Vrijdag plaatste Boekblad een artikeltje over het aankomend radio interview in het programma O.V.T. (Onvoltooid Verleden Tijd). Voor plaatsing van het bericht hield redacteur Enno de Witt een gesprek met de auteur Jak Boumans.
Het VPRO-radioprogramma Onvoltooid Verleden Tijd (O.V.T.) heeft zondagochtend een interview met auteur Jak Boumans. Hij vertelt dan over de lancering van Viditel, de eerste commerciële online dienst in ons land, nog voor er internet was. Het interview wordt gehouden mede naar aanleiding van het verschijnen eind september van zijn boek Toen digitale media nog nieuw waren: Pre-internet in de polder (1967-1997) bij uitgeverij Media Update Vakpublicaties.
In het boek vertelt hij het verhaal van de nieuwe media, die in ons land niet begonnen met internet. Op donderdag 7 augustus 1980 startte de PTT hier met Viditel, een soort tweeweg Teletekst. ‘Het was de eerste commerciele online dienst in ons land’, weet Boumans. ‘Nederland liep hiermee op het Europese vasteland voorop, alleen in Engeland bestond al zoiets. Met Viditel kon je informatie vinden en emailen. Dat laatste gebeurde niet veel, er waren te weinig mensen met een aansluiting.’ Dat was op zich geen wonder, wie mee wilde doen betaalde drieduizend gulden instapkosten, iets minder dan anderhalf duizend euro, en per maand tien gulden voor een abonnement. Bovendien had je voor het gebruik een decoder nodig die met een televisie werd verbonden, en kon je niet met je pc op Viditel terecht. ‘Er waren beloften van meer mogelijkheden’, zegt Boumans, ‘maar die werden nooit ingelost. Het bleef houtjetouwtjetechnologie.’
Grote bedrijven namen wel een abonnement. Zo ook VNU: ‘Die waren bang dat Intermediair zijn personeelsadvertenties zou kwijtraken. Na vijf jaar zagen ze dat het geen bedreiging was en zijn ze er minder geld in gaan stoppen. In 1988 werd nog een poging gedaan om 720.000 abonnees te krijgen, die bleef steken bij 350.000.’ Internet bleek de winnaar. Bedrijven die geld in Viditel hadden gestoken bleven met verlies achter: ‘Een experiment in Zuid-Limburg leverde in 4 jaar 23 miljoen gulden verlies op voor onder meer VNU.’
Boumans heeft het allemaal zelf meegemaakt. In 1970 begon hij als redacteur bij de encyclopedieafdeling van uitgeverij Het Spectrum. Drie jaar later vertrok hij naar Oosthoek, waar hij een nieuw soort productieproces opzette: ‘Ik was toen eigenlijk bezig als content manager, maar die term kenden we toen nog niet.’ Nadat in 1979 de markt voor encyclopedieën inzakte ging Boumans naar VNU, waar hij meewerkte aan het opzetten van een technisch laboratorium: ‘In twee jaar hebben we vijftien miljoen gulden opgemaakt, maar de Raad van Bestuur heeft daar heel veel van geleerd voor haar acquisities. We waren pioniers.’
Het digitale tijdperk dat volgde heeft de wereld en ook het boekenvak ingrijpend veranderd. Online retail en digitale boeken zijn onderwerpen van hevige discussie. Boumans is er al wat langer mee bezig: ‘In 1993 werkten we al aan een e-boek.’ Struikelblok was met name de beeldschermtechniek. Die is dankzij e-ink voor een groot deel opgelost, al is het wachten nog wel op een doorontwikkeling, zodat e-readers ook kleuren en video kunnen weergeven: ‘Dat wordt een echte doorbraak.’ Hij denkt dan ook niet, dat de huidige tablets de dedicated e-readers zullen gaan vervangen. Zijn eigen boek is voorlopig alleen op in een papieren editie verkrijgbaar. De reden: er staan ruim honderd illustraties, waarvan het zonde is om ze in zwart/wit weer te geven: ‘Maar we zijn aan het kijken of we misschien een pdf-versie op de markt kunnen brengen.’
De uitzending met daarin het gesprek met Boumans begint zondag om tien uur op Radio 1. Het programma is ook te beluisteren via www.geschiedenis24.nl. Op het boek kan via de website van uitgeverij Media Update worden ingetekend, na publicatie wordt het dan toegezonden. Het is dan ook via de gebruikelijke kanalen verkrijgbaar.
Het VPRO-radioprogramma Onvoltooid Verleden Tijd (O.V.T.) heeft zondagochtend een interview met auteur Jak Boumans. Hij vertelt dan over de lancering van Viditel, de eerste commerciële online dienst in ons land, nog voor er internet was. Het interview wordt gehouden mede naar aanleiding van het verschijnen eind september van zijn boek Toen digitale media nog nieuw waren: Pre-internet in de polder (1967-1997) bij uitgeverij Media Update Vakpublicaties.
In het boek vertelt hij het verhaal van de nieuwe media, die in ons land niet begonnen met internet. Op donderdag 7 augustus 1980 startte de PTT hier met Viditel, een soort tweeweg Teletekst. ‘Het was de eerste commerciele online dienst in ons land’, weet Boumans. ‘Nederland liep hiermee op het Europese vasteland voorop, alleen in Engeland bestond al zoiets. Met Viditel kon je informatie vinden en emailen. Dat laatste gebeurde niet veel, er waren te weinig mensen met een aansluiting.’ Dat was op zich geen wonder, wie mee wilde doen betaalde drieduizend gulden instapkosten, iets minder dan anderhalf duizend euro, en per maand tien gulden voor een abonnement. Bovendien had je voor het gebruik een decoder nodig die met een televisie werd verbonden, en kon je niet met je pc op Viditel terecht. ‘Er waren beloften van meer mogelijkheden’, zegt Boumans, ‘maar die werden nooit ingelost. Het bleef houtjetouwtjetechnologie.’
Grote bedrijven namen wel een abonnement. Zo ook VNU: ‘Die waren bang dat Intermediair zijn personeelsadvertenties zou kwijtraken. Na vijf jaar zagen ze dat het geen bedreiging was en zijn ze er minder geld in gaan stoppen. In 1988 werd nog een poging gedaan om 720.000 abonnees te krijgen, die bleef steken bij 350.000.’ Internet bleek de winnaar. Bedrijven die geld in Viditel hadden gestoken bleven met verlies achter: ‘Een experiment in Zuid-Limburg leverde in 4 jaar 23 miljoen gulden verlies op voor onder meer VNU.’
Boumans heeft het allemaal zelf meegemaakt. In 1970 begon hij als redacteur bij de encyclopedieafdeling van uitgeverij Het Spectrum. Drie jaar later vertrok hij naar Oosthoek, waar hij een nieuw soort productieproces opzette: ‘Ik was toen eigenlijk bezig als content manager, maar die term kenden we toen nog niet.’ Nadat in 1979 de markt voor encyclopedieën inzakte ging Boumans naar VNU, waar hij meewerkte aan het opzetten van een technisch laboratorium: ‘In twee jaar hebben we vijftien miljoen gulden opgemaakt, maar de Raad van Bestuur heeft daar heel veel van geleerd voor haar acquisities. We waren pioniers.’
Het digitale tijdperk dat volgde heeft de wereld en ook het boekenvak ingrijpend veranderd. Online retail en digitale boeken zijn onderwerpen van hevige discussie. Boumans is er al wat langer mee bezig: ‘In 1993 werkten we al aan een e-boek.’ Struikelblok was met name de beeldschermtechniek. Die is dankzij e-ink voor een groot deel opgelost, al is het wachten nog wel op een doorontwikkeling, zodat e-readers ook kleuren en video kunnen weergeven: ‘Dat wordt een echte doorbraak.’ Hij denkt dan ook niet, dat de huidige tablets de dedicated e-readers zullen gaan vervangen. Zijn eigen boek is voorlopig alleen op in een papieren editie verkrijgbaar. De reden: er staan ruim honderd illustraties, waarvan het zonde is om ze in zwart/wit weer te geven: ‘Maar we zijn aan het kijken of we misschien een pdf-versie op de markt kunnen brengen.’
De uitzending met daarin het gesprek met Boumans begint zondag om tien uur op Radio 1. Het programma is ook te beluisteren via www.geschiedenis24.nl. Op het boek kan via de website van uitgeverij Media Update worden ingetekend, na publicatie wordt het dan toegezonden. Het is dan ook via de gebruikelijke kanalen verkrijgbaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten