woensdag 20 december 2023

Computer genereert kerstverhaal

 Voor de kerstlunch van senioren in het buurtcentrum Cobra in Almere heb ik beloofd een kerstverhaal te vertellen. Ik dacht dat verhaal heb ik zo te pakken. Even googelen op Godfried Bomans en kerstverhaal en Bingo.

U weet wel die man die op televisie in 1973 de Duitse filmster, zangeres en danseres Marlène Dietrich in 1973 aankondigde met de beroemde zin: had mijn vrouw maar één zo’n been.

Ik heb het genoegen gehad om Bomans te mogen ontmoeten. Hij was toen 67 jaar en ik 25 jaar. Bij de introductie vroeg hij aan mij: Wie ben jij? Ik heb hem toen gevraagd om mij met u aan te spreken. Tenslotte heette hij Bomans en ik Boumans.

Inderdaad een kerstverhaal van hem was met google snelheid gevonden. Ik heb dus een kerstverhaal uit 1956 van hem gevonden. Maar ik vond het nogal ouderwets. In het verhaal werden kaarsjes nog aangestoken met lucifers en werden papieren slingers in de kerstboom gehangen. En helemaal ouderwets was de titel van het kerstverhaal: Een witte Kerst.

De laatste witte kerst die we in Nederland hebben gekend, was in 2010; dus 13 jaar geleden.

Dus ik heb mijn computer gevraagd om een verhaal van 400 woorden te maken met de titel: Weer geen witte Kerst. De vraag leverde een verhaal van bijna 400 woorden op. Zie hieronder:

YOU: Maak een verhaal van 400 woorden over Weer geen witte Kerst. Speelt in Nederland

ChatGPT 

In een pittoresk dorpje genaamd De Witte Hoeve, omringd door uitgestrekte weilanden en glinsterende grachten, leefde een hechte gemeenschap die elk jaar reikhalzend uitkeek naar een betoverende witte Kerst. De huizen waren versierd met kleurrijke lampjes en de geur van versgebakken kerstkransjes vulde de straten.

De dagen voor Kerstmis waren koud en helder, maar er was geen spoor van de zo gehoopte sneeuw. De kinderen van De Witte Hoeve stonden bij de ramen, met hun neusjes tegen het glas gedrukt, hopend op die ene vlok die het landschap zou bedekken en de Kerstsfeer compleet zou maken.

Op Kerstavond verzamelden de dorpsbewoners zich op het dorpsplein, waar een prachtige kerstboom stond te schitteren. Iedereen had zich dik ingepakt, verwachtend dat de sneeuw elk moment kon beginnen vallen. Maar de lucht bleef helder en sterren twinkelden als diamanten hoog boven hen.

Terwijl de klok middernacht sloeg, begonnen enkele kinderen zachtjes te zuchten, teleurgesteld dat de sneeuw wederom afwezig was. Maar op dat moment klonk er een opgewonden geroezemoes in de menigte. Uit de hoek van het plein kwam een groepje muzikanten tevoorschijn, met vrolijke deuntjes die de stille nacht vulden.

Kleine lichtjes werden ontstoken, dansend op de tonen van de muziek. De dorpsbewoners begonnen te dansen, lachten en zongen samen. De teleurstelling van de ontbrekende sneeuw leek te vervagen in de warmte van de gedeelde vreugde.

En toen, te midden van al deze viering, begonnen enkele pluisjes naar beneden te dwarrelen vanuit de hemel. Het begon voorzichtig, bijna aarzelend, maar al snel werden de pluisjes groter en voller. Binnen enkele minuten werd het hele dorp bedekt onder een dun laagje sneeuw.

De kinderen juichten, hun gezichten stralend van vreugde terwijl ze elkaar uitdaagden voor sneeuwballengevechten. De volwassenen keken met verwondering toe, zich beseffend dat deze onverwachte sneeuwval de Kerstavond had betoverd.

Ze omhelsden elkaar, genoten van het moment en maakten herinneringen die ze voor altijd zouden koesteren. De Witte Hoeve mocht dan geen dikke sneeuwlaag hebben gehad, maar de vreugde, saamhorigheid en onverwachte vlokken maakten deze Kerst absoluut magisch.

Reactie van mijn kant: niet slecht; een verhaal met een kop en een staart; eenvoudig Nederlands. M.i. moet het verhaal gelocaliseerd worden als spelend in Nederland. Het dorpje Witte Hoeve heeft niets winters; vandaar de associatie met een dorpje bij Winterswijk. Er mag nog wel iets luchtigs in; mijn vrouw leverde haar jeugdherinnering aan sneeuw. Uiteindelijk is het verhaal als volgt: 

Weer geen witte Kerst

In een slaperige dorp bij Winterswijk heerst een opwinding die niet te negeren is. De straten zijn versierd met fonkelende lichtjes, en de etalages van de winkels zijn gevuld met feestelijke decoraties. Maar ondanks alle vreugde die de kerstperiode met zich meebrengt, is er één ding spannend voor de inwoners van Winterswijk: wordt het weer een witte Kerst?

Het is een traditie geworden voor de mensen in het dorp om op Kerstavond naar buiten te gaan en de hemel af te speuren naar de eerste tekenen van dwarrelende sneeuwvlokken. De kinderen richten hun gezichtjes omhoog, hopend op de aanblik van die magische sneeuwval, die hun vakantie compleet zou maken. Maar na vele jaren zijn hun hoopvolle verwachtingen vervlogen door een heldere hemel, bezaaid met sterren.

Afgelopen jaar was niet anders. Terwijl de klok middernacht aantikte op kerstavond, verzamelden de inwoners zich buiten, gehuld in dikke winterjassen en lange sjaals, klaar om de traditie voort te zetten. De lucht was helder, zonder ook maar een enkel wolkje dat de mogelijkheid van sneeuw leek te beloven. De kinderen keken teleurgesteld naar de hemel, wetende dat hun wens voor een witte Kerst opnieuw niet vervuld zou worden.

Maar te midden van hun teleurstelling begon er iets bijzonders te gebeuren. Uit de hoek van het marktplein verscheen een groepje muzikanten, gehuld in kleurrijke kostuums, met violen, trompetten en trommeltjes met belletjes. Ze begonnen kerstliederen te spelen, en al snel begonnen de mensen mee te zingen en te dansen, de teleurstelling van de niet-verschijnende sneeuw vergetend.

Terwijl de muziek door de straten van het dorp klonk, gebeurde er iets magisch. Langzaam begonnen kleine sneeuwvlokjes uit de lucht te dwarrelen, als een zachte deken die de stad bedekte. De verrassing en vreugde op de gezichten van de mensen waren onbeschrijfelijk. Het mocht dan geen dikke laag sneeuw zijn, maar het was genoeg om de straten te bedekken met een vleugje wit.

De kinderen juichten en renden rond, hun handen uitgestoken om de vallende vlokken te vangen. De muzikanten speelden door, hun melodieën vermengd met het gelach en de opwinding van de mensen om hen heen. De inwoners van Winterswijk realiseerden zich dat hoewel de sneeuw misschien laat was gekomen, de ware magie van Kerstmis altijd in de vreugde van samenzijn en de kracht van gemeenschap lag.

Met stralende gezichten en warme harten vierden ze deze onverwachte, betoverende nacht, en terwijl de sneeuw zachtjes bleef vallen, wisten ze dat deze Kerst, hoewel niet volledig wit, een van de meest onvergetelijke zou zijn.

Bron: Het verhaal werd gegenereerd met ChatGPT; localisatie en redactie: Jak Boumans, schrijver Humanitas (Almere) Levensboeken 

vrijdag 1 december 2023

Bewoners laatste Bivakhuisje: de cirkel is rond

Het Bivakhuisje op het tuinencomplex Water-Land in Almere heeft in het voorjaar van 2023 de status van gemeentelijk monument gekregen. Er is grondig onderzoek gedaan mede dank zij een bestand met krantenartikelen, documenten en foto’s. Niet beantwoord was de vraag welk gezin het nu enig overgebleven Bivakhuisje bijna tweeënhalf jaar bewoonde?

Foto: Indeling Bivakhuisjes 

Het Bivak was een plaats in het huidige Almere Haven, waar acht houten stacaravans werden geplaatst in de drooggevallen polder. De stacaravans waren bestemd voor de gezinnen van drie politiemannen, twee GGD'ers, een PTT monteur belast met telecom, een monteur voor gas en licht en een bode van de Haak, een groep barakken voor ambtenaren, annex politie- en dokterspost tegenover het Bivak. De landdrost W.Otto reikte op 1 december 1975 de sleutels van de stacaravans uit aan de toekomstige Bivakbewoners.

Officieel zouden de gezinnen anderhalf jaar op het Bivak wonen. Maar de gezinnen hoefden niet zo nodig. De huur was laag. Maar in 1978 kregen de gezinnen de wacht aangezegd om te verhuizen naar de stenen huizen of elders. Op 6 juli 1978 verliet het gezin van politieman Wim Leeman de stacaravan met huisnr 2. En op 9 november kwam uiteindelijk een pertinent einde aan het Bivak.

(Foto: RIJP)

De stacaravans werden aangeboden aan tuin- en sportverenigingen. Dit was overigens tegen de zin van landdrost Han Lammers, die eerder liet weten dat de stacaravans behouden zouden moeten blijven als monument of zoals hij het zei: een oase in de nieuwe stad. Maar de stacaravans verdwenen. In 2016 werd in het kader van het Geheugen van Almere nog een poging gedaan om de huisjes op te sporen. Zes huisjes waren er niet meer. Wel waren er nog twee over, waarvan één op het terrein van de volkstuinvereniging De Kluitenduikers en de ander op het volkstuincomplex Water-Land. Het Bivakhuisje bij de Kluitenduikers, dat ooit bewoond werd door de politieman Wim Leeman en zijn vrouw Don van der Woude, heeft de verbouwing van een bestuursgebouw van de vereniging niet overleefd. Het huisje op het Water-Land complex staat er nog steeds; het heeft in al die jaren gediend als winkel, kantine en is nu een administratie- en bestuursgebouw van de tuinvereniging.  

Welk gezin? 

De vraag is nu welk gezin heeft er in gewoond? Het huisje op Water-Land bevat geen aanwijzingen over de het gezin dat het bewoond heeft. Er is geen huisnummerbordje aanwezig. Er is gekeken naar het chassisnummer van de stacaravan. De enige aanwijzing is een oorspronkelijk telefoontoestel met een telefoonnummer 11171.

De eerste vraag is natuurlijk of dit een nummer uit de Bivaktijd was. Er zijn drie telefoonlijsten in het Stadsarchief. Op de lijst van het voorjaar 1977 komen zeven Bivakbewoners voor met hun particuliere nummers beginnend met 10, gevolgd door drie cijfers. Een telefoonnummer van de familie Kool, wonend op Bivak 5 ontbreekt op de lijst. De telefoonlijst bevat ook telefoonnummers, die beginnen met 11. Dat zijn allemaal telefoonnummers van bedrijven, die op dat moment werkzaam waren in Almere. Het telefoonnummer van het Bivakhuisje op Water-Land begint met een 11. Op basis van deze deductie werd tot augustus 2023 de voorzichtige conclusie getrokken: het laatste Bivakhuisje is bewoond is geweest door Gerrit Kool (72 jaar) en zijn vrouw Elly (67 jaar). Dit is aannemelijk te maken omdat het telefoonnummer 11171 een zakelijk nummer was. Gerrit Kool werkte als toezichthouder kabelwerk PTT. We hadden de gelegenheid om de vraag te stellen aan Gerrit Kool, die nog steeds met Elly in Almere woont. Hij herkende het telefoonnummer niet. Maar aangezien de telefoonnummers van de andere zeven gezinnen wel bekend zijn, was er ruimte voor een voorlopige voorzichtige conclusie: het is het huisje van de familie Kool. 

De familie Gerrit en Elly Kool 

In het levensboek De Allereerste Almeerder: Wim Leeman wordt precies verteld wanneer en hoe het echtpaar Kool hun stacaravan betrok. Vanaf de eerste sleuteluitreiking in het Bivak op 1 december 1975 waren zes stacaravans bewoond. De andere twee kregen een latere bewoning. Op 20 februari 1976 kwam het pasgetrouwde stel Gerrit en Elly Kool hun stacaravan op Bivak nummer 5 opeisen. Het paar was ’s morgens in Utrecht getrouwd en verscheen ’s avonds tegen elf uur in Almere Haven. Daar werd het paar opgewacht door een auto van de Rijkspolitie en een ambulance, beide met blauwe zwaailichten en gillende sirenes om de laatste kilometer af te leggen naar de woning in het Bivak. Uiteraard werd daar het bruiloftsfeest nog eens dunnetjes tot in de kleine uurtjes overgedaan.

(Foto: Familiearchief Kool) 

Maar de Bivakbewoners hadden ook een aardigheidje bedacht voor het pasgetrouwde stel, zoals de Almere Post van 26 februari 1976 in geuren en kleuren vertelt: Onder de woning ter hoogte van de slaapvertrekken, had men een luidspreker gemonteerd en zodra de laatste lichten van Bivak nummer 5 gedoofd waren daverde het huis van luchtige carnavalsmuziek. Dat sloeg in, want binnen een paar seconden was het licht weer aan. Zonder resultaat werd naar de luidspreker gezocht, waarbij het de nieuwe bewoners wat vreemd voorkwam dat de muziek begon zodra het licht uitging. Pas vroeg in de ochtend werd het weer rustig in de polder. 

In 1978 verhuisde het gezin Kool naar de Rozenwerf.  

Einde zoektocht 

Na het contact met de familie Kool, kreeg Boumans via Stadsarchief contact met een oud voorzitter van het tuinencomplex Water-Land, Hans van Lingen. Hij is betrokken geweest bij de schenking van het Bivakhuisje door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP). Gevraagd naar het telefoonnummer bevestigde hij dat het een zakelijk nummer voor noodgevallen was van de post-Bivak periode. Eerst bood het RIJP de stacaravan aan voor 1600 gulden, af te betalen in 3 jaar. Maar de RIJP kwam hierop terug en schonk het gebouwtje voor 1 gulden aan de volkstuinvereniging. Gevraagd naar de bewoner van het huisje werd Van Lingen verteld: de chauffeur van de ambulance. In het Bivak woonde twee GGD’ers, de heer Marcusse en de heer Van den Bos. Contact met de dochter van Bos, Aukje, maakte duidelijk, dat haar vader de ambulancechauffeur was. En daarmee was het gezin Van den Bos geïdentificeerd als de bewoners van het laatste Bivakhuisje met het adres Bivak 6. Aukje was 11 jaar toen zij op het Bivak kwam wonen en ging met de taxi naar school in Muidenberg. Toen het Bivak werd opgeheven is het gezin verhuisd naar de Parkwerf in Almere haven.

Foto links: Vader van den Bos en Aukje op 1 december 1975 (familiearchief Van den Bos; Foto rechts: Aukje (r) met Kees Ahles (l) op 9 september 2023  

De cirkel is rond 

Toch had Onno van den Bos een wens toen hij de deur van het Bivakhuisje achter zich dicht trok. In de Almare van 24 maart 1978 stelt hij het toch wel jammer te vinden, dat het Bivak uiteindelijk helemaal zal verdwijnen: Maar ik ben het wel eens met de uitspraak, die landdrost Lammers blijkbaar eens heeft gedaan, dat er van dat bivak een soort monument moest worden gemaakt. Op 9 september 2023 kwam de cirkel rond. Op 1 december 1975 mocht Aukje samen met haar vader en moeder in aanwezigheid van landdrost W. Otto de deur van het Bivakhuisje nr.6 openen. Op 9 september 2023 onthulde Aukje van den Bos samen met wethouder Kees Ahles het schildje dat de gemeentelijke monumentenstatus van het Bivakhuisje aangeeft. 

Jak Boumans  

Samensteller De Allereerste Almeerder: Wim Leeman; 2021, een Humanitas Almere Levensboek. Het boek is online beschikbaar via het Stadsarchief Almere.

zaterdag 4 november 2023

Barbapapa in de Van Dale

De naam Barbapapa van de gelijknamige boeken, tekenfilm en televisieserie wordt in het woordenbestand van Van Dale opgenomen. Het verhaal gaat over een gezin van vormeloze figuren, die elke gedaante kunnen aannemen. Problemen lossen ze op doordat de personages transformeren in bijvoorbeeld een ladder, een kruiwagen of een instrument. Het is een laat en posthuum eerbetoon aan Frank Fehmers, de uitgever en drijvende kracht achter het Barbapapaproject. 

Dat Frank Fehmers de uitgever werd van de Barbapapa boeken, de tekenfilms en televisieseries is wonderlijk, gezien zijn achtergrond. Frank Fehmers wilde uitgever worden en kwam in 1964 terecht bij Paul Brandt, een religieuze uitgever van filosofie en theologieboeken o.a. Concilium, in het Gooi. In 1966 ging hij werken bij een relatie van Paul Brandt in New York, the Paulist Press. Daar kreeg hij de rol van rechtenagent, die Europese filosofie en theologieboeken in ontvangst nam en leesrapporten aan de uitgever, Kevin Lynch, gaf, waarna beslist werd of een werk zou worden uitgegeven. Als Nederlander was hij het kanaal voor de boeken van de nieuwe theologie uit Nederland en Duitsland, waar theologen als Schillebeeckx, Schoonenberg en Küng hoogtij vierden.

Tijdens zijn verblijf in New York kwam ik in contact met Frank Fehmers. Als student, die Nederlands sprak en las en in New Orleans filosofie en theologie studeerde, kreeg ik via Frank Fehmers boeken ter evaluatie toegestuurd, waarvan ik een leesrapport moest schrijven. Was het boek de moeite waard om te laten vertalen of niet. Het leverde mij een bibliotheek aan nieuwe theologieboeken op en wat leefgeld naast de basis studiebeurs. Op deze manier kreeg ik ook vertalingen toegespeeld. Zo vertaalde ik als James M. Boumans twee theologieboeken in het Engels: The Sacrament of the Eucharist en The Prophet of the Nearness of God.

In 1969 ging Frank Fehmers terug naar Amsterdam en begon daar een rechtenagentschap in theologie en filosofieboeken in Amsterdam. Via een kinderbijbelproject breidde hij zijn scope uit. En toen belde Talus Taylor hem of Frank eens wilde kijken naar een tekening van vormloos figuur, Barbapapa (uit het Frans barbe à papa dat letterlijk baard van pappa betekent, maar ook staat voor suikerspin). Met het bedrijf Frank Fehmers Productions begon hij kinderboeken te produceren van Barbapapa en vanaf 1973 televisieproducties.In 1982 kwam een plotseling einde aan de samenwerking met Talus Taylor. Frank Fehmers ging zelfstandig als producent van kinderseries verder.

Luister naar het interview van Ischa Meijer en Frank Fehmers in 1992:  https://www.vpro.nl/speel~POMS_VPRO_195790~afl-26-frank-fehmers-een-uur-ischa~.html