zaterdag 24 december 2011

NBD/Biblion recensie

Nog net voor de Kerst is een recensie van de bibliotheekorganisatie NBD/Biblion verschenen van het boek Toen digitale media nog nieuw waren - Pre-internet in de polder (1967-1997):

Beschrijving van de geschiedenis van digitale media. Door de ontwikkelingen in de computertechnologie ontstaan digitale media met kenmerken als interactief en multimediaal en van offline-media naar online-media. Door miniaturisatie en massaproductie nemen de mogelijkheden toe en breidt het gebruik zich uit van de professionals naar de gewone consument. Vele media overleven het stadium van experiment niet en worden ingehaald door de technologische ontwikkelingen en het toenemende belang van gebruiksgemak. Met de verbeterde telecommunicatie neemt het belang van het online-medium toe: het internet. Vele aspecten komen aan de orde, met ruime aandacht voor de Nederlandse geschiedenis in de vorm van activiteiten van in de informatie-dienstverlening werkzame organisaties en enthousiaste hobbyisten. Systematisch opgezet en goed leesbaar, met veel wetenswaardigheden, is het boek zeer geschikt voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de nieuwe media in het pré-internet tijdperk. De auteur heeft deze hele periode actief meegemaakt en vertelt er over uit eigen ervaring. Het boek behoort tot de populaire geschiedschrijving en pretendeert geen volledigheid. Met talrijke illustraties in kleur en zwart-wit, jaartallenlijstjes, een bronnenoverzicht en register.
Ab Koolma (NBD|Biblion recensie)

woensdag 23 november 2011

Eerste reacties op het boek (2)

Frans van Weeren, oud-directeur van IVEV:

Ik heb het boek aangeschaft en doorgebladerd.
Ik was verbaasd dat IVEV (later RCC-IVEV) er niet in voorkomt.
Ik denk dat IVEV ... de drijvende, financiele kracht geweest is bij het opzetten en proberen te ontwikkelen van databanken. Marketing Data was daar een onderdeel van ... Achteraf beschouw ik onze activiteiten als een soort Internet avant la lettre…
Verder vond ik alles heel herkenbaar beschreven.

zaterdag 19 november 2011

Eerste reacties op het boek (1)

Er beginnen reacties op het boek binnen te komen. Een er van komt van Charles Citroen (zie foto). Wat mij betreft is hij de godfather van online in Nederland. Ik leerde online zoeken van hem in 1980, maar hij was al met online bezig bij TNO van het begin van de jaren zeventiger.

Na een compliment: Je boek ziet er heel mooi uit, gaat hij in op het begin van online in Nederland

Voor wat betreft de oprichting van de Stichting NIC en het ChemAbs bestand op ESRO/ESA, ik heb daarover een stukje geschreven in Open (27, 1995, 10 pp. 310-311.
De crux is, dat wist je waarschijnlijk niet, dat ESRO een eigen huurlijnnetwerk had gemaakt. We konden toen al met 2400B werken met dedicated terminals. (pag 43/44)
Op pag 72 correct verwoord. Detail op die pag: de NOCI heette gewoon Nederlandse Org Chemische Info, hoefde niet in het Engels.
De stichting NIC werd opgericht door de Kon Ned Chem Ver in 1973 samen met Shell, DSM, Akzo, Unilever en Philips. TNO was daar geheel niet bij betrokken.
In 1974 traden TU's Delft en Eindhoven en Hoogovens toe. Pas in 1977 toen de NOCI werd opgeheven nam TNO de secretariaatsfunctie over van de KNCV.


Citroen: Ach, het zijn details die niemand ooit zal vinden, maar het leek me leuk het je te melden.

dinsdag 15 november 2011

Intel chip 40 jaar


Op 15 november 1971, 40 jaar geleden, introduceerde Intel de allereerste, commerciele chip ter wereld: de Intel 4004. Deze microprocessor kon 92.000 instructies per seconde verwerken. Ter vergelijking, de huidige microprocessor de Intel® Core™ processor heeft 43,000,000 procent meer transistors dan de 4004 processor en kan 92 miljard instructies per seconde verwerken.. Het stroomverbruik van deze nieuwe microprocessorligt zo’n 5.000 maal lager dan de eerste Intel microprocessor en tegelijkertijd ligt de prijs van een transistor 50.000 keer lager

Deze Intel 4004 wordt wel het startschot van de digitale revolutie, maar de echte revolutie begon pas 10 jaar later met de introductie van IBM PC. Intussen was de verwerkingscapaciteit vijf maal zo snel en voldeed aan de wet van Moore, die stelt dat het aantal transistors op een chip iedere jaar verdubbelt, waardoor de verwerkingssnelheid toeneemt en de kosten dalen.   

maandag 7 november 2011

Perslog (6)

Op Google staan op het ogenblik zo’n 112 links naar de titel van het boek, voornamelijk afkomstig van boekhandels.

In het tijdschrift InformationProfessional verscheen een nogal slordige column van Eric Sieverts over het radio-interview met O.V.T.

De buurtwebsite van Tussen de Vaarten heeft een persbericht over de publicatie van het boek opgenomen. Intussen is de volledige keten van appartementsgebouw tot Nederland geactiveerd. De Vereniging van Eigenaren heeft een artikel over het boek gepubliceerd in haar e-mailbrief onder de titel Uw buurman heeft een boek geschreven. Nu is er een bericht op de buurtwebsite. Verder zijn er artikelen verschenen in de lokale kranten Almere Vandaag en Almere Deze Week. Dan zijn er intussen websites, die het boek vermelden. Essentials heeft er werk van gemaakt.

Essentials media.nl
'Het geeft een compleet overzicht van deze onzekere roerige periode voor 1997'
'Het staat vol met leuke, interessante weetjes'
'valt er veel te leren van de terugblik die mediaveteraan Boumans geeft'

En er zijn ook reacties van lezers:
-        voor veel leeftijdsgenoten een feest der herkenning, en voor jongeren een bron van historisch perspectief. Door de Flines, ex-uitgever
-        Goed dat daar nu ook documentair aandacht voor is! Leo Voogt, voorzitter Geheugen van Nederland
-        Gefeliciteerd met de geschiedschrijving Hans Andriese, adviseur
-        Buitengemeen nuttig. Mr Victor de Pous, Juridisch adviseur IT
-        Alles heel herkenbaar beschreven. Frans van Weeren, oud-databankondernemer IVEV
-        Leesbaar geschreven, toepasselijke illustraties, en herkenbaar, omdat dat zich allemaal voor onze ogen afspeelde. Toch is het voor een groot deel nieuw, omdat er veel context en achtergrond in staat die voor een gewone consument normaal gesproken verborgen blijft. Daarom niet alleen interessant voor een kleine kring van ingewijden maar vooral voor een groter publiek. Wim Arts ex HR directeur

Maar… het wachten is nog op recensies, die de volle breedte van het boek in ogenschouw nemen.

vrijdag 4 november 2011

Nederlandse digitale pionier Pierre Vinken overleden

Op vrijdag 4 november is Dr Pierre Vinken op 83-jarige leeftijd overladen. Vinken, qua opleiding neurochirurg, is een belangrijke pionier van digitale informatie in Nederland en uitgever met een visie geweest. Hij was een persoon met veel interesses en opinies. Zo schreef hij in literaire bladen, gaf zijn politieke opinie ten beste en was medeoprichter van het Republikeins Genootschap.

De verdiensten van Vinken voor de Nederlandse nieuwe media worden beschreven in het boek Toen digitale media nog nieuw waren – Pre-internet in de polder (1967-1997).

Naast zijn baan als neuro–chirurg in het Academisch Ziekenhuis in Leiden, werkte Pierre Vinken bij "Excerpta Medica, een internationale uitgeverij van ‘abstracts’ op medisch gebied. De uitgeverij beschikte over een vaste staf van 54 medische specialisten die redactionele verantwoordelijkheid droeg voor 35 ‘abstract’-tijdschriften en naslagwerken. De redactie produceerde samenvattingen van biomedische artikelen en bracht indextermen aan. Het archief bestond medio jaren zestig uit meer dan 1,3 miljoen Engelstalige uittreksels en een nog groter aantal indextermen. Ook werden de oorspronkelijke teksten van artikelen gekopieerd voor het archief.
Excerpta Medica kwam in 1966 onder leiding te staan van Dr Pierre Vinken. Toen Vinken directeur werd, kreeg hij te maken met een weinig efficiënt productieproces. Bovendien ontwikkelde hij snel grote plannen voor de uitgeefportefeuille, onder meer wilde hij het aantal ‘abstract’-tijdschriften uitbreiden.
In de praktijk kwam het erop neer dat een samenvatting in meerdere tijdschriften zou voorkomen. In het toenmalige productieproces betekende dit het telkens opnieuw zetten van de relevante uittreksels en indextermen. Bovendien streefde Vinken volledige consistentie in de indextermen na en om dat te bereiken moest de gecontroleerde termenlijst, de thesaurus Malimet ( Master List of Medical Terms) worden geautomatiseerd. In feite wilde Vinken meer productie met minder mensen. Ondanks het extra werk dat een grotere productie mee zou brengen, voelde hij niets voor uitbreiding van de typekamer waar de teksten en indextermen op linten voor de zetmachines werden geponst.
Nu was Vinken via zijn werk als neurochirurg in het Academisch Ziekenhuis in Leiden in contact gekomen met automatisering en met prof. Dr. A.R. Bakker, die een ziekenhuisinformatie-systeem (ZIS) aan het ontwikkelen was. Naar aanleiding van deze kennismaking werden in 1967 de technische specificaties opgesteld waaraan een systeem voor Excerpta Medica moest voldoen.
Op zijn zoektocht om zo’n systeem daadwerkelijk te realiseren, kwam Vinken in aanraking met Frans van der Walle, een vliegtuigbouwkundig ingenieur. Deze adviseerde hem bij de aankoop van een computersysteem, vier geschakelde NCR 315-machines. In een volgende stap werden alle zet- en computeractiviteiten van Excerpta Medica ondergebracht in een nieuw softwarehuis, Infonet, een gezamenlijk bedrijf van de uitgeverij en Van der Walle. In 1968 werd succesvol schaduw gedraaid en na installatie van het systeem in 1969 werden er al aanzienlijke besparingen gerealiseerd op het
productieproces van de uitgeverij. Bovendien werd het mogelijk om nieuwe tijdschriften voor steeds kleinere doelgroepen op de markt te brengen.
In 1974 begon Excerpta Medica, inmiddels overgenomen door Elsevier, haar publicaties per magneetband aan te bieden, zowel aan farmaceutische bedrijven voor intern gebruik van de onderzoeksafdelingen als elektronisch aan online-diensten. Zo kwamen de samenvattingen via de informatiedienst Dialog wereldwijd beschikbaar voor medische en farmaceutische onderzoekers.
Door het succes en de ervaringen bij Excerpta Medica kon Infonet uitgroeien tot een softwarehuis dat ook voor derden ging werken. Zo was het bedrijf betrokken bij de ontwikkeling van het redactioneel systeem voor de Grote Spectrum Encyclopedie (1970–1979) en bij de ontwikkeling van het bibliotheeksysteem PICA".

Pierre Vinken (rechts) naast Neelie Kroes, toenmalig staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat in 1980 tijdens de lancering van het Nederlandse knooppunt van het Europese netwerk EURONET*DIANE (foto © NBBI Archief)




In 1972 werd Excerpta Medica overgenomen door Elsevier en kwam Pierre Vinken in het bestuur van de uitgeverij. Zijn ambitie was de uitgeverij de top uitgeverij te laten zijn van professionele (wetenschappelijke en zakelijke) informatie. Uiteindelijk leidde hij Elsevier via een aantal fusies naar het concern Reed-Elsevier. In 1999 nam hij afscheid van het concern. De uitgeverij was inderdaad een van de belangrijkste spelers te worden van wetenschappelijke en zakelijke informatie in de wereld na de aankoop van de informatiedienst Lexis-Nexis.

zaterdag 22 oktober 2011

Persblog (5)

Eerste bespreking
Deze week verscheen de eerste bespreking van het boek op Essentials Media.
De volgende quotes zijn ontleend aan de bespreking:
'Het geeft een compleet overzicht van deze onzekere roerige periode voor 1997'
'Het staat vol met leuke, interessante weetjes'
'valt er veel te leren van de terugblik die mediaveteraan Boumans geeft'

De volledige bespreking is na te lezen op:
Een tweet
Deze week was er het Cinekid festival en de Cinekid conferentie. Voor de Cinekid conferentie waren verschillende experts uit het buitenland over. Zo ook Christy Dena, een expert op het gebied van crossmedia en transmedia. Haar thesis over de praktijk van transmedia staat online.
Ik heb Christy Dena voor het eerst in 2007 ontmoet, dicht bij de Noordpool tijdens een seminar over crossmedia. Tijdens de ontmoetingin Amsterdam heb ik haar het boek gegeven; niet dat zij er ook maar een woord van kan lezen als Australische. Ze zond tegelijk een tweet de wereld.
christydenaDr Christy Dena


With old friend Jak Boumans and he has given me a copy of his book on the history of new media in The Netherlands! Yay! http://bit.ly/n0SnTI

Google search
71 links op Google Search


zondag 16 oktober 2011

Perslog (4)

Het boek heeft veel vermeldingen gekregen in de  Google zoekmachine.

Als de titel Toen digitale media nog nieuw waren wordt ingetikt, verschijnen er 72 links verdeeld over 27 pagina’s.

Wordt de subtitel Pre-internet in de polder ingetikt dan verschijnen er 41 links over 8 pagina’s.

Meest opvallende link: een link naar een Nederlands Wikipedia artikel over P.J. Vinken. In mijn boek wordt Pierre Vinken uitgeroepen als de eerste nieuwe media pionier in Nederland. Met verwijzing naar mijn boek, (zij het met een spelfout in mijn naam) wordt deze observatie overgenomen door de schriver(s) van het Wikipedia artikel.

In het Wikipedia artikel wordt gesteld:

Brede interessse
Vinken heeft altijd een brede interesse gehad. In 1957 was hij met Geert van Oorschot en diverse anderen betrokken bij de oprichting van het literair tijdschrift Tirade. Van 1959 tot 1963 schreef hij onder pseudoniem over kunst in het weekblad Vrij Nederland. Ook publiceerde hij diverse kunsthistorische artikelen, geïnspireerd door prof. William Hekscher. Als directeur van Excerpta Medica werd hij de grondlegger van de digitalisering van de Nederlandse media. (1967). (Bron: Jan Boumans, Toen digitale media nog nieuw waren, 2011, 70, 304). In 1967 werd op zijn initiatief het landelijk pathologisch anatomisch informatiesysteem PALGA opgericht. In 1968 was Vinken mede-oprichter van bibliotheekautomatiseerder PICA. Vinken had een groot aantal commisariaten. In 1996 was hij mede-oprichter van het Republikeins Genootschap. In 2011 werd bekend dat Vinken voorzitter is van het nieuwe cultuurfonds Ammodo, dat is opgezet door de Stichting Optas.

Leuke tweet van Kees Winkel, Hogeschool Utrecht:


Nieuw top-boek 'Toen digitale media nog nieuw waren' van @YJabo Jak Boumans. Eindelijk de context van waar we staan op een rij

vrijdag 14 oktober 2011

Wie komen er in het boek voor (3)

Vanaf 1980 begonnen commerciële informatiediensten in Nederland. Het werd een tweestromenland van online diensten Enerzijds waren er de ASCII databanken; anderzijds de videotexdiensten.

Op 1 april 1980 ging Teletekst de lucht in. Op diezelfde dag lanceerde Kluwer haar Juridische Databank en op 7 augustus begon de PTT met de videotexdienst Viditel.

Op 1 januari 1980 ging DPI (VNU Database Publishing International BV) van start met Jay Curry als directeur.



Op 1 april werd een begin gemaakt met Teletekst. OP het televisiescherm was een schaakwedstrijd tussen Max Euwe, internationaal schaakkampioen, en Wim Stokla, hoofdredacteur van Teletekst.



CAF van Kempen, directeur van Kluwer Rechtswetenschappen, gaf toe dat de Juridische Databank enige tijd nodig zou hebben om rendabel te worden; maar hij gokte op het gemak en de nieuwe generatie.

J. Kist/C. van Brakel, beide leden van de raad van Bestuur van ICU met o.a. de uitgeverij Samsom, gaven in 1981 toestemming voor het opzetten van een informatiedienst Samsom Data Systemen. In 1983 besloten zij de dienst alweer te sluiten. Volgens Van Brakel was het opzetten van de dienst een vergissing en volgens Kist werd de dienst tijdelijk opgeschort. (Joost Kist is op 5 september j.l. overleden)
In 1982 richt Elsevier samen met de investeringsbank van Limburg LIOF het bedrijf Europe Data op. Het bedrijf zou in meerdere talen en meerdere media documenten van de Europese Commissie gaan uitbrengen. In 1987 wordt het bedrijf opgeheven en gaan een aantal medewerkers verder als EPMS o.l.v. Richard Haineback.
Jacobs Media Company profileerde zich als de eerste syndicator/aggregator van kranten in Nederland.

Bulletin Board Systems verschenen in Nederland: BBS Bausch, Max Keizer, Jan Terpstra.
Videotex

In 1979 werd tot Projectmanager van Viditel benoemd P.G.M. (Chiel) Ruiten (+)



Ger Smits was directeur van Tijl Datapress, het bedrijf dat de beurskoersen via Viditel online bracht met een verbinding tussen de computer van de beursvloer, een eigen videotexcomputer en de Viditelcomputer.



Ad Latjes, exploitant van een reisbureau, was met Viditel de luis in de pels van de KLM. Hij bood tickets aan die tegen een lagere prijs in het buitenland waren ingekocht. Hiermee daagde hij het uniforme prijsbeleid van de KLM in Nederland uit.

Rob van den Bergh was directeur van Intermediair en van de vacaturebank Jobdata op Viditel. Na bijna vijf jaar kapte hij de dienst af, aangezien het medium geen concurrent was van de controlled circulationbladen zoals Intermediair. Projectmanager was Frans de Haas.

Henk Kivits, nu directeur Holland Casino, was directeur van het adviesbureau Intercai en projectmanager van het Kabelproject Zuid-Limburg.
Henk de Goede was directeur van verschillende kabelbedrijven, heeft door de mislukking van het Kabelproject Zuid-Limburg afgeleerd om technische discussies te voeren.
Gustaaf van Ditzhuijzen is de uitvinder van interactieve teletekst, een methode om via de telefoon een computer instructies te geven en de informatie via de kabel op het televisiescherm te brengen. Samen met VNU Nieuwe Media ontwikkelde hij de dienst Ditzitel, die echter afgefloten werd door VNU in 1987.



Jo Abelshausen en Kees Rovers van het bureau Telematica International presenteerden eind 1987 een plan om in Nuenen (Noord-Brabant) 30.000 terminals te plaatsen, uiteraard te leveren door Philips. Het project ging niet door, maar in 2005 had Nuenen wel de primeur van het eerste particuliere glasvezelnet
In 1989 verschenen de drie musketiers van videotex op het toneel: Fred Kappetijn, Dick Ahles en Thomas Lof. Zij startte het bureau Brokerits en wat VNU niet gelukt was, deden zij: zij kregen interactieve teletekst aan de praat via Regionale Interactieve Teletekst Services (RITS).

zondag 9 oktober 2011

Radio interview op Radio 1: 9 oktober 2011

Het interview van hedenochtend op Radio 1 is af te luisteren op:
http://www.geschiedenis24.nl/ovt/afleveringen/2011/OVT-09-10-2011.html

Een beschrijving van het item kunt u vinden op:
http://www.geschiedenis24.nl/ovt/afleveringen/2011/OVT-09-10-2011/Nieuwe-media.html

Op de foto: interviewer Paul van de Gaag (rechts) en auteur Jak Boumans (links). Foto: M.W.C. Driessen.

zaterdag 8 oktober 2011

Perslog (3)

9/10/2011 Interview in het radioprogramma OVT (Onvoltooid Verleden Tijd) op Radio 1 tussen 10 en 11 uur. http://www.geschiedenis24.nl/ovt/afleveringen/2011/OVT-09-10-2011.html

9/10/2011 Maand van de Geschiedenis: http://www.innl.nl/page/23581/nl

8/10/2011 door Google zoekmachine zijn 57 vermeldingen op titel getraceerd

8/10/2011 Aquarel Bulletin voor de Vereniging van Eigenaren
Uw buurman heeft een boek geschreven
Uw buurman van nummer 40, Jak Boumans, heeft een boek geschreven, dat dit weekend verschijnt. Het is geen lekker lezende roman of verhalenbundel geworden, maar een soort archeologisch verslag over de nieuwe media in Nederland tussen 1967 en 1997. Veel mensen denken namelijk dat Nederland voor de komst van internet in het begin van de jaren negentig één grote woeste en onherbergzame polder zonder online netwerken was. Maar niets is minder waar.

7.10.2011 Presentatie Vakblad
Presentatie van iVakblad, een elektronische compagnon uitgave van het gedrukte Vakblad, eenm tijdschrift voor uitgevers van professionele informatie. In zowel de gedrukte als digitale editie is het boek Toen digitale media nog nieuw waren aan de orde.


zaterdag 1 oktober 2011

Perslog (2)

Deze week is de publiciteit uitgebreid. Wanneer op de titel van het boek wordt gegoogled zijn er zes pagina's met vermelding van verkooppunten en een bespreking.
Op de dag van verschijning 27/9/2011 begon Bol.com te adverteren. Ook kwam er een aantal boekhandels met de titel online. Ook een aantal webshops maakt melding van het verschijnen van het boek zoals  NRClux.nl en ereadingevent.nl. Dan was er het radio interview met Herbert Blankesteijn op BNR (zie eerdere posting met link naar het interview). Ook stond er die dag een artikel met statiefoto in Almere Deze Week. Verder schreef Jan Stedehouder een stuk over het boek. Jan heeft meegewerkt aan de redactie van het boek. Zijn bespreking is geplaatst op verschillende blogs. Het wachten is nog op de eerste recensies.

NRClux (boekhandel) 29/9/2011: http://www.nrclux.nl/page/nl/product/867607/

Almere Deze Week 28/9/2011

BNR 27/9/2011: http://www.bnr.nl/programma/bnrdigitaal/316253-1109/senatoren-aan-de-ipad


Linuxweblogs.nl 27/9/2011: http://www.linuxweblogs.nl/tag/frontpage/


vrijdag 30 september 2011

Het BNR radio-interview

Op 28 september maakte Herbert Blankesteijn een radio-interview over het boek met de auteur. Het vraaggesprek werd herhaald op 1 oktober 2011. De bloglezer kan het interview beluisteren via de volgende link:

http://www.bnr.nl/?player=archief&fragment=20110928143323840

U wordt gevraagd op de knop AFSPELEN te drukken.
Op de nieuwe pagina klikt op DOWNLOADEN

woensdag 28 september 2011

De boekmakers

Het boek is uit en het is een goed moment om even iets te zeggen over het uiterlijk van het boek. Aan de smoel van het boek hebben drie mensen gewerkt: Chiara Boeri, Nina Noordzij-Everts en Ruud van der Lubben.

Chiara Boeri
Chiara Boeri is een grafisch kunstenaar in Milaan (Italië). Zij is een zeer ervaren graficus die een grote portefeuille heeft, die varieert van boekomslagen tot catalogi voor kunstexposities tot wandversiering. Het is al een tijd geleden dat ik haar vroeg om een tekening voor het voorplat te maken. Ze kreeg een thema mee: technieken zoeken markten en publiek. Als aanduidingen van de techniek kreeg ze de beschikking over een kleine ASCII file en een scherm van de Viditeldienst Jobdata, opgezet door VNU Intermediair met Frans de Haas als projectleider.

Om de illustratie te concretiseren kreeg ze een paar pointers mee via e-mail. Ooit had ze voor een opdracht een gang gemaakt met daaraan gelegen ruimtes. Het idee was om in elke ruimte een artefact van voorbije technologie te tonen. Zeg maar een soort museum. Maar dat idee werd snel verworpen vanwege het museale karakter.
Een ander idee was geïnspireerd op een tekening die ooit in Boekblad had gestaan bij de elektronische uitgeefrubriek. Dat was een mooi miniatuurtje. Het zou de tocht van het boek naar elektronische uitgaves moeten aanduiden.

Maar beide hints werden niet gebruikt. Binnen een week lag er al een tekening in de postbus, die uiteindelijk is gebruikt voor de uitgave. De ASCII file en het Jobdatascherm zijn erin verwerkt en het element van zoeken is meer dan duidelijk.





Nina Noordzij-Everts
Nina Noordzij-Everts is een grafisch ontwerper van Collage in Aldeboarn (Friesland). Zij heeft het hele ontwerp gedaan van de omslag en het binnenwerk. Als letter heeft zij gebruikt: de algemene tekstletter is Collis (ontwerper Christoph Noordzij - uitgever TEFF, The Enschede Font Foundry) en de letter gebruikt voor de bijschriften is de Fresco Sans (ontwerper Fred Smeijers - uitgever OurType/FontShop). Het boek is in driegedeelten opgedeeld en deze delen zijn steeds te herkennen aan een cijfer. Elk hoofdstuk heeft een icoontje meegekregen dat tevens in op elke pagina voorkomt met een paginanummer erin. Deze iccontjes geven een zekere speelsheid aan de pagina. Verder heeft ze lay-out strak gehouden met een variatie aan grote en kleine afbeeldingen, afhankelijke van de kwaliteit van de illustratie.

Ruud van der Lubben
Ruud van de Lubben is fotograaf te Almere. Hij heeft de statiefoto gemaakt die op het achterplat prijkt. De statiefoto is genomen voor mijn boekenkast. Een wand van de boekenkast staat vol met edities van encyclopedieen van 1872 tot 1996. Het is een reflectie van tien jaar werken met encyclopedie-redacties. Tussen de delen van de encyclopedieen staat een Samsung Tablet met het voorplat van het boek. Hiermee is de schakel gelegd tussen de oude media en de nieuwe media. Het gebruik van zwart en voor de hele foto, behalve de tablet benadrukt de overgang.

zaterdag 24 september 2011

Perslog (1)

De publiciteit rond het boek begint te lopen. Persberichten zijn uitgegaan en HBO scholen en universiteiten geinformeerd. Berichten op het web verschijnen naar aanleiding van het persbericht en berichten in gedrukte publicaties. Volgende week woensdag, 28 september 2011, staat een interview gepland bij BNR (Business Nieuws Radio) met Herbert Blankesteijn.

Almere Vandaag 23/9/2011
http://www.almerevandaag.nl/nieuws/almere/article11500531.ece/Boek-over-opkomst-internet

MediaNet Nieuws 22/9/2011:

Immovator 20/9/2011:

eKudos 20/9/2011:

Hd tech-nieuws 19/9/2011:
Persbericht Nieuwsbank 19/9/2011:
Fotobericht Ruud van der Lubben 16/9/2011:
 http://ruudvanderlubben.blogspot.com/2011/09/jak-boumans-toen-digitale-media-nog.html

dinsdag 20 september 2011

Het boek is gepubliceerd!!!

Afgelopen weekend zijn de eerste exemplaren van het boek Toen digitale media nog nieuw waren – Pre-internet in de polder (1967-1997) gearriveerd. Ruim op tijd dus voor de publicatiedatum van 27 september.

De publiciteitsmachine begint nu te draaien. De Nieuwsbank was het eerste met het persbericht. Daarna volgde Hd tech-nieuws met het persbericht.

Ook zijn er de eerste quotes over het boek:
-        Goed dat daar nu ook documentair aandacht voor is! Leo Voogt, Chairman at Netherlands Memory of the World Committee;
-        Voor veel leeftijdsgenoten een feest der herkenning, en voor jongeren een bron van historisch perspectief. Door de Flines, ex-uitgever.

Bestellingen kunnen worden doorgegeven op: shop@media-update.nl

zaterdag 17 september 2011

Wie komen er voor in het boek: De aanloop (2)

De aanloop naar commerciële online diensten en producten ligt in 1967 toen de uitgeverij Excerpta Medica een studie deed naar het gebruik van een computer in de redactionele omgeving. Dat werden uiteraard geen PC’s , want die waren er nog niet. Het werden vier geschakelde NCR 315 machines. De initiator van de studie was Pierre Vinken. Deze neurochirurg innoveerde het redactionele proces van de biomedische uitgeverij Excerpta Media. Uiteindelijk voerde Vinken een elektronische uitgeeflijn bij de uitgeverij in, die vanaf 1974 bestanden op magneetband aan bedrijven aanbood en via de Amerikaanse online informatiedienst Dialog. Met de opgedane ervaring adviseerde Vinken ook de wetenschappelijke bibliotheken en uitgeverijen zoals Uitgeverij het Spectrum. Met de vliegtuigbouwkundige Van der Walle bouwde Pierre Vinken het bedrijf Infonet op, dat zich richtte op elektronisch uitgeven.


Bij TNO werd al vroeg online gerechercheerd naar wetenschappelijke artikelen en met name chemische artikelen. Dit gebeurde onder leiding van Charles Citroen. Hij was ook een van de oprichters van VOGIN (Vereniging van Online Gebruiker Informatiesystemen Nederland) in 1977 (zie foto van oprichting). Charles is voor mij de godfather van online Nederland; ik leerde van hem online zoeken in 1980.

In 1972 werd door de minister van Onderwijs en Wetenschappen de Commissie Nucleaire Informatieverzorging (CNI) opgericht. CNI werd belast met het verzorgen van het Nederlandse aandeel in het International Nuclear Information System (INIS). Na diverse uitbreidingen van het takenpakket werd in 1976 de naam gewijzigd in COmmissie voor BIbliografie en DOCumentatie (Cobidoc). Online databanken waren toen nog nauwelijks bekend en een van de belangrijkste taken van Cobidoc destijds was de voorlichting over en het promoten van informatie uit online databanken.
Cobidoc werd in 1987 geprivatiseerd en de activiteiten op commerciële basis voortgezet in Cobidoc BV. Vanaf het begin maakten Peter Rosenbrand en Jan van der Veen deel uit van Cobidoc.

De EVD, de promotie-afdeling van het toenmalig ministerie van Economische Zaken, was ook vroeg actief met online. Er was een databank met samenvattingen van artikelen over de Nederlandse economie, die online gebracht werd bij Dialog. En later bracht de EVD de Europese aanbestedingen op Viditel. Projectleider was toen de heer Ypma.


Kluwer begon vanaf 1975 met het opzetten van een juridische databank. Vanaf 1977 begonnen Cor Verschoor en Jaap van Beelen met voorlichting over deze databank binnen Kluwer en bij de overheid en advocatenkantoren. Ik maakte toen kennis met online zoeken.







(Ik  begon naar aanleiding van een demonstratie consequenties ervan door te denken voor encyclopedieën voor mijn toenmalige uitgever Oosthoek. Het leverde een typisch plaatje op van de toekomst voorspellen via de achteruitkijkspiegel).




Vanaf 1976 begonnen de omroepen te kijken naar teletekst. Wim Stokla, ex adjunct-hoofdredacteur, kreeg de opdracht om teletekst in de omroep te integreren. Tijdens de Firato, de jaarlijkse consumentenelektronica beurs van 1978 werd een eerste demonstratie gegeven.


Tijdens deze Firato van 1978 gaf de PTT ook een demonstratie van videotex. De demonstraties van teletekst en videotex schiepen grote verwarring, maar ook zag men met name voor videotex commerciële mogelijkheden. De PTT benoemde Ir. Chiel Ruiten (+) tot projectleider voor videotex.


Uitgeverij VNU vond de dreiging groot o.a. voor de vacature advertenties van Intermediair en begon een adviesbureau voor videotex onder de naam TVS onder leiding van Arjen Everts.

dinsdag 13 september 2011

Wie komen er allemaal voor in het boek (1)

Wie komen er voor in het boek (1)
In deze serie passeren een aantal personen, die een pioniersrol gespeeld hebben in nieuwe media, de revue.

Zoals gezien kan worden in de inhoudsopgave kent het boek drie delen met elk drie hoofdstukken: (1) De zoektocht; (2) Tweestromenland in de commerciële online-diensten; (3) Verstoorde groei.

In het eerste deel De zoektocht wordt in drie hoofdstukken de zoektocht van de nieuwe media naar markten geschetst. Het begin van online lag in de VS en kwam vrij snel naar Europa. Verschillende mensen die een pioniersrol in deze ontwikkeling speelden heb ik in het verleden mogen ontmoeten en zijn nu nog in leven.


Aan het begin van de ontwikkeling van nieuwe media staat Vannevar Bush met zijn artikel As we may think, dat in juni 1945 verscheen in The Atlantic Monthly. Deze adviseur van president Roosevelt beschreef in dit artikel de Memex, een apparaat waarin documenten konden worden opgeborgen, maar ook weer tevoorschijn konden worden gehaald.  

