donderdag 29 november 2018

Werelddag Digitale Duurzaamheid

De VN heeft de laatste donderdag van november uitgeroepen tot Werelddag Digitale Duurzaamheid. Speciale aandacht wordt besteed aan de digitaal duurzaamheid van erfgoed en vintage items. Maar wat betekent digitaal duurzaamheid?

Het woord duurzaamheid, in het Engels preservation) doet me denken aan Preservation Hall in New Orleans, Louisiana. De stad is beroemd om zijn Dixieland muziek, maar dat is niet altijd zo geweest. Pas na de heropleving van de Dixielandmuziek in de jaren vijftig kwam Dixieland weer in zwang met marsen in de French Quarter en bands in de carnavalsoptochten van Mardi Gras. Het was in 1961 dat in de St Peter Street een oud gebouw werd aangewezen om de traditie van de Dixielandmuziek te promoten. En dat is wat er gebeurt. In de jaren zestig begonnen veteraanmuzikanten als Sweet Emma en Kid Thomas er beroemde blues te spelen. Toen de veteranen gestorven en begraven waren met de laatste mars Oh, when the Saints, ging de muziektraditie verder. De vrij sobere muziekzaal is de belichaming van de duurzaamheid met drie trefwoorden: Beschermen, Bewaren en Bestendigen.

Preservation Hall is een analoog duurzaamheidsproject, misschien met uitzondering van de digitaal opgenomen muziek-cd's,die er zijn opgenomen. Maar de 3B slogan geldt ook voor digitale duurzaamheid. Natuurlijk kunnen veel erfgoed en vintage items zoals bestaande muziekopnames, bestaande films, papieren boeken via de AC/DC route worden omgezet van analoog naar digitaal voor conserveringsdoeleinden in archieven, musea of andere geheugeninstituten. Maar interessanter is de conservering van digital-born  voorwerpen, geproduceerd met computers. De vraag is vaak: waarom zouden we ze bewaren? Natuurlijk kunnen computers en randapparatuur bewaard  worden voor technische doeleinden en soms voor het tonen van ergonomische aspecten zoals het gebruik van een muis. Maar het is interessanter om digitale artefacten te bewaren om te laten zien hoe digitale technologie is gebruikt om een artefact van schoonheid te creëren, of het nu gaat om digitale kunst of games of voorwerpen uit andere disciplines.

Laten we mooie of schurende digital-born voorwerpen duurzaam bewaren, anders gaan ze verloren of moeten ze opgraven met behulp van digitale media-archeologie.


UPDATE...UPDATE...UPDATE


Op de Werelddag van Digitale Duurzaamheid publiceert de Koninklijke Bibliotheek dat zij een webcollectie hebben gevonden en gearchiveerd van Euronet.nl, internetproviders in Nederland sinds mei 1994 enna XS4ALL en De Digitale Stadeen van de oudste hosts. Euronet  is verschillende keren veranderd van eigenaar en naam,maar nog steeds is de oorspronkelijke URL of webadres euronet.nl niet veranderd sinds 1994. Daardoor zijn er anno 2018 nog steeds websites uit de begintijd van het Nederlandse web online.  Uitzonderlijk is dat anno februari 2017 het oorspronkelijke overzicht nog online te vinden was wat er aan sites op het web was gehost in mei 1997, december 1998 en in 2005. Hierdoor was de oorspronkelijke omvang van het Euronetdomein op deze data redelijk nauwkeurig te reconstrueren. Ook voor toekomstige onderzoekers is dergelijke data een goudmijn.


maandag 26 november 2018

De powervrouw van Gelre


Aan het einde van de tentoonstellingsroute in het museum Het Valkhof in Nijmegen staat ze: de powervrouw uit de vijftiende eeuw, Maria van Gelre. Een aristocratische dame, gekleed in hoofse stijl en met een boek in de handen; een zeldzaam boek en zeker voor een vrouw in die tijd.

Achtergrond Maria
Marie d’Harcourt wordt in 1380 geboren in Normandië. Ze is een nichtje van de Franse koning Karel VI en verkeert al op jonge leeftijd in de allerhoogste hofkringen.  Als tiener wordt Marie hofdame bij Valentina Visconti en Louis d’Orléans, de broer van de koning. Op 5 mei 1405 trouwt Marie met Reinald IV, hertog van Gulik en Gelre. De 40-jarige Reinald had er tot dan toe op los geleefd, zes bastaardkinderen verwekt, maar moest serieus aan de bak toen zijn oudere broer, hertog Willem I in 1402 overleed. Maria komt eind juli 1405 aan in Gulik en Gelre, dat een zeer welvarend hertogdom is. Ondanks de regelmatige verplaatsingen tussen zes burchten in het hertogdom leefden de hertog en hertogin rijkelijk qua cultuur, kunst, sieraden en muziek evenals maaltijden. Het huwelijk blijft kinderloos. Maria sterft na 1427.

Lees de blogposting verder op:  http://bit.ly/2SaJJYs

zaterdag 17 november 2018

30 jaar open internet in Nederland

Deze blogposting werd op 17 november 2013 geplaatst ter gelegenheid van het 25 jarige jubileum van de aansluiting van Nederland (.nl) op het internet van de National Science Foundation.

Op 17 november 2018 is het precies 30 jaar geleden dat het toenmalige Mathematisch Centrum, nu Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) vanuit Amsterdam werd aangesloten op het NSFnet, het netwerk van het Amerikaanse National Science Foundation. Hiermee kreeg Nederland en Europa toegang tot het open internet. Het was het begin van hedendaagse internet voor wetenschappelijke instituten en universiteiten en later voor bedrijven en consumenten.

Internetpioniers Jaap Akkerhuis, Daniel Karrenberg, Teus Hagen en Piet Beertema (CWI) tijdens het afscheid van Piet Beertema op het CWI ter gelegenheid van zijn pensionering, op 16 September 2004. Bron: CWI.
Tot die datum werd internetverkeer geleid via ARPANET, het Amerikaanse militaire netwerk. Dit netwerk was ontwikkeld vanaf 1969 en kreeg in 1975 gestalte toen Vincent Cerf and Bob Khan voor het eerst de term internet gebruikten in een lezing waarin zij het TCP/IP protocol beschreven. Het netwerk werd overigens niet alleen gebruikt voor militaire doeleinden, maar ook door wetenschappelijke instituten en universiteiten, die gelieerd waren aan wetenscahppelijk onderzoek voor de overheid. Via dit netwerk maakte ook het mathematisch Centrum in 1982 contact. Dankzij dit contact waren de medewerkers van het Mathematisch Centrum in contact met de internet ontwikkelingen. Toen in 1985 voor de eerste keer de URL met de suffix.com werd uitgegeven aan het Amerikaanse bedrijf Symbolics Inc., keek de medewerkers, waaronder Piet Beertema, uit naar de suffix .nl. Op 25 april 1986 kreeg Nederland als eerste land een landensuffix toegewezen, een belangrijke ontwikkeling voor Nederland. Piet Beertema werd de eerste registerhouder van .nl. Veel werk was dat nog niet, want in de eerste twee jaar werden 87 URLs uitgegeven.

In 1986 werd het academisch netwerk uit het militaire netwerk gelicht en in het netwerk van de National Science Foundation, NSFnet,  ondergebracht. In 1988 werd dit netwerk zelfstandig, voornamelijk gericht op academische instellingen.  

De e-mail over de eerste niet-militaire transatlantische internetverbinding tussen CWI en de Verenigde Staten. Bron: Piet Beertema.
 

Op zondag 17 november 1988 was het dan zover dat het Mathematisch Centrum om 14.30 uur werd aangesloten op NSFnet. Nederland werd als eerste land in Europa aangesloten op het open internet. Om 14.30 uur ontving systeembeheerder Piet Beertema per e-mail de mededeling dat het Mathematisch Centrum als eerste instelling buiten Amerika officieel toegang kreeg tot NSFnet. De aansluiting betekende ook dat Europa toegang kreeg tot NSFnet via EUnet. Met de aansluiting kreeg Nederland, maar ook Europa, toegang tot een academisch computernetwerk, dat later uitgroeide tot het wereldwijd en open internet. Dit netwerk werd niet gecontroleerd door militairen en de militaire industrie, maar was open, hetgeen consequenties had voor de latere gebruikers zoals gratis gebruik.

Video van 1 Vandaag (16 november 2018) ter gelegenheid van de 30ste verjaardag van de aansluiting op het internet van de National Science Foundation (NSF).

Bij het CWI op het Amsterdam Science Park is er in 2013 een gedenkplaat aangebracht op de plaats waar het Nederlandse en Europese internet 25 jaar geleden begon.

donderdag 1 november 2018

De pers in de mediatransitie

Ik ben een liefhebber van retro-pc’s en sinds een herniaoperatie met name van draagbare retro-pc’s. Toen ik onlangs dan ook een Kaypro op de veilingsite Catawiki zag, begon de geheugenmachine meteen te werken. Want daarmee konden verslaggevers en correspondenten, na de automatisering van het zetproces met mainframes en mini-computers, eindelijk voetbalwedstrijden, evenementen en persconferenties ter plekke verslaan.

Lees verder in het inct.archief van de digitale geschiedenis: