Op 4 juli was het de 40ste verjaardag van het e-boek. In het boek Toen digitale media nog nieuw waren wordt de eerste fase van e-boeken tot 1 januari 1997 beschreven. Maar het is interessant om te zien dat het e-boek nu pas echt furore maakt. Opvallend is dat e-boek nu pas interessant wordt vanwege het medium, het leesplankje, of dit nu een e-reader is of een tablet.
(c) Jak Boumans, 2011. Mijn eerste e-reader met twee e-books op minidiscs: (links) Verschueren Groot Woordenboek/Het Juiste Woord van Standaard Uitgeverij en (rechts) Hotels en Restaurants in Nederland.
In 1986 kondigde de CEO van Sony, Akito, aan dat de minidisc de drager van het e-boek zou worden en dat de technologie van de Data Discman de e-reader zou vormen. En in 1991 was het zover dat de e-reader met e-boeken op een minisdisk werden gelanceerd door Sony. Een klein apparaat met een zwart/wit schermpje en een qwertie toetsenbord vormden de apparatuur waarin een minisdisk geplaatst kon worden. De e-reader was geboren. Het apparaat werd in 1994 in Nederland officieel gelanceerd met een aantal e-boeken, voornamelijk naslagwerken. Het was helaas geen succes en in 1995 was de hype voorbij.
Het eerste e-boek werd geproduceerd door Michael Hart in 1971. Het verhaal gaat dat hij computertijd toebedeeld kreeg, nadat hij veel overwerk had gedaan in een universitair computer centrum. Toen hij hoorde dat hij computertijd kreeg, ging hij terug naar zijn kamer en dacht erover wat hij met die capaciteit zou gaan toen. Uiteindelijk kwam hij uit de kamer en kondigde aan dat hij de computercapaciteit zou gebruiken voor e-boeken. Deze bestonden nog niet. Maar Hart wilde boeken gaan digitaliseren, die in het publieke domein beschikbaar waren en geen copyright hadden. Aangezien het 4 juli was begon hij als rechtgeaarde Amerikaan het Gettysburg Address te typen. Dat deed hij in hoofdletters. Dat lijkt vreemd, maar het was niet ongewoon, want telexen en presswires werkten met hoofdletters. (Overigens zou een jaar later Roy Tomlinson, de uitvinder van het apenstaartje in e-mail adressen ook de eerste boodschap versturen met het Gettysburg Address en ook in hoofdletters!) Het aantal e-boeken groeide langzaam, maar toen zijn project Gutenberg op gang kwam, groeide het aantal e-boeken snel.
Probleem bij de e-boeken was het medium, waarop je een boek kon lezen. Dat lifte langzaam met de ontwikkeling van de technologie mee. Bij mainframes, waar Hart mee werkte, las je het boek op het scherm van een terminal. Dat gebeurde ook met mini-computers. Maar in 1968 werd in Xerox park toch een theoretische richting bepaald. Daar ontwierp men een draagbare computer met de naam Dynabook, die veel leek op de huidige tablets. Maar dat duurde nog enige tijd voordat die vorm echt gestalte kreeg. De PC kreeg in 1983 draagbare vormen zoals Model 100 van Tandy Zenith. Het was een licht apparaat, maar had slechts 8 leesregels en 32kb intern geheugen. Maar in 1985 kwam de CD-ROM, in feite een megaboek met een opslag van 600Mb; kortom ruimte genoeg voor een persoonlijke bibliotheek. Maar de CD-ROM verschafte geen leesvenster. (c) Jak Boumans, 2011. Mijn eerste e-reader met twee e-books op minidiscs: (links) Verschueren Groot Woordenboek/Het Juiste Woord van Standaard Uitgeverij en (rechts) Hotels en Restaurants in Nederland.
In 1986 kondigde de CEO van Sony, Akito, aan dat de minidisc de drager van het e-boek zou worden en dat de technologie van de Data Discman de e-reader zou vormen. En in 1991 was het zover dat de e-reader met e-boeken op een minisdisk werden gelanceerd door Sony. Een klein apparaat met een zwart/wit schermpje en een qwertie toetsenbord vormden de apparatuur waarin een minisdisk geplaatst kon worden. De e-reader was geboren. Het apparaat werd in 1994 in Nederland officieel gelanceerd met een aantal e-boeken, voornamelijk naslagwerken. Het was helaas geen succes en in 1995 was de hype voorbij.
Even was het stil, maar internet was in opkomst en werd gezien als een distributienetwerk voor e-boeken. Door tabletachtige apparaten aan de computer te hangen, kon men boeken distribueren en opslaan. Probleem bij de apparatuur was het scherm, meestal een tft scherm, dat last heeft van interferentie en daarmee vermoeiend is voor het lezen. Een nieuwe ontwikkeling kwam hierin toen het onderzoeksbedrijf E-Ink vanaf 2001 digitale pagina’s ontwikkelde, die bovendien twee voordelen hadden: het beeld stond stil en de batterijen gingen veel langer mee. Vanaf 2006 kwamen deze e-readers uit het laboratorium en werden een succes toen Amazon de Kindle introduceerde in 2008.
Sinds de introductie van de E-Ink technologie heeft de markt voor e-boeken zich razendsnel ontwikkeld. Zeker toen uitgevers in verschillende landen het eens werden over formaten. Zo stemde Nederlandse uitgevers in met het formaat EPUB en voerden een liberaal beleid ten aanzien van plaatsing van e-boek op 4 computers. De introductie van tablets heeft ook bijgedragen aan de vergroting van de markt voor e-boeken. Hoewel het scherm van de tablets tft schermen hebben en dus interferentie kennen, heeft een tablet gebruiker liever een multi-functioneel apparaat dan een specifieke e-reader.
Voorlopig lijkt het alsof er een strijd is tussen e-readers en tablets. Maar het nieuwe scherm technologieën gaan dit veranderen. Een bedrijf als Liqua Vista is bezig met de ontwikkeling van een scherm, dat kleur heeft en dezelfde energietechnologie als E-Ink. Bovendien kan dit scherm video aan. Kortom vanaf 2015 zijn de e-readers en tablets drastisch veranderd van schermtechnologie en kunnen zij allebei behalve zwart/wit romans ook coffee table books met veel illustratie en zelfs video aan. Intussen blijft de markt voor e-boeken doorgroeien en worden e-readers/tablets en e-boeken gemeengoed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten