woensdag 30 juli 2014

Reacties voorstel Erfgoedwet

De deadline van de internetconsultatie voor de nieuwe Erfgoedwet is zo’n veertien dagen geleden gepasseerd. De internetconsultatie heeft 79 openbare reacties opgeleverd; gezien de aandacht voor het onderwerp een zeer bescheiden aantal. De reacties komen uit verschillende hoeken. Natuurlijk komen er reacties van musea (Rijks-, film-), archeologie-instellingen en gemeenten. Ruim vertegenwoordigd is de botenwereld. In een reactie uit de hoek van het mobiele erfgoed wordt gesteld dat mobiel erfgoed er bekaaid vanaf komt in het wetsvoorstel. Dat is niet verwonderlijk, want de nieuwe wet kijkt vooral naar het traditionele erfgoed in rijksbeheer en heeft nog weinig oog voor nieuwe erfgoedgebieden.

Een gebied als digitaal erfgoed komt er echt bekaaid vanaf. In het wetsvoorstel komt het woord digitaal niet eens voor. In de memorie van toelichting komt het woord slechts vier keer voor en dan nog in een museale en administratieve context. Qua reacties op het wetsvoorstel zijn er twee reacties (van de 79) van instanties, die zich bezighouden met digitale duurzaamheid van erfgoed informatie. Zo is er een voorstel om het e-Depot Nederlandse Archeologie onder te brengen bij Data Archiving and Networked Services (DANS), een activiteit van de Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen (KNAW). Een andere, te verwachtte, reactie komt van de Digitaal Erfgoed Nederland (DEN), een stichting, die meer aandacht vraagt voor het belang van ICT-standaardisatie en informatiebeleid voor behoud en gebruik van digitaal cultureel erfgoed.

Wanneer gesproken wordt over digitaal cultureel erfgoed, dan wordt dus eigenlijk gesproken over digitale duurzaamheid in de sector cultuur (zie DEN rapport Nationale Verkenning Digitale Duurzaamheid; juni 2009). Digitale duurzaamheid omvat de volgende gebieden:
Born digital erfgoed: erfgoedmateriaal dat van origine al digitaal is, zoals elektronische archieven, digitale kunst of foto’s die met digitale camera zijn gemaakt;
Gedigitaliseerd erfgoed: erfgoed dat van origine niet digitaal is, maar waarvan met digitalisering een reproductie is gemaakt;
Digitale informatie over erfgoed, bijvoorbeeld beschrijvingen, detailfoto’s of digitale reconstructies van het erfgoedobject; de informatie wordt meestal in een geordende vorm (bijv. een database) beschikbaar gesteld.
Digitaal in de context van het DEN rapport is een nogal generieke term en betekent eigenlijk: duurzaam dankzij digitale opslag, zodat kan worden geadministreerd en digitaal getoond.

Meer specifiek valt onder deze term hardware, software, media en contentproducten (born digital erfgoed). Jammer dat de Stichting Computer Erfgoed Nederland (SCEN; site wordt vernieuwd) en de Stichting Telecommunicatie Erfgoed Nederland geen reacties hebben ingestuurd om in de Memorie van Toelichting de term digitaal erfgoed nader te specificeren als digitale duurzaamheid van erfgoed en het nieuwe gebied van digitaal erfgoed, dekkend het ICT gebied, bestaande uit hardware, software, media en content- en archiefproducten.

Het gebied van digitaal erfgoed is een opkomend gebied en verdient aandacht. Er zijn een paar rijks- en gemeentelijke instellingen, die reeds het woord digitaal erfgoed kunnen spellen. Uiteraard zijn dat de rijksinstellingen Koninklijke Bibliotheek (met e-Depot en KB Webarchief) en het Nationaal Archief (Archief 2020) voor content- en archiefproducten en -diensten. Op het gebied van hardware hebben een paar universiteiten (Universiteit van Amsterdam, Universiteit van Groningen, TH Delft) hardware verzamelingen evenals het Museon, dat een collectie PCs van 1975 tot 1992 in depot heeft. Qua content heeft bijvoorbeeld het Amsterdam Museum het archief van de Digitale Stad in beheer. Maar de grotere verzamelingen hardware zijn in particulier beheer zoals Stichting Computermuseum, Stichting Telecommunicatie Erfgoed Nederland en Het Tehuis voor Bejaarde Computers, maar ook instellingen en bedrijven als ING, IBM, Belasting- en Douanemuseum. Behalve hardware worden ook spellen bewaard o.a. in Bonami Spelcomputermuseum in Epe. Kortom lovenswaardige initiatieven, maar onvoldoende voor het behoud van erfgoed. Voor dit digitaal erfgoed is er geen virtuele noch een fysieke centrale plaats in Nederland.
 


Bovendien moet geconstateerd worden, dat veel materiaal uit het ICT verleden reeds verdwenen is. Van de eerste publieke informatiedienst in Nederland, Viditel van de PTT, is geen site (of hoe heette de driecijferige rubriek ook al weer?) meer over; slechts een paar foto’s en een paar Viditelgidsen bij het Museum voor Communicatie geven een idee van de dienst. Wat is er over van de in Nederland geproduceerde beeldplaten, CD-ROMs, CD-i’s en elektronische boeken op minidisk?  Heeft de KB de eerste roman in het Nederlands op internet, Roes der Zinnen van Marcel Bullinga of de eerste proef DVD met de film The Netherlands van cineast Bert Haanstra, geproduceerd door ODME in 1995?

Natuurlijk kan niet alles opgeslagen worden. Hardware modellen volgen elkaar snel op. Tenslotte waren de eerste PCs beschikbaar vanaf 1975 en nu zijn er nu meer tabletten dan PCs. Maar ook de opslagmedia hebben een snelle opmars gemaakt: hard disc, floppy discs in verschillende maten, CD-ROM en USB. En van Internet 1.0 zijn we naar internet 2.0 gegaan en hebben internet 3.0 geprobeerd, maar die nummering werkt al niet meer.  En al die verschillende versies van internetsites. Duidelijk is dat er selecties gemaakt moeten worden, maar er moet ook ruimte zijn om de selectie tentoon te stellen en de verhalen over pre-internet en internet te kunnen vertellen.

Voor reacties van instellingen die oproepen in de Erfgoedwet meer aandacht te besteden aan digitale duurzaamheid, born digital erfgoed en standaardisatie, waaronder DANS, EYE, Kunsten'92 en het Rijksmuseum, zie https://www.internetconsultatie.nl/erfgoedwet/reacties. Maar lees ook het blogbericht van DEN.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten