Onlangs las ik over het idee van uitgevers om een soort Spotify voor kranten op te zetten. Spotify is een betaalde aggregatiedienst voor muziek. Met een maandabonnement kun je zoveel eten, pardon luisteren als je wilt. Maar naarmate kranten en e-zines het bericht hadden van de Volkskrant hadden gekopieerd, werd duidelijk dat de krantenuitgevers meer denken aan een knipseldienst. Mijn eerste gedachte was: waar heb ik dit meer gehoord? Oja, 16 jaar geleden in Nederland.
In 1996 zat mijn adviesbureau Electronic Media Reporting om de tafel met negen Nederlandse krantenuitgevers om het project Central Station Nederland op te starten. De bedoeling was om in een centrale databank kranten- en tijdschriftenartikelen op te slaan en deze ter beschikking te stellen van bedrijven en instellingen. Er werd o.a. een juridische studie uitgevoerd over het auteursrecht en databankrecht, er werd gestudeerd op het vraagstuk van monopolie en er werd een uitgebreid marktonderzoek gehouden. Het zou een mooi project worden, zeker in het medialandschap van toen, waarin commerciële knipseldiensten geen sou betaalden aan de kranten en documentatiediensten van ministeries, overheidsinstellingen en grote bedrijven ongebreideld knipselkranten produceerden.
Het project in Nederland volgde het voorbeeld van Central Station dat in 1995 in Belgie begonnen was met het idee van een knipseldienst. In 1997 liep het project echter vast op extravagante financiële eisen van de dagbladjournalisten en freelancers. Maar dit was gelukkig tijdelijk, want de digitale databank kwam later wel van de grond onder de naam Mediargus. Intussen heeft deze een databank met 27 miljoen artikelen sinds 1988 alle Vlaamse en sommige Nederlandse kranten, de Roulartamagazines en het persagentschap Belga of wel 17 kranten, 414 regionale edities, 99 tijdschriften en 5 persagentschappen, maar ook 24 websites en 9 radio- en televisiezenders. En dat is alleen voor Vlaanderen. Mediargus werkt samen met een vergelijkbare Franstalige dienst Pressbanking.
De Belgische gerechtelijke uitspraak in 1997, waarbij de journalisten gelijk kregen ten aanzien van het auteursrecht maar niet ten aanzien van de financiële eisen had ook effect op de Nederlandse werkgroep. De Nederlandse uitgevers werden schichtig en vroegen zich af of zij met het project door konden gaan. Tenslotte moesten ze ook nog aan tafel met de journalisten om te onderhandelen over pensioenen. Bovendien schoot PCM, ook deelnemer aan het project, onder de duiven van de werkgroep met de onaangekondigde aankoop van de Persdatabank, een slechtlopend krantenarchief, geleid door een Haagse gemeenteambtenaar, in het kader van het project Den Haag Telematicastad. De Persdatabank werd samengevoegd met het PCM archief, Factlane, dat in 2002 op haar beurt doorverkocht werd aan LexisNexis.
Nu studeren de uitgevers dus op een dienst, geen Spotify, maar ook geen knipseldienst. Eigenlijk is het een Persoonlijke Alert Service (PAS), een combinatie van een gepersonifieerd persbureau met een archief. De abonnee geeft een profiel op, ontvangt ’s morgens een selectie uit de kranten en tijdschriften à la de Google nieuwsdienst, maar nu wel met gesigneerde artikelen, en ontvangt door de dag heen aanvullingen.
Worden de uitgevers hier rijk van? Dat valt nog te bezien. De markt voor betaalde kranten en tijdschriftencontent is nog steeds niet groot. Archiefdiensten, zelfs van het Financieele Dagblad, zijn niet de moneymakers van de uitgeverijen. In het businessplan van de Nederlandse uitgevers, die in 1996 aan tafel zaten, rekende het adviesbureau de uitgevers voor dat zij op basis van het uitgebreide marketingonderzoek in jaar 3 op een omzet van 5,3 miljoen gulden zouden kunnen rekenen. De omzetcijfers van vandaag zullen ongetwijfeld anders liggen, maar een echte vetpot zal het niet zijn. Desondanks bestaat de Belgische dienst Mediargus nu meer dan 10 jaar en hebben zij rechten in eigen handen gehouden, zodat zij zonder enige moeite Google tegemoet konden treden, die uiteindelijk in België inbond.
Ik ben benieuwd of de Nederlandse kanten- en tijdschriftenuitgevers na 16 jaar nu wel de dienst van de grond gaan tillen.
In 1996 zat mijn adviesbureau Electronic Media Reporting om de tafel met negen Nederlandse krantenuitgevers om het project Central Station Nederland op te starten. De bedoeling was om in een centrale databank kranten- en tijdschriftenartikelen op te slaan en deze ter beschikking te stellen van bedrijven en instellingen. Er werd o.a. een juridische studie uitgevoerd over het auteursrecht en databankrecht, er werd gestudeerd op het vraagstuk van monopolie en er werd een uitgebreid marktonderzoek gehouden. Het zou een mooi project worden, zeker in het medialandschap van toen, waarin commerciële knipseldiensten geen sou betaalden aan de kranten en documentatiediensten van ministeries, overheidsinstellingen en grote bedrijven ongebreideld knipselkranten produceerden.
Het project in Nederland volgde het voorbeeld van Central Station dat in 1995 in Belgie begonnen was met het idee van een knipseldienst. In 1997 liep het project echter vast op extravagante financiële eisen van de dagbladjournalisten en freelancers. Maar dit was gelukkig tijdelijk, want de digitale databank kwam later wel van de grond onder de naam Mediargus. Intussen heeft deze een databank met 27 miljoen artikelen sinds 1988 alle Vlaamse en sommige Nederlandse kranten, de Roulartamagazines en het persagentschap Belga of wel 17 kranten, 414 regionale edities, 99 tijdschriften en 5 persagentschappen, maar ook 24 websites en 9 radio- en televisiezenders. En dat is alleen voor Vlaanderen. Mediargus werkt samen met een vergelijkbare Franstalige dienst Pressbanking.
De Belgische gerechtelijke uitspraak in 1997, waarbij de journalisten gelijk kregen ten aanzien van het auteursrecht maar niet ten aanzien van de financiële eisen had ook effect op de Nederlandse werkgroep. De Nederlandse uitgevers werden schichtig en vroegen zich af of zij met het project door konden gaan. Tenslotte moesten ze ook nog aan tafel met de journalisten om te onderhandelen over pensioenen. Bovendien schoot PCM, ook deelnemer aan het project, onder de duiven van de werkgroep met de onaangekondigde aankoop van de Persdatabank, een slechtlopend krantenarchief, geleid door een Haagse gemeenteambtenaar, in het kader van het project Den Haag Telematicastad. De Persdatabank werd samengevoegd met het PCM archief, Factlane, dat in 2002 op haar beurt doorverkocht werd aan LexisNexis.
Nu studeren de uitgevers dus op een dienst, geen Spotify, maar ook geen knipseldienst. Eigenlijk is het een Persoonlijke Alert Service (PAS), een combinatie van een gepersonifieerd persbureau met een archief. De abonnee geeft een profiel op, ontvangt ’s morgens een selectie uit de kranten en tijdschriften à la de Google nieuwsdienst, maar nu wel met gesigneerde artikelen, en ontvangt door de dag heen aanvullingen.
Worden de uitgevers hier rijk van? Dat valt nog te bezien. De markt voor betaalde kranten en tijdschriftencontent is nog steeds niet groot. Archiefdiensten, zelfs van het Financieele Dagblad, zijn niet de moneymakers van de uitgeverijen. In het businessplan van de Nederlandse uitgevers, die in 1996 aan tafel zaten, rekende het adviesbureau de uitgevers voor dat zij op basis van het uitgebreide marketingonderzoek in jaar 3 op een omzet van 5,3 miljoen gulden zouden kunnen rekenen. De omzetcijfers van vandaag zullen ongetwijfeld anders liggen, maar een echte vetpot zal het niet zijn. Desondanks bestaat de Belgische dienst Mediargus nu meer dan 10 jaar en hebben zij rechten in eigen handen gehouden, zodat zij zonder enige moeite Google tegemoet konden treden, die uiteindelijk in België inbond.
Ik ben benieuwd of de Nederlandse kanten- en tijdschriftenuitgevers na 16 jaar nu wel de dienst van de grond gaan tillen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten