woensdag 14 juni 2023

Erfgoed en de jonge stad

Over twee jaar in 2025 is het 50 jaar dat het Bivak werd geopend waar de kwartiermakers van Almere (politie, GGD, PTT, PGEM, Rijp) met 8 gezinnen, 22 volwassenen en 9 kinderen in houten chalets kwamen wonen. En een jaar later de eerste stenen huizen werden toegewezen aan 24 gezinnen.  In 1984 werd Almere een gemeente. Heeft zo’n jonge stad (new town) al behoefte aan het benoemen van erfgoed.

Almere is gebouwd op grond onttrokken aan de Zuiderzee. Onder die grond worden archeologische vondsten gedaan. Zo zijn er sporen gevonden uit de Steentijd. Er liggen ook de nodige wrakken van schepen, die voeren op de Zuiderzee. Zo is er het Koggeschip gevonden; verschillende voorwerpen hiervan worden tentoon gesteld en rond de vindplaats is een park gemaakt. Maar ook worden er vliegtuigen uit Wereldoorlog gelocaliseerd en evt. (deels) opgegraven. Ter gelegenheid van Nationale Archeologiedagen 2017 is het boek 'De onderkant van Almere. Almeerders maken hun stad' gepresenteerd (het boek is verkrijgbaar in het Erfgoedhuis Almere).

 

Stadsgesprek Almere 7 juni 2023

Maar als eigentijds erfgoed ter sprake komt, is men in Almere schuw. Een wethouder zei ooit over de vraag van erfgoed in Almere: Wij kijken liever vooruit. De titel van een onlangs gehouden Stadsgesprek luidde:  Verkwanselt Almere haar historie. De toonzetting van het gesprek kwam voort uit de sloop van een van de oudste gebouwen, ooit De Toekomst geheten en laatstelijk De Trekvogel. Dit gebouw dat sinds 1964 onderdeel uitmaakte van het werkeiland, van waaruit de dijken voor de toekomstige polder werden aangelegd, was in slechte staat en bevatte asbest. Eigenaar het Flevolandschap koos voor sloop: “Het gebouw zelf is wellicht het enige nog overgebleven exemplaar van dit type pioniersgebouw, maar de vervallen staat waarin het verkeert en de zeer bescheiden architectuurhistorische vormgeving op zich maken het gebouw niet monumentwaardig. De hoge cultuurhistorische waarde van De Trekvogel vraagt wel om een zorgvuldige omgang met de betekenis van het gebouw en de plek.” Dat was het en de beuk erin. Of het nieuwe bezoekerscentrum van het Nationale Park Het Nieuwe Land ooit de herinnering aan de loods van het werkeiland zal oproepen, is nog maar de vraag. Misschien een filmpje en een virtuele 3D-simulatie.

De sloop van de Trekvogel is voorlopig de laatste in een serie. Zo is het gebouw De Eemhaven zonder veel discussie tegen de vlakte gegaan. Over De Beurs, een voorbeeld van brutale betonarchitectuur in een ruige polder,  was wel discussie, maar maakt uiteindelijk met toestemming van de Gemeenteraad  plaats voor hoogbouw met veel glas. En dan is er nog het kunstmuseum De Paviljoenen, dat ontmanteld werd. De volgende discussie gaat over de Voetnoot, een gemeentelijk gebouw, dat ooit de bibliotheek huisvestte en dat nu een cultureel trefpunt is in Almere met o.a. het kantoor van de toneelgroep Suburbia en kunstenaarsateliers. De Voetnoot ligt naast het Stadhuis, dat onlangs de High Note naast zich heeft gekregen, een gebouw van 19 verdiepingen, 157 huurappartementen, gezamenlijke voorzieningen en commerciële ruimten.  Verkoop van de Voetnoot aan een projectontwikkelaar is dan ook niet ondenkbaar; zeker in het licht van het verlies van de Floriade. De vraag kan dan ook gesteld worden of de gemeente Almere erfgoed opoffert voor grote-stadsprojecten. 

Maar er is ook wel erfgoed, dat goed bewaard wordt. Het Koggeschip in het Koggepark is al vermeld. Ook is er de haven aan de Hoge Vaart. Dat is een rusthuis voor varend erfgoed, bestaande uit oude vrachtschepen, die nu bewoond en bewaard worden. Eveneens aan de Hoge Vaart staat op het terrein van  de graansilo uit 1971 een appartementsgebouw, dat de kenmerken van de graansilo bevat, inclusief de Jacobsladder voor de aan- en afvoer van het graan. Verder is er een grote landbouwschuur waar werktuigen bewaard worden, die gebruikt zijn bij de inpoldering. 

Het Bivakhuisje uit 1975, dat nu staat op het tuinencomplex Water-Land

Tot nu toe heeft de Almere een gemeentelijk monumentenregister met drie objecten.Het eerste object is het politiebureau in Almere Haven uit 1985, een ontwerp van Office for Metropolitan Architecture (OMA): Rem Koolhaas, Arjan Karssenberg, Jeroen Thomas. Het tweede object is de Seintoren, dat in maart 1998 werd geplaatst op de kop van de landtong op het Havenhoofd. Recent is de toekenning van de gemeentelijke monumentenstatus van het enig overgebleven Bivakhuisje van de acht, waarin de gezinnen van de kwartiermakers uit 1975 verbleven. Maar bij deze erfgoedvoorbeelden kan de vraag gesteld worden of dit geen laaghangend fruit is, dat commerciële stadsprojectontwikkelaars links laten liggen als niet interessant.

De discussie over erfgoed in Almere zal doorgaan, zeker gezien de inbreiding, die de gemeente wenst in het centrum. In het Stadsgesprek werd de conclusie getrokken dat gemeenteraadsleden geen historisch besef hebben of er niet naar handelen. Dit terwijl erfgoed ankers zijn voor het geheugen van een stad. Het geeft herkenning, houvast en identiteit aan een stad en regio. Het verteld over de grote veranderingen in de leefomgeving en het leven van de bewoners.

Tijdens het Stadsgesprek werd dan ook gesuggereerd dat er een Dag van Almere zou moeten komen met lespakketten voor scholen en manifestaties voor Almeerders. Als dag werd 23 mei voorgesteld, de dag waarop de Zuidelijke Flevopolder in 1968 droogviel en aan de bouw van Almere kon worden begonnen.