De Ingenieur 22 maart 2013-04-16
PREHISTORIE VAN INTERNET
Voor wie zoals publicist en consultant Jak
Boumans zo'n veertig jaar om zich heen heeft gekeken in de wereld van de
digitale informatievoorziening, moet de neiging om het allemaal eens goed te
boekstaven onbedwingbaar zijn. En dus heeft Boumans het allemaal opgeschreven
in het boek 'Toen digitale media nog nieuw waren. Pre-internet in de Polder
(1967-1997)'.
Boumans, die ook jarenlang over digitale media
publiceerde in De Ingenieur, is een feitenjunkie, dus krijgen we een minutieuze
beschrijving van alle ontwikkelingen gedurende deze periode. Het is een wat
opsomming boek, maar voor wie van thematiek houdt, is het een feest der
herkenning, een nostalgische reünie van al die ontwikkelingen en gebeurtenissen
die allang weer vergeten zijn, zoals videotex, de cd-i (interactief), bulletin
board-systemen en akoestische modems. Het beeld dat het boek oproept, is er een
van vallen en opstaan, maar vooral heel veel vallen in een aaneenschakeling van
miskleunen - zeer vermakelijk in retrospectief.
Boumans laat zijn pre-internetgeschiedenis van
de digitale media eindigen op 1 januari 1997, maar waarom is niet helemaal
duidelijk. In 1997 verdwenen de informatiedienst Videotex Nederland en Memocom
en gingen ze op in World Access/Planet Internet, maar zo wereldschokkend was
die gebeurtenis niet. Het world wide web, de toepassing die internet
echt deed inburgeren bij brede lagen van de bevolking, was al uitgevonden in
1991.
De rode draad - voor zover die valt te ontdekken
in het chronologisch relaas - is dat allerlei bedrijven commerciële kansen
roken en dachten dat de consument op allerlei nieuwe technologie zat te
wachten. Dat viel tegen, vooral omdat veel van die technologie allerminst
uitblonk door gebruiksgemak.
Een sleutelrol in Boumans' boek is weggelegd
voor de markante Piere Vinken, de bestuursvoorzitter van uitgeefconcern VNU.
Want al snel probeerden de klassieke uitgevers een voet tussen de deur te
krijgen in een wereld die (nog) werd gedomineerd door staatsbemoeienis. De
televisiewereld, waarin de Mediawet de overheid een allesoverheersende rol
gunt, en de oude telefoniewereld van het staatsbedrijf PTT wisten de
anarchistische internet- annex computerwereld een tijdlang buiten de deur te
houden: de uitgevers van gedrukte media moesten het doen met ASCII-databanken
(die hoekige lettertjes op een monochroom scherm); de Nederlandsche Pers
Databank, met alle berichten en artikelen van het ANP en de landelijke
dagbladen, was voor professioneel journalistiek gebruik en niet openbaar.
Er was volgens Boumans een tweestromenland:
aan de ene kant de bestanden uitwisselende computerwereld met ASCII (American
Standard Code for Information Interchange) en aan de andere kant de (Europese)
telefonie- en televisiewereld die met Videotex (in Nederland Teletext) aan de
slag wilde. Via de druktoetsen van het telefoontoestel moest de gebruiker
tekstpagina's kiezen op het televisiescherm - niet echt handig.
De (commerciële) krantenuitgevers zagen
Teletekst als een 'grafisch' communicatiemedium voor tekstberichten, maar de
toenmalige minister Harry van Doorn van Cultuur, Recreatie en Maarschappelijk
Werk besliste dat de publieke omroep Teletekst zou vullen. Hoewel Teletekst, en
in Frankrijk Minitel, een succes werd, zijn het toch zeer geïsoleerde
toepassingen in een wereld die stormenderhand werd veroverd met behulp van
techniek, zoals ASCII, het FTP/IP-protocol, het wereldwijde web, browsers,
zoekmachines, platforms als You Tube en Facebook, draadloos internet,
smartphones en tablets. Er is kortom nogal wat gebeurd na 1997, 'Toch meen ik
dat er sinds de doorbraak van internet als digitaal platform een betrekkelijke
rust heerst, de internetbubble van 2000 daargelaten.' Of de digital natives van
begin twintig dat met deze oude rot eens zijn, valt te betwijfelen, maar het
boek is ook voor hen verplichte historische kost. (EvdB)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten