahoo passeerde. Twee jaar later zou Google een samenwerking met Yahoo! aangaan en werd de Google de standard zoekmachineleverancier. Eveneens in 2000 kondigde Google de eerste index van een miljard URLs aan, waarmee het bedrijf de grootste zoekmachine ter wereld werd.

De oprichters van Google kenden elkaar van Stanford University sinds 1996. Als postdoc studenten begonnen zij te werken aan een zoekmachine, die zij BackRub noemden. Deze machine was gebaseerd op software die al op de servers van Stanford werd gebruikt, maar die uiteindelijk ervan werd afgehaald, aangezien deze teveel bandbreedte gebruikte. In 1997 besloten Page en Brin hun zoekalgoritme een nieuwe naam te geven. Na een brainstorm, kwamen zij op de naam Google! (met uitroepteken), een woordspeling op de wiskundige term googol, een 1 gevolgd door 100 nullen. De nieuwe naam gaf tevens de ambitie van oprichters aan; zij wilden de oneindige hoeveelheid informatie op internet organiseren met een zoekmachine.

vrijdag 20 september 2013

Herbouw Philips paviljoen Expo ’58 (voorlopig) gesneuveld

Iedere verkiezing heeft zijn verliezers; zo ook met de verkiezing van de Culturele Hoofdstad 2018. Leeuwarden mag zich met de Maltese stad Valletta Culturele Hoofdstad 2018 noemen. De Friese hoofdstad is uiteraard blij met de verkiezing en steden als Maastricht, Den Haag, Utrecht en Eindhoven likken hun wonden. Al die steden hebben geld gestopt in plannen en een uitgebreid document met plannen (zie bidbook Leeuwarden).  

Herbouw Philips paviljoen
In al die documenten met plannen zijn fascinerende plannen terug te vinden. Zo bevat het Eindhovens document het plan om het Philips paviljoen van de Expo 1958 te herbouwen in de wijk  Strijp-S. De Stichting Reconstructie Philips Paviljoen 1958 wilde het markante gebouw laten herbouwen voor 8,5 miljoen euro en had plannen om er een „levend laboratorium” in te vestigen, waar kunstenaars en ontwerpers zouden kunnen beschikken over de allerlaatste technologieën. Nu Eindhoven geen Culturele Hoofdstad wordt wil de gemeente niet bijdragen aan de herbouw. De Stichting geeft zich zelf echter een jaar de tijd om het benodigde geld bij elkaar te halen.

Waarom een herbouw?
Je kunt je natuurlijk afvragen waarom een gebouw uit 1958 herbouwd zou moet worden. Er zijn een paar redenen tegen en vóór te verzinnen. Je kunt natuurlijk zeggen, dat de Expo ’58 al zijn monument in Brussel heeft met de bollenconstructie van aluminium, het Atomium.  Anderzijds kun je argumenteren, dat het paviljoen een markant gebouw is, waarvan het ontwerp in 1958 zelfs futuristisch was. Leuk om zo’n retro gebouw in de wijk te hebben. Het ontwerp was van de Iannis Xenakis in samenwerking met het bureau van de beroemde Franse architect Le Corbusier. maar Le Corbusier ging akkoord met de sloop van het gebouw na afloop van de Expo, omdat het niet vior de eeuwigheid ontworpen was. Het argument, dat het een nieuwe inspirerende omgeving zou worden voor kunstenaars die de allerlaatste technologieën zouden gebruiken, is leuk, maar ook een kostbare invulling. De echte reden voor de herbouw van het Philips paviljoen is niet zozeer het gebouw, maar ook het project Poème Electronique. Geschiedkundig gezien markeerde dit project het begin van multimedia en de overgang van analoge multiple media naar digitale multimedia.  

Startpunt van multimedia
In dit bouwkundig gewaagde paviljoen presenteerde Philips de eerste grootschalige multimediavoorstelling. Voor de wereldtentoonstelling wilde Philips de vooruitgang en innovatie
symboliseren: licht, geluid, elektronica en automatisering. Het idee was afkomstig van Louis Kalff, de art-director van Philips. Hij schakelde de Franse architect Le Corbusier in, die op zijn beurt de Griekse architect Iannis (Yean) Xenakis en de Frans-Amerikaanse componist Edgar Varèse bij het project betrok. Iannis Xenakis ontwierp het paviljoen, Varèse zorgde voor de muziek en L e Corbusier zou het licht en de beelden verzorgen.

Het grondplan van het paviljoen had de vorm van de menselijke maag, met een oppervlakte van 1.000 m2 en een hoogte van 22 meter. De bouwtechnologie was innovatief, aangezien de geometrische constructie bestond uit pijpen en betonblokken. Het interieur was leeg en donker en bood een staanplaats aan 500 mensen.

De bezoekers zagen een diashow met beelden die rondom werden geprojecteerd, ondersteund door elektronische muziek uit 400 speakers. De multimediashow duurde 480 seconden en verhaalde de geschiedenis van de mensheid in beeld en geluid met afbeeldingen van de natuur, maskers van oude culturen, wapentuig, kinderen, volwassenen, bejaarden, steden, geboorte, leven en dood.
 
De opzet was een show te produceren en te presenteren waarin beeld en geluid zich tot één geheel vermengde en een grootse ruimtelijke ervaring bood (Gesamtkunst). Het spektakel begon met de aankondiging: ‘Philips heeft automatische apparatuur ontworpen die een nieuwe kunst met onbegrensde mogelijkheden inluidt, namelijk het elektronische samenspel van licht, kleur, beeld, woord en muziek in de ruimte. Het ‘elektronisch gedicht’ toont hoe onze steeds sterker gemechaniseerde beschaving streeft naar een toekomstige nieuwe harmonie.’

De samenwerking tussen de kunstenaars was echter minder krachtig dan verwacht mocht worden. Bovendien kwam de 75-jarige Varèse in conflict met de geluidsexperts van Philips. Desondanks kwamen de bezoekers verbijsterd uit het paviljoen, overweldigd door de beelden, geluiden en technologische hoogstandjes.

Het paviljoen, dat zes miljoen gulden (minder dan drie miljoen euro) had gekost, werd na afloop van de wereldexpositie opgeblazen en het creatief project verdween in de vergetelheid. In 2005 kon het Poème Electronique opnieuw ervaren worden op een conferentie in Den Haag. De diaprojectoren waren vervangen door een paar pc’s en de 400 speakers door enkele surround boxen. De 480 seconden tellende show is nu te zien (niet te ervaren) op YouTube en het Engelstalige filmpje.

(Fragment uit het boek Toen digitale media nog nieuw waren – Pre-internet in de polder (1967-1997) door Jak Boumans).

zaterdag 14 september 2013

Iedere e-boekkoper is een potentiële piraat

De piraterijangst van boekenuitgevers gaat ver. Hoewel de muziek-, film en gamesectoren ze al zijn voorgegaan met de introductie van e-producten en het falen van de strijd tegen de piraterij, gaan uitgeverijen, de e-boekwinkels en de entertainmentpolitie Brein, elke verkoop van een e-boek met watermark registreren voor eventuele vervolging. Want vanaf nu worden de gegevens van kopers van e-boeken met een watermerk geregistreerd en minimaal twee jaar bewaard. Het vertrouwen van de uitgeefsector in de e-boekkoper is minimaal: iedere e-boekkoper is een potentiële piraat.

Oorspronkelijk was het watermark voor e-boeken bedoeld als een sociaal watermark. Bij (commerciele) piraterij zou het  kopiëren herleid kunnen worden tot de koper/eerste eigenaar van het e-boek.  

De entertainment politieagent Brein verplicht boekhandelaars en internetboekendistributeurs, die via het distributieplatform eBoekhuis van CB, voorheen Centraal Boekhuis, e-boeken verkopen klantgegevens te registreren en te verstrekken aan de stichting Brein. De boekhandelaren in Nederland en België zouden de gegevens twee jaar moeten bewaren.   
 

Onlangs hebben een groot aantal Nederlandse uitgevers van e-boeken besloten afstand te nemen van DRM, het slot op e-boeken. Ze zijn ervan overtuigd dat de het DRM slot de verkoop van e-boeken hindert, aangezien de e-boeken dan niet op meerdere apparaten gekopieerd kunnen worden. Dat kan nu wel met e-boeken, die in EPUB en Adobe PDF formaten worden voorzien van een watermerk; hierbij wordt het e-Boek gemarkeerd met de naam van de koper zichtbaar op iedere pagina en andere onzichtbare kenmerken.  Via deze markeringen kan het boek herleid worden naar de koper. De 2500 deelnemende boekenhandelaren zijn verplicht om een contract te ondertekenen met de verplichting om gegevens door te spelen aan de stichting Brein in geval van misbruik.

Met deze verplichting lijkt de stichting Brein een rechtszaak uit te lokken om vast te stellen of deze verplichting ingaat tegen privacy van de koper en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De stichting zegt niet persoonlijke uploaders te gaan achtervolgen, maar dat het vooral te doen is om uploaders van met name torrent sites te kunnen identificeren.

Kamerlid Astrid Oosenbrug van de PvdA heeft Kamervragen gesteld aan de minister van Veiligheid en Justitie of Brein webwinkeliers van e-boeken kan verplichten tot registratie van persoonlijke gegevens en de bewaarplicht van minimaal twee jaar.

Twijfel aan de Brein methode
In de boekenwereld wordt getwijfeld aan de methode die Brein wil toepassen. Bol.com heft al aangegeven zich niet te onderwerpen aan deze verplichting. Uitgeverij Springer SBM stelt dat illegaal kopiëren en verspreiden van e-boeken de omzet niet nadelig beïnvloedt. Ook Meulenhoff Boekerij gelooft niet dat een watermerk piraterij zal uitbannen; wel kan het helpen piraterij terug te dringen. Op Tweakers.net zegt een uitgever van Meulenhoff Boekerij: "Piraterij ontstaat vaak uit onvrede. Je moet de koper naast een goede prijs ook gebruiksgemak bieden". De uitgeverijsector lijkt weinig geleerd te hebben van de muzieksector: de piraterij ging naar beneden toe ITunes en RealPlayer gebruiksgemak en een aanvaardbare prijs boden.

De vraag is natuurlijk of het watermerk, de registratie en het bewaren piraten zal afschrikken. De e-boekkopers, die voor een e-boekexemplaar betaald hebben, zullen niet snel het boek ter kopiëring doorgeven. Bovendien hebben de meeste webwinkels de aankopen in persoonlijke bibliotheken opgeborgen.

De vraag is nu of e-boekkopers weerhouden worden van een aankoop door de registratie. Want je kunt er tenslotte op wachten, dat, net als bij de overheid en banken, binnenkort een verzameling van persoonlijke watermerkgegevens op straat komt te liggen. 

UPDATE 2/10/2013
Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Oosenbrug (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat webwinkeliers zich verplichten om klantinformatie door te geven aan Stichting Brein
Is het waar dat webwinkels die aangesloten zijn op het distributieplatform eBoekhuis verplicht kunnen worden om klantinformatie door te geven aan stichting BREIN? Zo ja, hoe verhoudt het doorgeven van dergelijke informatie aan
derden zich tot de wet- en regelgeving ten aanzien van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer? Zo nee, wat is er dan niet waar aan het gestelde?
 
Ondernemingen mogen overeenkomen dat zij bepaalde persoonsgegevens ter beschikking stellen aan derden mits wordt voldaan aan de voorwaarden die aan deze gegevensverwerking worden gesteld in de Wet bescherming
persoonsgegevens (Wbp). De meest voor de hand liggende verwerkingsgrond is in dit geval de ondubbelzinnige toestemming van de persoon van wie de gegevens worden verwerkt (artikel 8 onder a Wbp). Voor de verwerking van strafrechtelijke
persoonsgegevens, die in de Wbp als bijzondere persoonsgegevens worden aangemerkt, gelden aanvullende voorwaarden. Het College bescherming persoonsgegevens houdt toezicht op de verwerking van persoonsgegevens conform de Wet bescherming persoonsgegevens.