Een man waaraan we dagelijks worden herinnerd in onze e-mails dankzij @ is Roy Tomlinson. Deze telecomingenieur werd geconfronteerd met het probleem van de verzending van een e-mail naar verschillende systemen. Boodschappen sturen binnen één computer, was niet zo moeilijk. Maar boodschappen versturen naar verschillende computersystemen en de juiste afslag aangeven, was moeilijker. Daarvoor bedacht Roy Tomlinson het apenstaartje ofterwel het at-teken.




De eerste online informatiediensten werden opgezet door Carlos Cuadra en Roger Summit. Over het begin bestaat een aardige anekdote. Cuadra en Summit zagen de commerciële haalbaarheid van online-diensten nabij komen. Maar was er voldoende markt voor? In 1972 deed Carlos Cuadra, directeur van SDC, er onderzoek naar. Van de 7000 verstuurde enquêteformulieren kreeg hij er slechts 72 terug. De boodschap leek duidelijk: er was geen markt voor online-diensten. Desondanks zag hij met lede ogen hoe zijn concurrent Roger Summit, directeur van Lockheed-zoekdiensten, de online-dienst Dialog commercieel begon aan te bieden. Dialog werd de eerste commerciële, niet-overheidsdienst. Uitgedaagd door Lockheed ging ook SDC in 1973 op de commerciële toer met SDC Orbit. (Tijdens beurzen wilden Cuadra en Summit nog wel eens quatre main spelen op de piano).

Een industrie groeit naar volwassenheid wanneer er een vakblad wordt uitgegeven en beurzen georganiseerd. In 1977 pakten Jeff en Jenny Pemberton die op voor de online informatiediensten. Ze zetten hun bedrijf Online Inc op. Zij gaven tijdschriften uit en eenmaal per jaar organiseerden zij een beurs. De redactie van het bedrijf was progressief en voerden uit wat ze preekten. In 1981 begonnen zij onderleiding van de hoofdredacteur Jean-Paul Emard een 14-daagse online nieuwsbrief Online Chronicle. Ik had het genoegen om hun Europese correspondent te zijn.

 Voor de huidige generaties staat online gelijk met internet. Pas in 1974 gebruikten Vincent Cerf en Bob Kahn voor het eerst de term internet in een document over het transmissieprotocol.

De Europese tegenhanger was Roger Bilboul. Hij richtte ook in 1977 het bedrijf Learned Information op. Het bedrijf bracht tijdschriften uit, organiseerde jaarlijks in begin december de Online Conferenties in Londen. Ik had in 1980 het genoegen het bedrijf in Abingdon nabij Oxford te mogen bezoek als VNU werknemer. Ik kan me nog goed herinneren dat Roger Bilboul zeer schuw was en eigenlijk niets met VNU te maken wilde hebben. Toch heeft hij later het bedrijf verkocht aan VNU en is nog enige jaren divisiedirecteur van de professionele vakinformatie geweest.


In Europa werd online ook opgepikt door de Europese Commissie van de Europese Economische Gemeenschap, een voorloper van de hedendaagse Europese Unie. Vanuit de commissie werd connectiviteit bevordert. Daartoe werd het EURONET*DIANE (Direct Information Access Network for Europe) opgezet. Ambtenaren van de commissie demonstreerden het systeem door heel Europa. Een van die ambtenaren was Franco Mastroddi. Later heb ik hem regelmatig ontmoet bij de Europese Commissie in Luxemburg.

Op 19 juni 1980 werd Nederland op Euronet*Diane aangesloten  door Neelie Kroes, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.




In Europa werd videotex ontwikkeld. Nadat de BBC teletekst had ontwikkeld, kopieerde Sam Fedida van de British Post Office het principe voor telecomdiensten. In november 1976 demonstreerde hij tijdens het kabelcongres in Den Haag. Samen met Rex Malik schreef hij het boek Viewdata.

maandag 12 september 2011

Vandaag liggen de gedrukte katernen bij de binder. Om alvast een voorproefje te geven, hierbij de inhoudsopgave.

i n h o u d s o p g a v e

Inleiding
– Nieuwe media dienen zich aan 15


Deel 1
De zoektocht (1945–1980) 29
– vs, bakermat van online 31
– Online kon ook anders 53
– Nieuwe media in de polder 69

Deel 2
Tweestromenland in de commerciële online-diensten 97
– Commerciele ascii-diensten en databanken 99
– Teletekst en videotex 123
– Verpakte bandbreedte 161

Deel 3
Verstoorde groei 203
– Professionalisering 205
– Internet 235
– Einde nieuwe media, geruisloze omslag 273

Bronnen
– Overzicht gebruikte bronnen 295
– Verantwoording illustraties 301
– Nederlandse tijdlijn 304
– Zaken- en personenregister 308
– Over de auteur 320